Vragen en antwoorden

Hoe Aurelis gebruiken

De beste houding om Aurelis te gebruiken is eigenlijk zeer alledaags. Niets speciaals is nodig of zelfs wenselijk. Spontaneïteit en een houding van nieuwsgierige verwachting zijn ideaal. Zelfs relaxatie tijdens een sessie is niet een noodzakelijke voorwaarde. Er zijn trouwens veel mensen voor wie relaxatie praktisch onmogelijk is. Voor deze mensen kan Aurelis ook puur gebruikt worden naar motivatie en concentratie toe. Mettertijd kunnen zij op hun eigen tempo toch enige relaxatie ondervinden. Men kan gerust stellen dat zij degenen zijn die het het meest nodig hebben.

Als je innerlijke weerstand ondervindt tegenover een Aurelis-ervaring, zal deze geen effect op je hebben. Anderzijds is slechts een minimale medewerking noodzakelijk. Het is zeker niet nodig jezelf volledig te laten 'gaan'. De beste houding is gewoon je eigen natuurlijke zelf zijn, met een open geest en gezonde nieuwsgierigheid. Het is aangewezen geen hooggespannen verwachtingen te koesteren, want dit gaat je spontaneïteit juist tegen. Je eerste goede ervaring zal over je komen als een lichte bries, zonder enige inspanning van jouwentwege. Als je reeds ervaring hebt met één of andere vorm van meditatie, zal je waarschijnlijk merken dat je in je oefeningen met Aurelis een aangename herinnering hieraan ontmoet. Dat is normaal, maar het hoeft niet. Ook Aurelis-sessies onderling kunnen je dikwijls eenzelfde gevoel geven. Ze kunnen ook telkens weer verrassend anders zijn. Wellicht is dit op de lange duur ook beter. Elke nieuwe opening tot je eigen innerlijke kracht kan je als persoon flexibeler maken. Het geeft je nieuwe hulpbronnen. Anderzijds is het ook goed om je een beperkt aantal technieken zeer eigen te maken, zodat je er op een optimale manier van kan genieten en ervan gebruik kan maken telkens als je er de nood toe voelt.

Het is aangewezen dat je met je aandacht volledig naar de essentie van de tekst georiënteerd bent. Dat wil zeggen naar de betekenis die deze tekst heeft voor jou. Dit hoeft niet exact overeen te stemmen met de precieze betekenis van wat verteld wordt. Je vult het verhaal zonder dit noodzakelijk te beseffen gedeeltelijk zelf in. Als je bvb iets hoort dat niet op jou van toepassing is, kan je dat gewoon negeren. Je 'hoort' wat je onbewuste wil horen om je doel zo efficiënt mogelijk te verwezenlijken en dat doel is in het begin alvast om gewoon wat te ontspannen en verder niets.

Probeer tijdens een sessie zo weinig mogelijk te analyseren, vooral (en dat is ook de enige reden) als je ondervindt dat dat je spontaneïteit hindert. Natuurlijk mag je voor en na een sessie wel analyseren. Dit heeft geen belang voor de effectiviteit ervan. Het interfereert nauwelijks met wat er tijdens een sessie gebeurt. Maar als je het toch niet kan laten tijdens de sessies telkens weer te overdenken waar je mee bezig bent, kan je gebaat zijn bij één of meerdere van de concentratie-oefeningen. Deze helpen je je aandacht op een natuurlijke manier en zonder grote wilsinspanning gericht te houden op het hier en nu.

Met Aurelis 'oefenen' wil zeggen: gewoon doorgaan, zeker in het begin. Als een vorm van relaxatie de eerste of een volgende keer niet lukt, wil dat geenszins zeggen dat je er verder nooit baat bij kan ondervinden. Uiteindelijk kan juist die manier evengoed uitgroeien tot één van je favoriete oefeningen. Probeer eerst eventueel andere zaken uit en kom dan nadien terug. Dat kan natuurlijk altijd wanneer je er zin in hebt.

Het is in elk geval aangewezen om op zijn minst een zestal goede relaxatie-ervaringen te hebben vooraleer je begint met doel-specifieke suggesties. Op de eerste plaats omdat deze suggesties veel effectiever zijn in een weldoende toestand van ontspanning en concentratie. Daarenboven heb je meestal toch wel enige ervaring met Aurelis nodig om echt doelgericht te kunnen werken. Wat het effect betreft van doelgerichte suggesties, is het nooit aangeraden een eind-evaluatie te doen vóórdat je enkele weken regelmatig hebt geoefend met een bepaalde methode. Innerlijke kracht kent geen strikte tijdsschema's. In positieve zin betekent dit ook dat je soms vrijwel onmiddellijk enig effect kan ondervinden. Soms is dit slechts duidelijk aan te voelen als je je er helemaal open voor stelt. Je kan het echter nooit forceren.
Nee. Je voelt geen kriebeling in de buik of zo. Omdat de werking van Aurelis volledig 'van binnenuit' optreedt, kan je in feite stellen dat het heel spontaan gebeurt. Hoe kan je dan weten dat het werkt? Gewoon, als je Aurelis gebruikt om slanker te worden, zal je merken dat je eetlust vermindert. Het gevecht tegen de calorieduivel vermindert of verdwijnt. In het beste geval zal je zelfs ondervinden dat je plezier in het eten merkelijk stijgt, terwijl je er toch minder van nodig hebt om je emotioneel sterk te voelen.

Wat je wel kan voelen, is een vorm van euforie. Die komt niet door het gebruik van Aurelis zelf, maar door met heel je wezen te voelen, te weten dat je een nieuwe richting bent ingeslagen, een richting die je heel waarschijnlijk voert tot het gewenste resultaat. Soms kan die euforie vermengd zijn met een beetje een triestig gevoel. Daar hoef je niet van te schrikken. Het is heel voorbijgaand en kan verschillende oorzaken hebben. Je kan je triest voelen vanwege de jaren die je 'verloren' hebt in de strijd met jezelf. Het kan ook veroorzaakt worden doordat je voelt dat je afscheid gaat nemen van een eigenbeeld waarmee je jaren geleefd hebt, al is dat eigenbeeld ook datgene waar je al die jaren tegen gevochten hebt. Een licht gedeprimeerd, heel onbestendig gevoel is verder iets dat bij iedereen soms optreedt bij een grote verandering. Het hoeft niet noodzakelijk een aanwijsbare reden te hebben. Het is gewoon iets dat er bijhoort. Als je er niet tegen vecht, kan het zelfs prettig aanvoelen en gaat het snel voorbij.

Als je Aurelis gebruikt is het best om gewoon onbevangen te wachten op het resultaat dat zich zal aandienen door simpelweg er te zijn. Als voor jou een gevoel van succes belangrijk is, dan raad ik als maatstaf voor een verwezenlijking aan: het verliezen van een door jou te bepalen gedeelte van je overgewicht, zónder veel wilskracht te gebruiken of zónder dat het je pijn doet. Tot nu toe werd de maat voor succes waarschijnlijk alleen bepaald door het aantal verloren kilo's. Om die kilo's te verliezen deed je misschien liefst zo weinig mogelijk moeite, of misschien vond je de moeite niet belangrijk als de kilo's maar verdwenen. Met Aurelis is echter het gemak waarmee je ze verliest een wezenlijk onderdeel van je succes. Want hierdoor weet je dat je de verloren kilo's met evenveel gemak er af zal kunnen houden.
De bedoeling van de muziek is het creëren van een sfeer van ontspanning, openheid en vertrouwen in jezelf. Het is altijd aangewezen deze sfeer op te roepen. Aurelis muziek is speciaal gecomponeerd om dit doel te vervullen. Het is steeds erg zacht, repetitief en met een minimum aan melodie. We krijgen hierrond heel veel goede commentaren.

Als echter de Aurelis muziek voor jou de juiste sfeer niet oproept, dan is het beter ze stil te zetten. Je kan eventueel een andere muziek opzetten (in de cd-speler van je computer bvb). Zorg er natuurlijk voor dat deze muziek het begrijpen van de tekst niet bemoeilijkt. Muziek met een duidelijke melodie of een duidelijke progressie (bvb klassieke muziek die je reeds goed kent) kan veroorzaken dat je aandacht hierdoor van de tekst (en van jouw interpretatie ervan) té veel weggetrokken wordt. Dit kan ook storend zijn. Het is echter aan jou om hier wat mee te experimenteren als je wenst.

Een bijkomend voordeel van muziek is dat het jou na enkele sessies nóg sneller in de juiste geesteshouding brengt. Met andere woorden: het werkt een beetje 'conditionerend'. Dat mag in dit geval, want je doet het in volledige openheid.
Dat hangt volledig van jou af. Zorg dat het een tijd is dat je niet erg nerveus bent, maar toch ook niet al te moe. Het is immers belangrijk dat je niet telkens weer in slaap valt, tenzij dat de bedoeling is natuurlijk.

Het is interessant Aurelis te gebruiken in dat deel van de dag dat je het meest 'bij de pinken bent'. Ben je een ochtend- of een avondmens? Dát is voor jou de beste tijd, met één voorbehoud: zorg dat je jezelf niet de indruk geeft dat Aurelis in de weg staat voor 'belangrijker dingen'. Jouw gezondheid en welzijn zijn in elk geval immers zélf 'belangrijker dingen'. Het feit dat je bij Aurelis niet de indruk hebt te 'werken', betekent niet dat je niet heel efficiënt bezig bent.

Het is verder voordelig (maar zeker niet noodzakelijk) om steeds ongeveer rond dezelfde tijd van de dag te 'aurelissen'. Je geest stelt zich hier dan automatisch op in en zorgt ervoor dat je 'klaar' bent op het juiste ogenblik. Het helpt ook om je 'Aurelis-moment' niet te vergeten.
Als je langere tijd roker bent, ben je waarschijnlijk reeds verschillende keren gestopt en telkens herbegonnen - vandaar je bekommernis dat, om met een goede methode gestopt te blijven, je voortdurend moet 'bezig' blijven.

Met behulp van Aurelis stop je echter niet gewoon met roken. Je verandert je zelf, niet alleen betreffende een bepaald uitwendig gedrag, maar betreffende de manier waarop je tegenover het roken staat. Je bent roker geweest. Je wordt een niet-roker en dat is niets minder dan een nieuwe staat van zijn. Ik maak een onderscheid tussen de begrippen 'niet-roker' en 'ex-roker'. 'Ex-roker' duidt op een beschrijving van uitwendig gedrag, namelijk het gedurende korte of lange tijd niet aansteken van een sigaret. Iedereen die enkele uren niet rookt, is in feite al een beetje een ex-roker. Iemand kan jaren gestopt zijn met roken en nog steeds een ex-roker zijn (in tegenstelling tot een niet-roker).

In het licht van dit onderscheid is het duidelijk dat je Aurelis niet regelmatig moet blijven gebruiken om van het roken verlost te blijven. Je wordt immers niet een ex-roker, maar een niet-roker.

Anderzijds is het wel zo dat mensen voortdurend veranderen, alsook de situaties waarin ze leven, werken, denken, plezier en verdriet tegenkomen en omstandigheden die hen doen uitreiken naar wat jarenlang vermeende voordelen kunnen geweest zijn van het roken. Het is goed je nooit immuun te wanen tegen een verslaving. Ook mensen die nooit van hun leven aan iets verslaafd geweest zijn, zijn niet immuun. Een quasi-immuniteit zou trouwens getuigen van een hardheid die voor de meesten onder ons onmenselijk is. Ik raad aan jezelf met een gezonde geest te blijven 'observeren', waarmee ik gewoon bedoel dat je aandacht moet blijven hebben voor je eigen behoeften en frustraties. Dat is heel menselijk. Als je voelt dat je behoefte hebt aan het terug beginnen roken, kan je daar beter op tijd bij stilstaan, je eigen motivaties verhelderen en, ja, opnieuw wat met Aurelis werken aan het op elkaar afstellen van je bewuste en onbewuste bedoelingen. Dat kan zeker ook preventief zijn nut bewijzen en ik raad het sterk aan.

Als je toch hervallen bent in rookgedrag, kan je met evenveel nut 1 als de eerste keer. Als je daar terug behoefte aan hebt, beschouw het dan niet als een mislukking maar als een kans om te groeien als mens. Probeer te leren uit vorige ervaringen. Misschien is het belangrijk voor jou om wat langer met autosuggestie bezig te zijn, of wat intensiever, of met een andere instelling. Het is niet Aurelis die je doet stoppen met roken. Jij bent het zelf die de kracht in jezelf daartoe leert gebruiken. Er kan dan ook geen standaard aanbeveling gegeven worden omtrent hoe lang of hoe dikwijls je Aurelis moet gebruiken, en of je het een tijd regelmatig moet gebruiken nadat je gestopt bent met roken. Dat hangt o.a. af van de mate van je niet-rokerschap toen je je laatste sigaret aanstak. Ik raad aan pas de laatste sigaret op te steken als je je 100% zeker voelt dat je niet-roker bent. [zie hiervoor vraag XXX] Daarna zou ik nog gedurende minstens een drietal weken een paar keer per week een relaxatie-sessie doen. Op zo'n moment zal je wel voldoende gemotiveerd zijn om dit vol te houden. Specifieke rookstop-sessies hoeven dan niet meer, op voorwaarde dat je vóór elke relaxatie één of ander idee herneemt dat je persoonlijk geraakt heeft op je weg naar niet-rokerschap. Met dat idee moet je niet meer doen dan het even terug in je geheugen op te halen om het dan gewoon los te laten.
Het is heel normaal dat een relaxatie niet 'lukt' als je er vanuit gaat dat die aan bepaalde criteria moet voldoen zoals 'zich afsluiten van de buitenwereld'. Bij sommigen is dat 'zich afsluiten' gemakkelijk, bij anderen niet. Bij mij bv. lukt dat nooit, maar toch voel ik duidelijk de relaxatie op zich en de verdere praktische voordelen van suggestie. De eerste keren dat ik probeerde 'in trance' te gaan door de begeleiding van een collega-therapeut in opleiding, baarde me dat zorgen, maar dat ging snel voorbij.

Wellicht verwachtte je die onthechting van de buitenwereld vooral omdat je dat idee hebt van een hypnotische trance. Maar dit is géén hypnose! Kritisch onderzoek toont aan dat ook bij hypnose mét trance, die trance geen rechtstreekse invloed heeft op de effectiviteit, bv. naar het stoppen met roken toe. D.w.z.:

1) Iemand die gemakkelijk een onthechting van de buitenwereld ondervindt, zal gemiddeld gezien ook gemakkelijker andere effecten ondervinden, maar niet dóór de onthechting.

2) Iemand die geen onthechting ondervindt, zal uiteindelijk NIET minder effect hebben van (auto)suggestie, tenzij hij natuurlijk de verwachting heeft dat de onthechting hiervoor noodzakelijk is.

En dat is meteen een heel spijtige zaak van de manier waarop hypnose gedurende de voorbije twee eeuwen is gegroeid, namelijk: dat ze die verwachting juist centraal gesteld heeft, dat ze daardoor zichzelf belangrijker gemaakt heeft dan ze is en tegelijk de voordelen voor veel mensen heeft beknot. Ik meen dat jouw verwachting van de belangrijkheid van een onthechting hier het rechtreekse gevolg van is. Ik ben zelf voor 100% een bewijs dat die verwachting niet terecht is en er is ook reeds heel wat vakliteratuur over gepleegd (vooral door Barber & Spanos*).

Het actief vermijden aan andere dingen te denken, houdt je tegen je te laten gaan. Het is aan te raden zo onbevangen mogelijk te staan. Het verhaal van de sessie hoeft zelfs niet gevolgd te worden. Het is voldoende dat je er met tussenperiodes even naartoe gaat. De gaten in het verhaal vul je zelf op. Je bent dus in alle opzichten, juist door je te laten gaan, actiever dan iemand die 'willoos is overgeleverd aan de wil van de hypnotiseur'. Je zal na een tijd -hopelijk- ook tot de bevinding komen dat op een bepaald niveau je eigenlijk nooit actiever bent dan tijdens en ten gevolge van een diepe 'relaxatie'. Maar ik laat het (noodzakelijkerwijs) aan jou om dit bij jezelf uit te vissen.

Als het de eerste keren om één of andere reden niet 'lukt', of als je die indruk hebt, probeer dan het gebeurde niet te zien als een 'mislukking'. Bij het werken met je eigen onbewuste is er eigenlijk nooit een mislukking. Dat is een term die op dit vlak gewoon geen betekenis heeft, tenzij als negatieve suggestie.

Ik raad je dus aan gewoon verder te doen, maar in het begin met korte sessies. Een langere sessie heeft geen zin als je niet spontaan overtuigd bent dat dat voor jou gepast is.

* T.X.Barber, N.P.Spanos, J.F.Chaves Hypnosis - Imagination and Human Potentialities. New-York: Pergamon Press, 1974:191
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het mag er echter in geen geval toe leiden dat je denkt dat ontspanning nu eenmaal niet bij jou hoort. Ik denk dat in dit geval enig inzicht in de oorzaken kan helpen om die spanning gemakkelijker te neutraliseren.

Veel mensen zijn zodanig langdurig en continu zenuwachtig dat ze niet meer weten hoe het aanvoelt echt ontspannen te zijn. Wat als de 'normale ontspanning' aanvoelt van bv. een weekendje uit, is in feite volgestouwd met een aantal nieuwe spanningen en met het verder lopen van de spanningen die altijd aanwezig zijn. Een echte ontspanning is voor deze mensen als het ware een nieuwe ervaring, iets waar ze zich onwennig in kunnen voelen en wat hen daardoor afschrikt. De eerste reactie kan dus bestaan uit een spanning vóór het onbekende.

De westerse cultuur legt de nadruk op actie. 'Niets-doen' is uit den boze. We zijn hier allemaal grondig door onze opvoeding in geconditioneerd. Gewoon ontspannen, diep ontspannen en schijnbaar of daadwerkelijk verzonken zijn in 'niets' lijkt op de verafschuwde inactiviteit en kan daardoor, bewust of onbewust, leiden tot schuldgevoelens en spanningen.

Voor mensen die langdurig gespannen zijn, kan de spanning uiteindelijk een vorm van verslaving worden, psychisch door zich op de duur thuis te voelen in deze toestand, en misschien zelfs fysisch door de voortdurende productie van stresshormonen (adrenaline, noradrenaline, cortisol...). Het plots stoppen met deze verslaving kan leiden tot ontwenningsverschijnselen zoals, secundair, juist weer een toename van spanning die na korte tijd vanzelf voorbijgaat.

Spanningen zijn dikwijls het gevolg van het verdrukken van andere spanningen. Bv. de spanning veroorzaakt door het 'lijden' aan overgewicht kan voor een vrouw een manier zijn om de energie van spanningen in de echtelijke relatie om te buigen. Dit ombuigen van spanningen is een proces dat dikwijls in grote mate onbewust gebeurt. Als nu de meer 'oppervlakkige' spanningen worden weggegomd, verdwijnt daardoor ook de verdrukking van de diepere spanningen en komen deze als ogenschijnlijk nieuwe spanning naar boven.

In al deze gevallen lijkt het alsof de spanning eigenaardig genoeg voortkomt uit de poging tot ontspanning. Met een bredere kijk is dit duidelijk niet het geval. Als een diepere ontspanning je keer op keer zenuwachtig maakt, raad ik aan om langzaam te werk te gaan. Neem voor jezelf de tijd en probeer de gevoelens die in je opkomen te verwerken. Ik bedoel niet dat je hieraan veel tijd moet spenderen, maar dat je beter begint met bv. wekelijks enige diepe ontspanning te genieten dan dagelijks. Zorg ook dat je voldoende nachtrust hebt, want een verwerking van nieuwe gevoelens en standpunten gebeurt gemakkelijker met behulp van én tijdens REM en NREM slaap. Het is natuurlijk ook fijn en interessant als je je gevoelens in zo'n periode intensiever kan bespreken met iemand in wie je heel veel vertrouwen koestert, je huwelijkspartner, een vriend(in) of misschien -ietwat vrijblijvender- een therapeut.
[Uit 'Genees jezelf':]

Bij het ontspannen kunnen zich allerhande problemen voordoen, die vooral vervelend zijn omdat ze het goede verloop van de ontspanning kunnen belemmeren of zelfs ertoe kunnen leiden dat iemand het opgeeft nog verder aan autorelaxatie te doen. Het zijn allemaal kleine problemen, die je gemakkelijk kan vermijden of behandelen. Ik som hier de meest voorkomende op en geef telkens een voorstel van wat je er aan kan doen:

- hoesten of kuchen

Probeer dit niet in te houden. Autorelaxatie betekent niet dat je roerloos moet blijven zitten of liggen. Concentratie is iets dat altijd schommelt en als je even afgeleid wordt door een kuchje, dan kan je zo meteen teruggaan in die toestand van diepe concentratie en relaxatie.

- kriebels, pijn door bv. langdurig zitten

Ook hier geldt dat even bewegen geen kwaad kan. Na een afleiding kan je de terugkeer tot relaxatie zien als een verdieping. M.a.w. het kan je helpen om zelfs nog tot een dieper niveau van ontspanning te komen.

- afleidende geluiden in de omgeving

Probeer geluiden in de omgeving ofwel te negeren, ofwel ze op te nemen in je relaxatie. Geluiden in de omgeving kan je bv. interpreteren als een achtergrond waarop je innerlijke rust en stilte nog duidelijker tot uiting komen.

- spiertrekkingen

Lichte spiertrekkingen zijn een normaal verschijnsel bij diepe ontspanning. Ze komen ook soms voor bij iemand die net in slaap is gevallen. Als het je stoort, kan je gewoon even de spier stretchen door ze lichtjes uit te rekken, even zo te houden en ze vervolgens langzaam te ontspannen.

- opdringerige gedachten

Probeer in elk geval deze gedachten niet met wilskracht te onderdrukken. Laat ze gewoon komen en gaan, ook als dat betekent dat je tijdens deze sessie niet echt toekomt aan een diepe ontspanning. Door op deze manier met storende gedachten om te gaan, zal je merken dat je steeds beter je concentratie kan behouden zonder dat het je moeite kost. Hierdoor profiteer je trouwens van een verbeterde concentratie ook buiten je relaxaties.

- desoriëntatie (1) en ongewilde dissociatie (2)

In geringe mate zijn deze verschijnselen normaal bij een heel diepe ontspanning. Als dit je angstig maakt, kom dan even langzaam terug uit ontspanning en laat ze spontaan verdwijnen, wat dan ook altijd gebeurt. Leer hoe je steeds gemakkelijk terug kan komen uit een diepe ontspanning, tot je eventuele angst spontaan wegebt. Je kan de verschijnselen interpreteren als een aanduiding dat de ontspanning bij jou diep is en dat je er veel aan kan hebben.

- angst voor controleverlies tijdens de ontspanning

Het kan gebeuren dat iemand door ontspanning juist nerveuzer wordt. Meestal komt dat doordat een diepe ontspanning de normale afleiding wegneemt van zorgen en angsten, waardoor reeds lang aanwezige geblokkeerde angsten en emoties kunnen naar boven komen. Als de controle op deze geblokkeerde angsten en emoties dreigt te verminderen, is het normaal dat dit zich vertaalt in nervositeit.

Als een ontspanning voor jou gepaard gaat met enige nervositeit, dan is het raadzaam erg langzaam vooruit te gaan en zeker in het begin aan autorelaxatie te doen voor periodes van niet meer dan een 10-tal minuten. Als je acuut tijdens een sessie angst voelt opkomen, is het beter er voor die keer mee te stoppen. Als dat één of een paar keer voorkomt, dan kan je gewoon na enkele dagen opnieuw proberen. Als je echter lijdt aan een steeds weerkerende acute angst bij elke ontspanning, dan is een bespreking hiervan bij een psychotherapeut aangewezen.

- inslapen

Inslapen tijdens een ontspanningsoefening duidt erop dat je in feite meer slaap nodig hebt. Je lijdt dus aan een acuut of chronisch slaaptekort en je lichaam reageert meteen op de gelegenheid om te proberen dat slaaptekort in te halen. Probeer niet aan een sessie te beginnen als je echt moe bent. Als je tijdens een relaxatie in slaap valt, neem dan deze boodschap van je lichaam serieus en probeer te zorgen voor voldoende nachtrust.

- toenemende pijn

Bij sommige vormen van zenuwpijn is het mogelijk dat de pijn toeneemt tijdens ontspanning. Dit komt heel zelden voor. Als het je bedoeling is om met psychische kracht te werken aan pijnvermindering, dan kan je ook leren om cognitieve strategieën toe te passen zonder ontspanning. Ontspanning is alleen bevorderlijk daartoe, maar geenszins noodzakelijk.

(1): desoriëntatie: gebrekkige bepaling van de eigen positie in de plaats of de tijd waarin men verkeert

(2): dissociatie: verstoring van het gevoel van de eigen integriteit
Dat is heel normaal. Subjectieve tijd is heel rekbaar. Als je verzonken bent in een goed boek of spannende film, gaat de tijd ook 'snel vooruit'. Het is een teken (maar geen noodzaak) dat je Aurelis goed gebruikt. Het is uiteraard ook volstrekt ongevaarlijk.

Na de spraak loopt de muziek gewoon verder. Je hebt dan wel een exit achter de rug, maar je kan zo je wenst nog altijd even bij de muziek verder mijmeren over wat je net gehoord en ondervonden hebt. Let wel: dit is niet nodig voor een goede werking van een sessie. Doe het alleen als je het prettig vindt en als je er van binnen uit een nood toe voelt. En verlies dan niet de tijd uit het oog, want voor je het weet, ben je een half uur verder en dat was misschien op voorhand niet de bedoeling. Misschien plaatsen we in een volgende versie wel een wekkertje dat je kan instellen op bvb 10 minuten namijmeren. Zou dat iets zijn voor jou?
Neem dan een (indien nodig erg krachtige) pijnstiller die je toelaat om toch Aurelis te gebruiken. Het is zelfs niet nodig dat je op je Aurelis-moment pijn hébt om die pijn dan te verzachten. Je werkt met Aurelis op de eerste plaats aan jezelf met de bedoeling de pijn die komt, te verminderen tot het niveau dat je echt nodig hebt. Wees gerust: dat niveau is meestal véél lager dan wat iemand met chronische pijn ondervindt.

Als het echt niet lukt je te concentreren, dan is het geen goed idee dit te willen forceren. Dan krijg je immers frustrerende ervaringen en die kunnen je beletten om op andere momenten een optimaal efficiënte invloed van Aurelis te ondervinden. Stel je indien nodig tevreden met een pijnstiller en wat afleiding.

Als je je echter toch enigszins kan concentreren op een sessie, al is het niet ten volle, dan kan je een gunstige invloed hiervan verkrijgen door je verwachtingen niet al te acuut te plaatsen. Nee, de pijn zal niet ogenblikkelijk en volledig verdwijnen. Maar door met een open verwachting een sessie te doen, zal de pijn na een kwartiertje toch wel verminderd zijn. Wees dankbaar (vooral aan jezelf) voor wat je krijgt, hoe veel of hoe weinig het ook is. Bedenk ook dat elke goede sessie er één is die alle volgende sessies helpt efficiënter te zijn. Een goede sessie heeft niet noodzakelijk meteen een zichtbaar resultaat. Het kan zijn dat ze alleen in de diepte 'goed' is, maar daar is het waar het uiteindelijk het belangrijkste is voor jou.
Als je naar de tijdsduur van een sessie kijkt (die krijg je steeds exact vooraf en nadien) en je vergelijkt die met de tijd dat de sessie voor jou subjectief geduurd heeft, dan kan het je opvallen dat het veel korter leek dan het in werkelijkheid was. Dat verschil wijst op een contact met je diepere zelf. Ook als je geen enkel subjectief gevoel hebt omtrent hoelang een sessie duurde, wijst dit op een dieper contact.

Bovenstaande vraag kan betekenen: 'wanneer weet ik zeker of ik het goed doe?' Dan is het mogelijks een vraag die voortkomt uit een specifieke culturele ingesteldheid die de nadruk legt op schuld: 'jij bent verkeerd; je had het anders moeten doen.' Dit komt in principe niet overeen met de filosofie van Aurelis, waarbij de nadruk juist ligt op spontane groei en zelfs op de onmogelijkheid van schuld (maar niet van verantwoordelijkheid !). Het is aan te raden jezelf bovenstaande vraag tijdens een sessie niet te stellen. Met andere woorden: het stellen van de vraag zelf tijdens een sessie voorkómt in grote mate dat je 'het goed doet'. Beter is om het tijdens een sessie volstrekt niet van belang te laten zijn. Stel je zo open mogelijk voor het verhaal en voor wat spontaan tot jou komt.

Tijdens het gebruik van Aurelis kan het 'in contact staan met je diepere zelf' over jou komen als een overtuiging, een innerlijke zekerheid, gewoon vanuit jezelf. Je hebt dan geen verdere aanwijzingen nodig. Je weet het gewoon en dat is ook de meest aangename en de meest zinvolle manier om het te weten te komen.

Uiteraard gebruik je Aurelis meestal vanwege een probleem en dan wil je weten wanneer je zo goed mogelijk je kansen tot een oplossing verhoogt. Zie hiervoor de vraag: 'Wat is de beste ingesteldheid om Aurelis te gebruiken?'
Dat komt soms voor en is gemakkelijk te vermijden. De oorzaak ervan ligt in een spanning van de nekspieren. Tijdens een Aurelis sessie komt het namelijk voor dat je veel minder beweeglijk kan zijn dan anders. Sommige mensen hebben de verwachting dat je bij een diepe ontspanning zo onbeweeglijk mogelijk moet blijven zitten of liggen. Dat hoeft op zich helemaal niet. Je mag gerust tussendoor wat bewegen, jezelf wat herzetten als je ergens een druk voelt of zo. Probeer tijdens de volgende sessie eraan te denken om gewoon nu en dan je hoofd wat te bewegen. Misschien vermindert dit de diepte van je ontspanning, maar dat kan absoluut geen kwaad. Hoogstwaarschijnlijk is je hoofdpijn naderhand volledig weg.

Wat ook wat kan bijdragen, is een spanning die optreedt door hoge verwachtingen en de drang om het koste wat het kost goed te doen. Probeer in dit geval je verwachtingen wat te verminderen. Denk eraan dat een ontspannen, open en spontane houding het effect van Aurelis bevordert.

Bij de meeste mensen die tijdens de eerste sessies wat last van lichte hoofdpijn hebben, verdwijnt dit gevoel trouwens spontaan na enkele keren. Geest en lichaam passen zich gewoon aan.
Het kan. De relaxatie is op zich niet noodzakelijk, alleen bevorderlijk. Bij AurelisOnLine is het wel zo dat je een 'intro' moet kiezen, maar je kan er één nemen die slechts een aantal seconden duurt. Dan ben je meteen bezig met het stoppen met roken. Tijdens de sessie zelf geef je dan als je dat wenst geen acht op het aspect van relaxatie. Als je jezelf, zonder relaxatie, concentreert op het beleven van wat de sessie inhoudt, dan is dat perfect.

Je kan jezelf wel afvragen waarom een diepe relaxatie jou niets zegt. Heb je een slechte ervaring ermee of ben je bang 'helemaal van de wereld te raken'? Kijk wat verder rond in deze vraagbaak of op de website. Wellicht zullen een deel van de redenen verdwijnen en kan je de voordelen genieten die een diepe relaxatie ook aan jou kunnen geven.

In geen enkel geval hoeft een angst voor een diepere relaxatie jou te verhinderen Aurelis te gebruiken. Immers, eender wanneer je jezelf ongemakkelijk voelt tijdens een sessie, kan het absoluut geen kwaad deze sessie even te onderbreken of te stoppen. Het kan dan interessant zijn je ervaringen te bespreken met een goede vriend of therapeut.
Je kan 1 voor verschillende indicaties tegelijk. Zolang je echter nog geen ervaring hebt met het programma, is het toch raadzaam om niet te snel vooruit te willen gaan. De veranderingen die je gaat doorvoeren, zijn geen kleine veranderingen. De beslissing om te stoppen met roken is iets heel anders dan de beslissing om een brood te gaan halen bij de bakker om de hoek. Het hoort bij een respect voor je eigen individualiteit dat je er de tijd voor neemt. Het tegelijk werken aan verschillende indicaties heeft veel weg van ongeduldigheid en dat is géén goede voedingsbodem voor persoonlijke groei.

Ik vind dit wel heel serieus: autosuggestie gebruiken om bv. te stoppen met roken is méér dan stoppen met roken alleen. Het is daarnaast ook een manier om te groeien als persoon, d.w.z. om een grotere eenheid te bekomen, om minder 'gedissocieerd' te zijn. ('Gedissocieerd' is iemand die bv. met een deel van zichzelf wil stoppen met roken, maar met een ander deel toch verder willen roken.) Volledig kunnen staan achter wat je zelf wil, is een kenmerk van een gezonde geest en naar ik denk straalt dit ook meteen uit naar een gezonder lichaam. Het is normaal dat je daarvoor even de tijd moet nemen en dat je niet alles ineens mag verwachten.

Je doet er dus over het algemeen goed aan de zaken enigszins gescheiden te houden en eerst op bv. het roken te werken, daarna op het vermageren. Beide kunnen wel gedurende een periode in elkaar overvloeien. Als je voelt dat je reeds veel minder afhankelijk bent van het roken, kan je dit succes (want dit ís een groot succes) meteen gebruiken als motivatie om ook het vermageren aan te pakken. Laat deze motivatie dan nog wat verder sudderen en dan ben je meteen na het daadwerkelijk stoppen met roken klaar voor de volgende verandering. De nabehandeling van de rookstop loopt dan over in het begin van je reis naar een slankere figuur.

Misschien hebt je een eerdere ervaring dat je door te stoppen met roken in gewicht toenam. Er is onvoldoende ervaring met Aurelis om te kunnen beweren dat dit met deze methode niet voorkomt. Echter, gezien het feit dat je bij een juist gebruik van autosuggestie jezelf allerminst een frustratie oplegt (zoals dat wel het geval is bij andere methodes), is het heel aannemelijk dat enige gewichtstoename veel minder voorkomt.
Autosuggestie kan toegepast worden los van of samen met pijnstillers. Er is geen enkele negatieve wisselwerking. Integendeel, in Aurelis vind je strategieën om de effectiviteit van de pijnstillers die je neemt, te verhogen door het placebo-fenomeen ervan beter te gebruiken. Hierdoor is het geen placebo-bedrog meer, maar een bewuste toepassing. Natuurlijk kan je daarnaast ook andere autosuggestieve strategieën tot pijnstilling toepassen. Het is zelfs heel interessant om zelf verschillende van die strategieën voor pijnstilling goed in te oefenen.

Als je een pijnstiller neemt, kan je autosuggestie daarop enten door in een visualisatie bv. de moleculen van de pijnstiller voor te stellen als bolletjes die naar de pijn toe gaan en deze doen oplossen. Dit is maar een voorbeeld. Er zijn veel mogelijkheden. Als je een pijnstiller neemt met de stellige verwachting dat die goed helpt, dan is die verwachting zelf al een effectieve autosuggestie. Je kan de pijnstiller zien als een boodschap, als een richtingwijzer, namelijk naar een toestand van verminderde pijn. Vermits een pijnstiller toch ook wel zelf echt enige biochemisch pijnstillende werking heeft, is het een goede richtingwijzer. Het onbewuste krijgt met andere woorden een eerste zetje en doet dan verder het werk. Zo bekijk je het ook best. De pijnstiller is 'slechts' de startmotor. De echte motor tot genezing (hier: pijnstilling) is je eigen psychische kracht.

Uiteraard is autosuggestie dus effectief naast een pijnstiller. Vooral bij chronische pijn, waar de psychische aspecten van de pijn steeds heel uitgesproken zijn. Als je reeds gedurende lange tijd pijnstillers neemt, raad ik aan om te beginnen met deze te combineren met het gebruik van autosuggestie. Als je voelt dat je de pijn door eigen kracht enigszins kan beïnvloeden, kan je langzaam de dosis pijnstillers verlagen. Het heeft natuurlijk geen zin om dit gepaard te doen gaan met periodes van verhoogde pijn. Vermits het chronisch gebruik van pijnstillers ALTIJD bijwerkingen heeft, is autosuggestie toch wel een heel valabel alternatief. Het is reeds zinvol als je de dosis van je medicatie hierdoor kan verlagen. Als je ze kan afschaffen, des te beter, maar dat valt voor elk individueel geval te bekijken.
Zeker. Aurelis kan samen met eender wat gebruikt worden. Anderzijds is de grondhouding van Aurelis er één van niet-agressie. Afhankelijk van hoe je jouw dieet toepast, kan het wél tamelijk agressief zijn naar jezelf toe. Hopelijk helpt Aurelis je dan om het dieet op een meer vriendelijke manier verder te zetten. Dit houdt in dat je rekening houdt met jezelf als volledig persoon. Bekijk het dieet als een bijkomend instrument om te gebruiken naar je doel toe en niet als iets wat je jezelf koste wat het kost oplegt. Met Aurelis verander je meer van binnen uit. Als je het goed doet, merk je vroeg of laat spontaan een andere houding bij jezelf tegenover diëten in het algemeen. Je zal ze veel minder nodig hebben. Je lichaam (diepere zelf) zorgt veel meer automatisch voor zichzelf dan voorheen.

Maar of dat al of niet zal gebeuren, is niet zo belangrijk op dit ogenblik. Gebruik gerust Aurelis samen met je dieet. Er is nu geen enkele reden om het niet te doen.
Dat is inderdaad een interessante handelwijze. Aurelis is alléén een instrument om te komen tot autosuggestieve zelfhulp. Voel je niet verplicht om ernaar te blijven luisteren in een poging 'het zo goed mogelijk te gebuiken'. Als je voelt dat je een sessie even goed kan doen zonder te luisteren, dan is het waardevol om dit ook zo te doen. Het hangt eigenlijk van jou af.

Anderzijds, als je vindt dat het luisteren voor jou belangrijk blijft, dan is dat natuurlijk ook goed. Voor de meeste mensen is het niet gemakkelijk om zonder hulp van de stem even effectief te zijn. Ik zou je dan alleen willen vragen om het gevoel van afhankelijkheid te vermijden. Dat is immers niet de bedoeling van het hele Aurelis project. Jij bent centraal in je eigen genezing. Aurelis is in het beste geval een goede en tijdelijke hulp.

Als je meerdere technieken goed onder de knie hebt, dan kan je ze in één zelfgebrouwen sessie met elkaar afwisselen. Ik heb reeds meermaals ervaren dat dit zeer effectief is, bvb bij acute hevige pijn.

Als je jezelf geholpen voelt, dan is het zinvol om van tijd tot tijd nog eens een sessie te herhalen ofwel bij jezelf, ofwel luisterend naar Aurelis. Dan is dit laatste natuurlijk wel interessant als je intussen zowat vergeten bent wat een sessie inhield. Een goede kwaliteit van symboliek is heel belangrijk om je eigen onbewuste op een goede wijze te bereiken.

AURELIS algemeen

Vooreerst: niet Aurelis 'werkt', maar jijzelf. Jij bent zelf een zeer belangrijk onderdeel in jouw genezing. De vraag kan dus opnieuw gesteld worden als: sta jij open om te groeien? Alles hangt hiervan af. Jij bent weliswaar de vraagsteller van bovenvermelde vraag, maar je bent tegelijk degene die mee het antwoord bepaalt.

Van één ding kan je zeker zijn: als je op een goede manier de communicatie met je eigen diepere zelf verzorgt, dan bekom je een gunstig resultaat. Deze zekerheid (geloof, hoop, verwachting) is trouwens zelf een erg belangrijke autosuggestie. Het hoeft daarom niet als dusdanig verwoord te worden. Autosuggestie komt niet alleen in de vorm van woorden, maar veel méér in de vorm van achterliggende betekenissen. Een zekerheid als onverwoorde innerlijke overtuiging is hiervan een voorbeeld. Als je daarentegen jezelf volledig afsluit, dan zal het gebruik van Aurelis op jou geen invloed hebben.

Kan iedereen met gunstig gevolg Aurelis toepassen? In principe: ja. Het feit dat je een psyche hebt en deze tekst kan lezen, is voldoende. Het betekent dat je in staat bent tot een zekere relaxatie, concentratie en motivatie. Neem deze drie op een goede en intense wijze bij elkaar en Aurelis 'werkt' voor jou, gegarandeerd.

Het is anderzijds heel gewoon dat medicatie slechts werkt in 70% van de gevallen. Het is dikwijls pas na heel wat bijwerkingen dat je erachter komt of medicatie voor jou wel werkt. Dit is kostelijk in welzijn en levenskwaliteit. Verder zijn ongeveer 25% van alle ziekenhuis opnames te wijten aan gevolgen van medicatie. Het is dus zeker in elk geval de moeite waard om na te gaan of Aurelis ook voor jou een oplossing betekent.
Hoe zou je het weten als de pijn verminderd was na het nemen van een nieuw geneesmiddel? Het antwoord is dat je dat nooit met volledige zekerheid kan weten. Je kan wel geloven in het geneesmiddel en in de filosofie die er achter ligt. Het is net hetzelfde bij Aurelis...

En toch niet helemaal. Wat het bij Aurelis complexer maakt, is dat de verandering 'spontaan' gebeurt. Het komt eigenlijk neer op het bevorderen van zelf-heling. Dat kan het gevoel geven dat er 'niets speciaals' gebeurd is. Combineer dit met het feit dat Aurelis niet tastbaar is. Je kan het niet vastnemen. Je kan het niet inslikken. Het lijkt op 'niets'.

Geloven in Aurelis betekent niet geloven in een autoriteit, maar op de eerste plaats in jezelf. In de Westerse cultuur is het geloof in zichzelf reeds millennia lang onderdrukt. Dat maakt het moeilijk om hier ineens toch open voor te staan. Een voordeel is echter dat je terecht heel trots mag zijn op jezelf voor een gepresteerde verandering of groei. Niemand deed het buiten jijzelf. Geloof in jezelf.

Natuurlijk zouden we graag de erkenning krijgen dat we goed gewerkt hebben aan het instrument dat jij hebt gebruikt voor jouw zelf-heling. Dat je van je pijn verlost bent, en dit op een volgens ons zelfs ideale wijze, is echter veel belangrijker. Geef Aurelis op zijn minst het voordeel van serieuze twijfel. Samen met vele anderen kan je deze twijfel dan omzetten in quasi-zekerheid.
Zorg ervoor dat je de sessies op zichzelf aangenaam laat zijn. Bekijk ze als een doel op zich. Kijk ernaar uit als een korte tijd die je volledig aan jezelf besteedt. Schuldgevoelens omtrent 'verloren tijd' zijn niet op hun plaats. Je bent met iets belangrijks bezig: je eigen gezondheid en welbevinden. Maar eigenlijk tegelijk veel méér dan dat: door te werken aan een eenmaking van jezelf, ben je op jouw eigen eilandje ook aan het werken aan een betere wereld.

Als je Aurelis gebruikt voor een bepaald probleem, dan is het aan te raden 2 weken dagelijks een sessie te doen. Daarna echter hangt het van jezelf af. Het is helemaal niet nodig om levenslang te blijven 'aurelissen'. Na 2 weken mag je het gerust even 'moe zijn'. Het maakt niet uit. Aurelis is immers iets héél anders dan het innemen van een pil.

Neem bvb een pil tegen hoge bloeddruk. Eens je hiermee je bloeddruk hebt verlaagd, dien je zonder onderbreking de pil te nemen als je wenst dat je bloeddruk ook laag blijft. Kort na het stoppen met de medicatie verhoogt opnieuw je bloeddruk tot het eerdere niveau. Antihypertensiva zijn immers geen oorzakelijke therapie. Ze werken louter 'symptomatisch': alleen het symptoom wordt aangepakt.

Aurelis gaat in principe véél verder. Met Aurelis verander je als totaal persoon, ook dus als je bvb de indicatie 'hoge bloeddruk' neemt. Bij Aurelis wordt een symptoom steeds als symbool behandeld, d.w.z.: dóór het symptoom en tegelijk hiermee bereik je het achterliggende: je diepere zelf. Zolang dit diepere zelf veranderd blijft, ondervind je het effect hiervan op je bloeddruk. Met symbolen van goede kwaliteit (waarvoor ik niet meer of minder dan mijn best gedaan heb), en een grote openheid hiervoor (wat afhangt van jou en jou alleen), is deze verandering grondig en blijvend. Dit is geen verandering van één of andere uiting. Het is een verandering in de grond van de zaak.

Met een goede communicatie naar jezelf toe is dit redelijk snel te bereiken. Het is aan te raden Aurelis nadien nu en dan te blijven gebruiken, maar dat hoeft niet meer dagelijks. De nodige frequentie is dan erg individueel verschillend. Je kan dat in feite alleen zelf aanvoelen. Neem deze situatie in acht en beslis dan voor jezelf of het gebruik van Aurelis voor jou de moeite waard is.
Ja! Aurelis is in principe door iedereen toepasbaar. Je hoeft er geen speciale kwaliteiten voor te hebben zoals een groot 'dagdroom-vermogen'. Mensen met de meest verschillende achtergronden hebben er baat bij. Enkele tegenindicaties worden op het scherm vermeld bij het opstarten van het Aurelis cd-rom programma. Dit zijn echter heel uitzonderlijke toestanden, voornamelijk mensen met een ernstig zenuwlijden.

Met Aurelis heb je een instrument om op een gerichte manier met je diepere zelf te communiceren. Die communicatie is op zich niet nieuw of buitengewoon. Het is in feite iets dat je dag in dag uit doet, wanneer je je op iets concentreert of wanneer je je even laat gaan in een dagdroom. Nieuw is wel dat je deze capaciteit veel beter leert beheersen en leert richten. Iedereen kan dit, de ene al sneller dan de andere. Aurelis is speciaal heel flexibel gemaakt om aan veel individuele verschillen tegemoet te komen. Of je nu meer rationeel bent aangelegd, of meer een type dat veel gebruik maakt van de eigen verbeeldingskracht, steeds vind je in Aurelis technieken die optimaal zijn toegespitst op jou. Als computersysteem is Aurelis heel gebruiksvriendelijk en gebaseerd op een algemene weblook. De complexiteit van het programma ligt volledig verscholen achter een aantal intuïtieve schermen. In feite kan iedereen die bv. op internet kan surfen, ook met gemak 1. Het programma biedt je een aantal instellingen waarmee je elke sessie kan richten. Als je dat niet wenst te doen, herneem je gewoon de settings van een vorige sessie, of je laat Aurelis zelf kiezen.

Is iedereen vatbaar voor autosuggestie? Lange tijd heeft men gedacht van niet. Momenteel wordt door de meeste onderzoekers onderkend dat iedereen vatbaar is, mits men de autosuggestie voldoende flexibel aanbrengt zodat ieder in zijn individualiteit gerespecteerd wordt. Er bestaan wel nog verschillende testen om de 'suggestibiliteit' van een persoon te 'meten'. Die testen zijn opgesteld voor onderzoeksdoeleinden en dus noodzakelijkerwijs gestandaardiseerd. In het echte leven bestaat er niets dat meer flexibiliteit kent dan het onbewuste en de communicatie daarmee. Daarom bevat Aurelis ook voor elke indicatie een groot aantal technieken, die elk een andere manier zijn om tot een communicatie te komen met je diepere zelf. Met een standaard suggestibiliteitstest kan dit nooit onderkend worden. Als je dus ooit zo'n test gedaan hebt en een lage score hebt behaald, dan wil dat absoluut niet zeggen dat jij met autosuggestie niets zou kunnen beginnen. Het wil alleen zeggen dat je meer flexibiliteit nodig hebt dan een standaard situatie kan bieden. Ik denk dat wij allemaal die nood hebben als we ten volle van onze enorme psychische mogelijkheden willen genieten.
Er is een grote kans dat 'het' ook werkt bij haar. Erin geloven is niet nodig. Anderzijds kan men door actief er niet in te geloven, wel voorkomen dat men er een effect van ondervindt. Dat is spijtig voor die persoon zelf, want hij of zij mist daardoor de voordelen van autosuggestie. Het is nog spijtiger als het betekent dat die persoon in feite niet gelooft in zichzelf. In onze cultuur is dit echter een veel voorkomend fenomeen. We zijn gewoon te vertrouwen in externe middeltjes zoals pilletjes voor dit en voor dat. Daardoor verhoogt het gevoel van zelf-onredzaamheid. We beseffen -nog- minder dan vorige generaties dat we in feite in onszelf heel wat genezende kracht hebben.

Op verschillende plaatsen heb ik het geloof reeds aangehaald als werkzame factor in het genezingsproces. Het geloof in, de verwachting van beterschap, speelt als autosuggestie een belangrijke rol. Maar het geloof is slechts één 'manier' van autosuggestie. Het is op zich niet noodzakelijk. Wat wel nodig is, is een houding van onbevangen verwachting. Een té gespannen geloof kan, juist door de spanning die ervan uitgaat, evengoed voorkomen dat er iets gebeurt. Een actief on-geloof vermindert de kans dus ook. Men kan zich anderzijds afvragen of een actief on-geloof niet voortkomt uit een achterliggend geloof dat men wil verdrukken. Waarom zou men anders niet gewoon onbevangen zijn? Die verdrukking kan voortkomen uit een al of niet bewuste angst om te 'veranderen', omdat men de nieuwere 'ik' niet helemaal kent. Met deze angst, als die er is, wordt best terdege rekening gehouden. Het is echter spijtig als dit de enige reden is voor een persoon om niet te veranderen, om niet te groeien naar een 'ik' die eigenlijk beter bij zichzelf thuishoort dan voorheen. Eens te meer wijs ik met een beschuldigende vinger naar onze cultuur, die zo vervreemdend kan werken dat mensen op de duur zichzelf niet meer kennen.

Om de angst voor verandering in rekening te brengen en liefst volledig weg te nemen, vind ik de beste manier een 'ecologische validatie'. Dit is een term uit NLP, een psychotherapie waarvan ik veel ideeën eigenaardig vind, maar enkele toch wel interessant. Ecologische validatie bestaat erin om zich op één of andere manier in te beelden in de toestand na de verandering. Als je bv. wil slanker worden, kan je je inbeelden reeds wat gewicht verloren te hebben. Je kan dat oefenen tijdens visualisatie-oefeningen (bv. tijdens een Aurelis-sessie) en dan, waarom niet, gewoon gedurende een tiental minuten tijdens je dagelijkse bezigheden. Hoe voelt het aan? Hoe reageer je? Hoe reageren anderen? Door dit te doen kan de angst voor verandering verdwijnen en daardoor ook een belangrijke reden voor 'ongeloof'.

Dit gezegd zijnde, denk ik dat het beste bewijs van effectiviteit erin bestaat zelf een levend bewijs te worden. Dat is meer waard dan elke theoretische discussie. Voor één zaak moet je wel opletten: dat je door je wens om te bewijzen niet zelf krampachtig wordt. Je stelt best elke discussie met een 'ongelovige' -en dat kàn ook je eigen arts zijn!- uit totdat je bij jezelf de gewenste verandering hebt verwezenlijkt.
Als je Aurelis gebruikt, is er uiteraard niets dat je dwingt om eender wat te doen. Als je met behulp van Aurelis stopt met roken, is het ook niet zo dat Aurelis je doet stoppen. Jij bent volledig de bron van elke verandering, zelfs veel meer dan met eender welke andere methode. De kracht om te veranderen komt volledig uit jezelf en de verandering is een verandering naar méér diegene die je eigenlijk bent! Met Aurelis stel je je onbewuste in dezelfde richting als je bewuste motivatie. Tegengestelde oriëntaties in zichzelf zijn de belangrijkste reden waarom veel rokers die wel zouden willen stoppen, het toch niet doen. De puur lichamelijke verslaving aan nicotine, in tegenstelling tot wat meestal geloofd wordt, stelt in vergelijking met de psychische verslaving in feite niet veel voor.

Als je dit vergelijkt met bv. nicotine in kauwgum of pleisters, dan valt meteen op dat dit wel iets uitwendigs is. Het is een manier om jezelf te verplichten de nicotine tijdelijk elders te halen dan uit de sigaret. Je beslist wel 'bewust' om de nicotine in een andere vorm te gebruiken dan door een sigaret te roken, maar anderzijds doe je dat juist omdat je verslaafd bent -of denkt te zijn- aan de nicotine. Verslaving noem ik nu net geen vrijheid. Als je het zo bekijkt, heeft nicotine in kauwgum of pleisters weinig met een vrije beslissing te maken.

Een niet-roker worden is een weg naar meer vrijheid [cf. 'Word een niet-roker - gebruik autosuggestie']. Misschien ben je reeds veel jaren roker. Dan ben je reeds evenveel jaren verslaafd, evenveel jaren onvrij om te stoppen wanneer je dat wou. Als je al één of verschillende keren gestopt bent met behulp van wilskracht alleen, dan is er veel kans dat je van roker naar 'ex-roker' bent veranderd en dan terug naar roker. Ook een ex-roker is niet vrij, want hij behoudt de drang om te roken, alleen heeft hij die drang nu leren verdrukken. Vroeg of laat komt hij in een moeilijke situatie terecht en dan komt de drang terug naar boven. Dan vergt het heel wat wilskracht om de situatie te overwinnen.

Met Aurelis word je tot niets verplicht; er gebeurt niets als je jezelf niet openstelt voor de verandering. Voor dit 'openstellen' is het voldoende dat je enigszins gemotiveerd bent, dat je 'wil' stoppen met roken. Het is zinloos Aurelis te gebruiken om met roken te stoppen (of eender welke andere verandering bij jezelf te bewerkstelligen) als je niet ergens in jezelf voelt dat het dat is wat je wil.

Je kan altijd je kansen om te stoppen met roken vergroten door je eigen motivatie daartoe duidelijk te maken. Aurelis, en autosuggestie in het algemeen, is perfect verenigbaar met het gebruik van wilskracht. In Aurelis vind je zelfs mogelijkheden om aan die motivatie te werken, bv. door jezelf in te beelden in een toekomst zonder rookverslaving en zo te voelen hoe het je al of niet goed zal doen. Ook het 'eigenlijk niet willen stoppen' is iets dat je voor jezelf heel duidelijk moet stellen. Het kan heel verschillende dingen betekenen. Misschien zit er vooral de verslaving achter en dan is het 'niet willen' op te vatten als een 'niet doen wat je eigenlijk wel zou willen'. Misschien zit er een angst in voor de ontwenningsverschijnselen of voor een 'leven zonder sigaret' waarvan je je een verkeerdelijk negatieve voorstelling maakt.
Ik vind het zeer belangrijk dat een geneeswijze 'moreel' is. Ik bedoel hiermee 2 zaken: 1) Ze moet waarheidsgetrouw zijn. Ze mag dus niet beweren te werken volgens principes die duidelijk niet de principes zijn volgens dewelke ze werkt. 2) Ze moet voordelig zijn voor de 'patiënt' als gehele persoon en meer nog: ook voor het systeem rond die persoon, in brede zin: familie, vriendenkring, hele maatschappij.

Is het belangrijk voor een geneeswijze om 'waarachtig' te zijn? Zeker. Het is pertinent onvoldoende 'zich geholpen te voelen'. Immers, een drugverslaafde voelt zich ook geholpen door zijn drug. Een beangstigde voelt zich geholpen door eender wie beweert de vijand te kunnen verslaan, óók als die persoon / die instantie zelf de vijand in vermomming IS. Zich geholpen voelen (het 'doorslaggevend' argument voor veel alternatieve én reguliere genezers) is onvoldoende. Daadwerkelijk geholpen worden is van belang. Een direct gevolg van de basisfilosofie van Aurelis is dat waarachtigheid op geneeskundig vlak daartoe uiteindelijk strikt noodzakelijk is!

Denk aan de drugverslaafde: in zeer enge visie wordt hij 'geholpen' door zijn drug. In brede visie absoluut niet. Stel: je hebt chronische hoofdpijn en je neemt regelmatig een pijnstiller. De hoofdpijn verdwijnt en je voelt je geholpen. Ben je in een bredere visie echter ook geholpen? Volgens de Aurelis-filosofie hangt dit af van de houding waarmee je die pil inneemt. De hoofdpijn heeft een betekenis. Het is een roep tot verandering, namelijk in je houding tegenover jezelf en / of de wereld rondom jou. Als je door het nemen van een pil die roep in de kiem smoort, dan blijft het eigenlijke probleem bestaan en wordt steeds erger. Deze kritiek wordt in een of andere vorm dikwijls geuit in verband met reguliere, hoofdzakelijk symptomatische geneeskunde. Ik vind dat ze terecht is. Aurelis is een poging zo goed mogelijk in te vullen wat hierbij ontbreekt, namelijk: aandacht voor betekenis. Aurelis zet zich niet af tegen reguliere geneeskunde, maar wel in zeer sterke mate tegen een te enge toepassing ervan.

Een onwaarachtige geneeskunde straalt af op individu én maatschappij. Dit is een hypothese die moeilijk te bewijzen is, maar die ook nooit is weerlegd. Ze dient serieus genomen te worden, want er zijn serieuze argumenten voor aan te halen. Wat leeft in een maatschappij is de weerslag van hoe individuen zich verhouden ten opzichte van elkaar en ten opzichte van zichzelf. In deze zin zijn we allemaal een beetje verantwoordelijk voor hoe onze maatschappij uiteindelijk evolueert. Bvb: of angst en discriminatie gemakkelijk voet aan de grond krijgen. Bvb: of binnen een maatschappij veel aandacht gegeven wordt aan menselijke factoren los van het puur economische. Bvb: of onze gemeenschap neiging vertoont tot het zoeken van vijanden en het voeren van oorlog, zij het militair of economisch.

Angst, discriminatie, geringe aandacht voor het menselijke, het zoeken van een 'vijand', dit alles wordt in een gemeenschap levend doordat het leeft in individuen. Het idee dat 'ziekte' meteen de te verwijderen vijand is, hoort hierin thuis. Dit idee ligt mee aan de basis van de hele Westerse geneeskunde. Is het een moreel hoogstaande basis? Dat valt nog te bezien...

Volgens de Aurelis-filosofie is 'ziekte' in het algemeen NIET meteen de vijand, maar juist een kans voor de zieke persoon om er voorbij te groeien. Voor een infectieziekte bvb betekent dit: een versterking van het immuunsysteem. Voor een psychosomatische aandoening betekent het iets nog veel belangrijkers: het veranderen van het gehele individu, het groeien tot een waardevoller persoon. Na de ziekte keer je niet terug tot de toestand ervoor. Je groeit. Het ziek-zijn is als het ware een soort aanmoediging tot geestelijke groei. Als je deze aanmoediging negeert, verarm je als individu en verarmt de maatschappij rondom jou. Wat een geneeskunde in elk geval éérst moet doen, is bij deze groei helpen, niet ze verminderen of verhinderen. Dit is voor mij de eerste betekenis van 'primam non nocere' [vooreerst geen schade berokkenen].

Er is dus een moreel aspect verbonden aan de manier waarop je 'geneest'. Een geneeswijze heeft een moreel gehalte dat hoog of laag kan zijn. Aurelis is een poging om dit gehalte hoog te maken. Dit zit ingebakken in het hele project, zowel algemeen als in elk detail ervan. Nooit wordt je binnen Aurelis tot een genezing aangemoedigd die jou niet uitnodigt tot geestelijke groei. Bedoeld is een geestelijke groei waar zowel jijzelf, je omgeving en de bredere maatschappij voordeel van geniet. Daarom vind ik Aurelis een moreel hoogstaande geneeswijze.
Neen. We zijn hier zeer categoriek in. Aan de basis van Aurelis ligt een volledige openheid voor de gebruiker. Wat je hoort is wat je krijgt. We maken dus principieel géén gebruik van 'subliminale suggesties'. Dit zijn suggesties die net onder de hoorbaarheidsgrens (zouden) liggen en die hierdoor alleen door het onbewuste zouden waargenomen worden en niet door het bewustzijn. De bedoeling achter 'subliminale suggesties' is het bewustzijn te bedotten en het onbewuste 'zonder kritiek van het bewustzijn' te veranderen. Dat is volledig tegengesteld aan de bedoeling van Aurelis.

Daarenboven is 'subliminale suggestie' volgens ons gewoon een voorbeeld van placebo: het werkt gewoon niet. Als mensen er al iets van ondervinden, dan is het omdat ze de verwachting hebben er iets van te ondervinden. Het is gemakkelijk te ontkrachten, gezien de grote verschillen in gehoorscherpte van luisteraars. Stel dat je het gebruikt, dan heb je altijd mensen die het bewust horen óf veel mensen die er absoluut niets van horen. Dat klopt dus niet.

Ook 'alpha-golven' gebruiken we niet. Hun werking is niet bewezen en de theorie ervan klopt totaal niet. Overal waar deze twee samen voorkomen, is voor ons het placebo-effect een veel meer voor de hand liggende verklaring. Dus ook bij 'alpha-golven': de verwachting dat ze werken, is wat werkt, en niet de golven zelf. Hiervan gaan we uit tot iemand bewijst dat ze werken. Dat bewijs is in geval van juistheid gemakkelijk en het is niet geleverd.

In Aurelis zit heel wat techniek, ook de techniek van het juiste formuleren en uitspreken van autosuggestie. Aurelis is hiermee een krachtig instrument voor jou als gehele persoon: bewust én onbewust, en bovenal: in volledige doorzichtigheid.
Als je ons hiervan op de hoogte stelt en als we ook van anderen de vraag krijgen naar dezelfde indicatie, dan zullen we doen wat we kunnen om die indicatie zo snel mogelijk klaar te krijgen voor AurelisOnLine. Je kan ook eens kijken wat onze plannen zijn bij de vraag 'Welke indicaties voor Aurelis worden nog voorzien in de toekomst?'.

Intussen kan je reeds rondkijken of een andere indicatie jou niet reeds verlichting kan geven. 'Algemene pijn' kan je uiteraard toepassen op eender welke vorm van pijn. 'Louter relaxatie' kan ook altijd nuttig zijn. Misschien is je symptoom stressgebonden, dan kan je eens een kijkje nemen bij 'stressbestendigheid'.

In de afdeling 'gezondheidsproblemen' op de website vind je, erg kort verwoord weliswaar, misschien reeds wat advies rond jouw specifieke probleem.

Bij ons persoonlijk kan je terecht voor een begeleiding. Dit is geen uitgesproken 'therapie'. We kunnen samen met jou in één tot drie zittingen zoeken naar enkele goede richtingen en gepaste symboliek.

Tenslotte is het boek 'Genees jezelf' een algemene inleiding tot autosuggestie en de Aurelis filosofie. Als je dit boek leest vóór de begeleiding, dan staan we samen reeds een stap verder.
Aurelis is op de eerste plaats geschikt voor chronische pijn, die veel meer psychisch medebepaald is dan het geval is bij acute pijn. Maar als antwoord op de vraag: ja. Elke pijn is een gevoel van pijn. Het is dus een subjectieve interpretatie. Dit is ook zo bij acute pijn, in het ene geval al meer dan het andere. Je mag echter niet denken dat je na eenmalig gebruik van Aurelis vlak voor je tandartsbezoek van alle pijn verlost zal zijn. Het vergt dus enige voorbereiding: minstens te starten vanaf een week voordien. Dan heb je net de tijd om met AurelisOnLine een weekmenu'tje af te werken.

Toch een verdere opmerking: de 'pijn' bij de tandarts is, zeker met moderne methoden, zo goed als volledig vermijdbaar. Het reduceert zich tot de pijn van een prikje van de verdovingsspuit. Wat jou heel waarschijnlijk bang maakt, is niet de lichamelijke pijn maar de hele omgeving die je misschien doet denken aan vroegere ervaringen bij arts of tandarts, ofwel de connotaties die jouw eigen verbeelding en / of lang geleden gehoorde verhaaltjes hebben bijgebracht.

Met andere woorden: jouw probleem is wellicht meer je angst voor de pijn dan de pijn zelf. Deze angst kan uitgroeien tot een fobie of toch bijna. Dan ben je meer geholpen met de indicatie 'fobie', die je trouwens ook kan terugvinden bij AurelisOnLine.
Jazeker. Elke vorm van pijn heeft psychische aspecten. Elke vorm van pijn heeft een betekenis voor de pijnlijder, ook als de oorsprong van de pijn louter lichamelijk is. Voor een soldaat op het slagveld kan een vleeswonde veel minder pijnlijk zijn dan eenzelfde wonde voor iemand die in een verkeersongeval betrokken raakt. De soldaat interpreteert het als een gevolg van een reeds aanwezig gevaar. Tevens betekent het dat hij zich, tenminste tijdelijk, uit die gevaarlijke situatie zal kunnen terugtrekken. Voor de burger in het verkeersongeval is het helemaal een catastrofe bij heldere hemel.

Kanker kan op veel verschillende manieren tot pijn lijden, zoals door het verdrukken of beschadigen van zenuwvezels of door ingroei in een hol orgaan, zacht weefsel of botweefsel. Ook de behandeling van kanker kan pijnlijk zijn. Dit zijn heel lichamelijke oorzaken van pijn. Toch kan je stellen dat ook deze oorzaken, zoals trouwens elke soort van chronische pijn, in grote mate mede bepaald worden door verwachtingen, interpretaties, angsten enz. Met andere woorden: de psychische invloed binnen de aanwezige pijn is groot. Dit levert heel wat aanknopingspunten om psychisch op de pijnbeleving in te werken. Daarnaast is het meer dan waarschijnlijk zo dat met behulp van autosuggestie zelfs de puur lichamelijke componenten van de pijn kunnen beïnvloed worden.

Er bestaan op louter lichamelijk domein veel manieren om deze pijn te verminderen en je mag deze manieren zeker niet buiten beschouwing laten als je met autosuggestie start. Ik raad je aan om zelfs met morfine niet te terughoudend te zijn bij kankerpijn. Men mag mensen die het echt nodig hebben deze pijnstilling niet onthouden. Uit studies blijkt dat men al eens, uit onterechte angst voor 'verslaving', deze mensen te weinig morfine toedient en ze zo onnodig veel doet lijden. Bij een terminale patiënt met heel veel pijn moet men morfine toedienen om de 4 uur, omdat anders pijn-episodes optreden die volledig onnodig zijn. De reden om morfine niet te gebruiken in voldoende dosis voor een volledige pijnstilling, is het optreden van bijwerkingen. Psychische afhankelijkheid van morfine komt bij kankerpatiënten verbazend weinig voor.

Vermits de oorzaak van kankerpijn echter op zich dikwijls continu is, is het niet zo evident deze pijn heel sterk te minderen, noch met autosuggestie, noch met een andere methode. Men moet echter naar elk individueel geval afzonderlijk kijken en nooit op voorhand zeggen dat iets niet mogelijk is. Er zijn mensen bekend die louter door hun geloof (in God, in de wetenschap, in zichzelf) van hevige pijn verlost raakten, zelfs nadat medicatie of andere pijnstillende methodes onvoldoende werkzaam bleken. Ook dit is (auto)suggestie natuurlijk en is een bewijs van de enorme kracht die ervan kan uitgaan als het efficiënt gericht wordt.

Pijnvermindering is één van de indicaties van de eerste versie van Aurelis. Je kan dus meteen aan de slag. Je vindt 28 technieken om je diepere zelf in de richting te plaatsen die je wenst. Probeer altijd een techniek min of meer onder de knie te hebben voordat je naar een andere overgaat. Zeker voor hevige en chronische pijn is het aan te raden verschillende technieken goed te leren kennen en ze achtereenvolgens of eventueel zelfs tegelijkertijd toe te passen bij jezelf. Het is niet de bedoeling om telkens Aurelis hierbij nodig te hebben. Na een tijd kan je een techniek toepassen wanneer en waar je het nodig hebt.

Bij kankerpatiënten is het gebruik van autosuggestie extra voordelig omdat het ook buiten de pijn kan toegepast worden op ongemakken waar deze patiënten vaak mee te maken krijgen. Voorbeelden hiervan zijn slapeloosheid of de nausea van chemotherapie.
Bij Aurelis komen op geen enkele wijze 'wonderen' te pas in de zin van een rechtstreekse inmenging van buitenaf (een god, een kracht, een principe...) in jouw leven of gezondheid. Alles wat gebeurt, komt vanuit jouw diepere zelf.

We vinden het anderzijds reeds 'wonderbaarlijk' genoeg wat mogelijk is als je de kracht van jouw diepere zelf op een gepaste wijze aanspreekt. Het grootste 'wonder' op de wereld, dat ben jijzelf. Er is alles wel beschouwd geen enkele reden om de toevlucht te nemen tot esoterische of bovennatuurlijke verklaringen. Integendeel, een dergelijke verklaring doet afbreuk aan jou.

Aan de andere kant kan je zeggen dat het 'bovennatuurlijke' dan waarschijnlijk in je diepere zelf aanwezig is, ofwel dat het zich via dit diepere zelf uit in jou. Juist, dat kan je zeggen met goede redenen MAAR dan mag je geen belangrijke niveaus door elkaar halen. Op het louter materiële niveau is het immers nonsens. Op het symbolische niveau is het juist. Het 'diepere zelf' is ook slechts een symbool om iets aan te duiden dat niemand kent: 'het onbewuste'. Je weet niet of het eindigt en zo ja, waar het eindigt en waar eventueel iets anders begint. Het 'diepere zelf' is echter in elk geval enorm ruim. De vraag of er grenzen zijn, is uiteindelijk een materialistische vraag, gesteld vanuit een onbegrip voor het symbolische niveau. Een echt symbool heeft immers geen grenzen en heeft ze ook niet nodig.

Is Aurelis een vorm van magie? Dat hangt af van de betekenis die je hecht aan het woord 'magie'. In de meest pure zin zouden we durven zeggen: 'ja', mits je twee belangrijke dingen voor ogen houdt: 1) De magie zit niet in Aurelis, maar volledig in jou. 2) Echte magie is absoluut niet 'bovennatuurlijk', maar ligt aan de basis van de natuur zelf en wel nog het meest van de natuur-in-jou.

Iedereen die met 'magie' bezig is, kan dit steeds verder verdiepen door het te bekijken met symbolische blik. Uiteindelijk komen we dan allemaal elkaar tegen en dat zal een fijne ontmoeting zijn in een nieuwe, grenzeloze wereld. De mensen die er nu mee bezig zijn, kunnen nu reeds hun best doen ervoor te zorgen dat het ook een vredevolle wereld wordt.
Er bestaan een aantal zeer uiteenlopende definities van 'alternatieve geneeswijze', soms ook genoemd 'complementaire geneeswijze'. Dus: als je de vraag redelijk wil beantwoorden, moet je duidelijk stellen welke definitie je geeft aan deze term. Een mogelijke definitie is: 'niet courant onderwezen aan universiteiten'. In dit geval is Aurelis anno 2002 absoluut alternatief.

Ook bij de volgende definitie trouwens: 'niet bewezen volgens de momenteel aanvaarde experimenteel-wetenschappelijke methodes' (placebo gecontroleerde dubbelblind studies). Maar hier begint het schoentje toch al te wringen. Anderzijds, bij de volgende definitie wordt het meteen problematisch: 'niet werkend volgens de principes volgens dewelke het pretendeert te werken'. Bvb: een vermageringsmiddel waarvan de producent beweert dat het op natuurlijke basis werkt, terwijl er kunstmatige eetlustremmers en stofwisselings-verhogers in zitten. Of: gekleurd water waarvan de verkoper op de markt beweert dat het werkt tegen 'alles van buiten, alles van binnen en alles tussenin'. Kwakzalverij dus.

De laatste definitie vind ik heel belangrijk, want daarin zit het idee dat een geneeskunde ook rationeel en moreel juist moet zijn. 'Onderwezen' en 'bewezen' zijn alle kwakzalverijen ooit wel geweest. De laatste definitie overstijgt dat echter. Ze komt overeen met een humanistisch ideaal. Geen autoriteit bepaalt wat juist is, maar rationaliteit en strikte moraliteit. Dus: niet wat jij of ik zou willen, maar wat WAAR is in de ogen van mensen die niet afhankelijk wensen te zijn van geld, macht en eigenbelang.

Niet-alternatief is dan alléén een methode die werkt volgens de principes volgens dewelke ze pretendeert te werken. In de praktijk betekent dit dat, gezien het gemiddelde placebo-effect van meer dan 50% voor medicatie in het algemeen, de reguliere geneeskunde zélf hoofdzakelijk alternatief is ten opzichte van deze standaard. Het betekent ook dat Aurelis, gezien de volkomen openheid op vlak van placebo, de enige geneeswijze is die volgens dit schema niet-alternatief is. De reguliere geneeskunde staat qua graad van alternatief-zijn in dit opzicht tussen Aurelis en de zogenoemde 'alternatieve geneeswijzen'.

Is Aurelis alternatief? Dat hangt af van de definitie die men durft te hanteren en de evidentie die men durft onder ogen te zien... Is het belangrijk voor een geneeswijze om 'waarachtig' te zijn? Zeker. (zie "Waarom noem jij Aurelis een 'morele geneeswijze'?").
Pas op: de 'band' tussen cliënt en therapeut bij psychotherapie is niet onverdeeld een voordeel. Therapeuten kunnen bvb een slechte dag hebben, of ze kunnen reageren (onbewuste weerstand?) tégen hun cliënten, waardoor ze het genezingsproces ondermijnen. Er zijn nog heel wat potentiële nadelen, maar het belangrijkste is misschien dat de persoon van de therapeut in de weg kan staan voor de zelfhulp van de cliënt. Met andere woorden: de cliënt wordt afhankelijk van de therapeut. Heel veel psychotherapeuten vinden dit een centrale noodzaak voor de therapie, een gegeven dat boekdelen spreekt op zich (*). De Aurelis-filosofie gaat hier volledig tegenin. Wij zien therapeutische afhankelijkheid hoofdzakelijk als een gemakkelijke manier om behoeftige mensen langdurig te binden en aldus een stabiele praktijk uit te bouwen. Bij 'korte therapie' speelt dit een veel minder belangrijke rol en dat is reeds één groot voordeel hiervan.

Psychotherapeuten zijn in het algemeen geneigd om oogcontact als zeer belangrijk, zelfs essentieel te beschouwen voor hun bedrijvigheid. Dit is menselijk. Als zij dit zouden negeren, dan zou hun handelen op zijn minst veel aura verliezen, misschien zelfs overbodig worden. De bewering dat hun lichamelijke aanwezigheid cruciaal is, is in deze zin een begrijpelijke betrachting. Het is echter daarom nog geen serieus argument. Bij on-line psychotherapie ziet men dat de resultaten niet verschillen van die van psychotherapie bij een therapeut.

Een ongeveer gelijklopende betrachting van psychotherapeuten is het geloof in de wetenschappelijke onderbouw van de eigen vorm van psychotherapie. Uit onderzoek blijkt echter dat de meeste vormen van psychotherapie NIET stoelen op wetenschappelijke gronden. De eens zo 'wetenschappelijke' psychoanalyse bvb is in de tweede helft van de twintigste eeuw nagenoeg volledig van haar voetstuk gevallen.

Wij beweren niet dat oogcontact-psychotherapie principiële nonsens is. AurelisOnLine is echter helemaal anders op verschillende niveaus. Aurelis snijdt geen ziekte weg. Het individu groeit voorbij de nood aan de ziekte. De vraag kan zich dan stellen of het uitlokken van deze 'spontane groei' (Aurelis filosofie), wel een vorm van 'therapie' genoemd kan worden. Deze vraag is echter overbodig in het licht van een andere vraag: is de cliënt erdoor geholpen (**)?

Wel dan: als iemand geen computer ter beschikking heeft, kan hij AurelisOnLine niet gebruiken en is de afwezigheid van de therapeut een nadeel. Als iemand geconditioneerd is in het idee dat oogcontact noodzakelijk is en hij wil daardoor AurelisOnLine niet (serieus) toepassen, dan is dat ook een nadeel. En zo kan men zich nog wel een aantal situaties bedenken.

Wij durven beweren: als iemand AurelisOnLine serieus toepast, dan is hij geholpen. De gestelde vraag wordt dan eigenlijk zinloos. De gebruiker kan als hij dat wenst naast AurelisOnLine uiteraard een psychotherapeut bezoeken, waarom niet? Hij kan zijn ervaringen met AurelisOnLine dan hiermee (of met een goede vriend) bespreken op een hopelijk zinvolle manier.

(*) Denk bvb. aan de 'overdracht' bij psycho-analyse.

(**) wat daarenboven nog iets héél anders is dan zich geholpen voelen.
In een beperkt aantal gevallen (+/- 5%) wordt bij lichamelijk of technisch onderzoek een oorzaak gevonden voor hoge bloeddruk. In de andere gevallen spreekt men van 'idiopathische hypertensie'. Dit betekent gewoon dat de hoge bloeddruk 'uit zichzelf komt'. Men kan hieromtrent twee tegengestelde houdingen aannemen. Bij de eerste extreme houding gaat men ervan uit dat idiopathische hypertensie een categorie vormt van hoge bloeddruk waarbij voorlopig nog geen lichamelijke oorzaak is gevonden. Het idee hierbij is dat door steeds diepgaander wetenschappelijk onderzoek uiteindelijk voor alle gevallen een lichamelijke afwijking ontdekt zal worden. De tegenovergestelde houding bestaat erin aan te nemen dat in al die gevallen gewoon geen lichamelijke oorzaak aanwezig is. Louter psychische factoren zouden dan voldoende zijn om de hoge bloeddruk in al deze gevallen te verklaren.

De waarheid is aan geen van beide extreme kanten te vinden. Voor een aantal gevallen zal zeker nog een lichamelijke oorzaak gevonden worden. In die gevallen is het natuurlijk beter om die oorzaken, indien mogelijk, te behandelen.

Aan de andere kant is het duidelijk dat stress (hoe vaag deze term ook is) door de band genomen verantwoordelijk is voor een verhoging van de bloeddruk. Het is dan ook evident dat ontspanning de bloeddruk kan doen verlagen. Dit is in wetenschappelijk onderzoek voldoende bewezen. O.a. bij autogene training is het bloeddrukverlagend effect overduidelijk aangetoond.

Ik zou dus zeggen: als je arts een licht tot matig verhoogde bloeddruk vaststelt en geen lichamelijke oorzaak vindt, gebruik dan zeker nooit meteen medicatie! Start met ontspanningsoefeningen. In Aurelis vind je heel wat mogelijkheden hiertoe, die je kan leren wanneer je het wenst of nodig hebt; je hoeft dus niet noodzakelijk naar een therapeut te gaan hiervoor. Naast ontspanning is zeker ook autosuggestie interessant. Verschillende strategieën zijn mogelijk. Spijtig genoeg is deze indicatie nog niet in Aurelis opgenomen (we hebben ook onze menselijke beperkingen), maar het ligt zeker in de bedoeling.

Ik moet hier echter een waarschuwing plaatsen: Pas op als je relaxatie en autosuggestie een tijdje toepast samen met bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Met relaxatie en autosuggestie alleen kom je tot een basis bloeddruk die hoort bij jou. Je zal niet lager zakken dan de bloeddruk die je lichaam zelf vraagt. Geneesmiddelen zijn echter meestal niet zo voorkomend. Iemand met een normale bloeddruk kan door de medicatie tot een te lage druk komen. Dat kan heel gevaarlijk zijn, zowel rechtstreeks voor de gezondheid (organen krijgen te weinig zuurstof) als door een verhoogd gevaar om te vallen en bv. een been te breken. Vooral bij ouderen is dit gevaar reëel. Zorg dus dat je bij deze combinatie regelmatig je bloeddruk controleert. Als je een goed model van bloeddrukmeter hebt die recent is geijkt, dan ga je beter verder op de waarden van thuis dan op die in de consultatieruimte van een arts. Thuis en in alle rust is de bloeddruk dikwijls reeds iets lager dan bij een arts. Het is beter een tijdlang een iets te hoge bloeddruk te tolereren, dan het risico op hypotensie (te lage bloeddruk) te lopen. Verlaag de medicatie voldoende langzaam, maar toch ook voldoende snel. De enige bepalende indicator hiertoe is je eigen bloeddruk. Als je bij het rechtkomen wat duizelig bent, kan dat ook wijzen op een te lage bloeddruk.

Als je erin slaagt je medicatie drastisch te verminderen of zelfs weg te laten, vergeet dan niet regelmatig je bloeddruk te blijven controleren. Zeker als je in een periode van verhoogde stress zit, kan je bloeddruk opnieuw stijgen. In de eerste versie van Aurelis vind je een aantal strategieën terug om je eigen stressbestendigheid te verhogen. Dat heeft natuurlijk ook een onrechtstreeks effect op je bloeddruk. Toch moet ik als arts de raad geven: als je een hoge bloeddruk gehad hebt, betekent dat dat je er enigszins gevoelig voor bent. Als je een eigen bloeddrukmeter hebt, gebruik hem dan minstens elk trimester eens ter controle.
Je kan geen enkel antidepressivum verdragen. Dat komt meer voor. Je moet wel weten dat een aantal antidepressiva vooral in het begin van de behandeling bijwerkingen vertonen en dat het daarna voor de meeste mensen meevalt.

Als je naast of in de plaats van antidepressiva gebruik wil maken van autosuggestieve methoden, dan is dat in elk geval een goed idee. Antidepressiva worden door biologische psychiaters nogal eens voorgesteld als de enig denkbare oplossing voor een depressie. Na een acute periode van depressie moet de patiënt een tijd de antidepressiva blijven nemen. Na 3 episodes van depressie wordt zelfs aangeraden om levenslang antidepressiva preventief te blijven nemen, omdat anders het risico op herval te groot zou zijn. De vraag kan gesteld worden of het nemen van antidepressiva niet de kans verhoogt om een nieuwe aanval te krijgen, in vergelijking met mensen die hun depressie te boven komen op eigen kracht of met behulp van psychotherapie. Wat hiervan gekend is, wijst inderdaad in deze richting [1].

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bepaalde vormen van psychotherapie (nl. 'cognitieve gedragstherapie' en 'interpersoonlijke psychotherapie') minstens even effectief zijn als antidepressiva, en dit zowel wat betreft het genezen van een aanval van depressie als wat betreft het voorkómen van nieuwe aanvallen,. De werkingsprincipes van deze psychotherapieën zijn niet duidelijk. Veel psychologen zijn van mening dat alle psychotherapieën (er zijn er meer dan 500) werken door wat ze noemen 'aspecifieke factoren'. D.w.z. de mate waarin de therapeut voor de patiënt een omgeving van verandering kan creëren, een omgeving waarin de verandering op de eerste plaats gehoopt of verwacht wordt. Hoop en verwachting horen natuurlijk thuis in de sfeer van autosuggestie.

In de volgende versie van Aurelis (te verwachten in 2001) zal één van de indicaties het domein depressie zijn. Ik ben ervan overtuigd dat dit voor autosuggestie een uitermate vruchtbaar domein is.

Het volgende is een 'sneak-preview' voor een boek over depressie dat ik voorzie tegen 2002. In depressie kan men een vorm van communicatiestoornis zien, niet op de eerste plaats naar buiten toe, maar naar binnen toe, naar het eigen diepere zelf. Door het contact met het zelf te wensen, maar niet te kunnen voltrekken, raakt de persoon in een toestand van uitzichtloosheid en zelfschuld, energieverlies, concentratiestoornissen, slapeloosheid, eetluststoornissen enz. Allemaal symptomen dus die onder een conglomeraat vallen van wat men doorgaans 'depressie' noemt. Het is vooral de spanning tussen wens en onvermogen die iemand echt 'ziek' kan maken. Wat iemand met een depressie dus op de eerste plaats kan helpen, is het herstel van het verstoorde contact. De cultureel gegeven manieren hiertoe -namelijk religie of diep persoonlijk contact met bv. de natuur of met anderen- zijn in deze tijd voor velen heel problematisch geworden. We zien dan ook een sterke toename van het aantal depressieven in de westerse cultuur. Daarnaast wordt 'verdoken depressie' meer en meer door de wetenchappelijke wereld gezien als 'oorzaak' van allerhande psychosomatische kwalen. Dit lijkt mij heel logisch, en tegelijk ook heel triest.

Wie reeds iets van mij gelezen heeft, zal zich in wat volgt niet verbazen: autosuggestie namelijk IS een opengetrokken manier tot communicatie met het onbewuste. Ik zeg niet dat het heel evident is en dat het meteen alle problemen zal oplossen, maar autosuggestie IS datgene wat een depressief persoon ontbeert. Met de opname van depressie in Aurelis wil ik hierin een bijkomende hulp bieden aan al diegenen met een regelrechte depressie of een verdoken depressie.

[1] Igodt P Psychotherapeutische benadering van depressie. in Depressie & Psychosomatiek. Garant, 1997
Nee, er is geen sprake van gewenning, in tegenstelling tot medicatie. Eens je enkele technieken gevonden hebt die goed bij je persoonlijkheid aansluiten, zal je hiermee in principe en globaal gezien gedurende heel lange tijd hetzelfde effect verkrijgen. Dit effect kan wel schommelen van dag tot dag en van situatie tot situatie, grotendeels afhankelijk van je eigen specifieke verwachtingen. Door de herhaling zal je steeds beter reageren op het gebruik van autosuggestie. Het is een beetje zoals het leren van een nieuwe taal: door ze te gebruiken, leer je je beter uit te drukken. Eigenlijk is autosuggestie een taal, zij het een heel speciale. Het is een communicatie met je onbewuste. Door het regelmatig te doen, leer je in welke omstandigheden het het meest effectief is, hoe het aanvoelt wanneer het 'contact' met je eigen diepere zelf open ligt, en hoe je best een houding aanneemt van 'onbevangen verwachting'.

Voor een optimaal effect op lange termijn is het interessant om af te wisselen van strategieën of om strategieën met elkaar te combineren. Op die manier heb je steeds verschillende invalshoeken ter beschikking. Vergelijk het met judo: als je steeds dezelfde greep toepast, heb je weinig flexibiliteit. Hoe meer bewegingen je kent, hoe meer 'zwakke plekken' je kan bereiken bij je 'tegenstander'. Alleen moet je jezelf natuurlijk niet als tegenstander bekijken in de zin van 'vijand', maar in de zin van 'mede-beoefenaar' van een gebeuren dat uiteindelijk best wordt aangeduid als het leven. In dit leven leer je dus beter jezelf als een geheel te gebruiken door op de communicatie tussen bewustzijn en onbewuste te oefenen, gewoon door ermee bezig te zijn.

Een bijkomend voordeel van het gebruik van autosuggestie voor een specifieke toepassing, is dat het je ook vooruithelpt voor andere toepassingen. Door bv. autosuggestie toe te passen om te stoppen met roken, zal je het nadien ook gemakkelijker kunnen gebruiken om te vermageren of om slaapstoornissen op te lossen.
Er zijn veel soorten medicatie waarmee men de symptomen van reuma probeert te verminderen. De voornaamste grote groep hieruit zijn de anti-ontstekingsmiddelen (cortisone, goudzouten, chloroquine, NSAIG's zoals aspirine en indocid, enz.). Deze middelen genezen je niet en worden ook niet verondersteld je te genezen. Daarnaast zijn er ook geneesmiddelen die meer 'oorzakelijk' zouden werken (bv. azathioprine). Het is echter helemaal niet zeker of hun werking wel oorzakelijk is. In feite is reuma wetenschappelijk gezien nog steeds een hoogst onbegrepen aandoening. Heel waarschijnlijk is het een soort auto-immuunaandoening. Het verdedigingsmechanisme van de patiënt richt zich tegen eigen lichaamscellen. Het is dan op het eerste zicht logisch om een geneesmiddel te nemen dat het immuunstelsel onderdrukt, maar het is niet zo simpel. Ten eerste hebben we ons immuunstelsel nodig om infecties en kankercellen op te ruimen. Ten tweede is het immuunstelsel enorm complex. Een verdrukking van één element ervan kan tot resultaat hebben dat andere elementen net krachtiger gaan werken. Een tijdelijke onderdrukking van een deelsysteem kan nadien leiden tot een verhevigde reactie. De weg naar een oorzakelijke behandeling van reuma met behulp van medicatie is dus nog heel lang; de oplossing op deze basis is zeker niet iets voor één van volgende jaren.

Men kan zich de vraag stellen: is met een omschrijving als 'autoimmuunaandoening' eigenlijk een oorzakelijke aanduiding gegeven? Komen de aanvallen op de eigen lichaamscellen zomaar uit de lucht vallen? Nee, ook dat fenomeen moet een oorzaak hebben. Waarschijnlijk kunnen we hier zelfs spreken van een veelvoud van oorzaken, maar ook van uitlokkende factoren, bestendigende factoren of 'zelfbestendigende patronen': meerdere factoren die elkaar wederzijds in de hand werken. In dit moeilijk te ontrafelen kluwen interesseert ons hier voornamelijk de psychische kant. Begrijp dit niet als een schuldbelading. Naar ik hoop, zullen lezers van 'Genees jezelf!' volledig overtuigd zijn dat schuld hier niets mee te maken heeft.

In onderzoek is de psychische dimensie van reuma duidelijk aangetoond in alle aspecten van de aandoening, zowel wat de pijn betreft als het verlies aan functionaliteit, zowel wat het ziek-zijn betreft als de behandeling ervan [1].

Reuma is een aandoening waarvan de symptomen voortdurend op en neer gaan. Dat maakt het heel moeilijk om na te gaan of een bepaald geneesmiddel of een bepaalde procedure werkelijk beterschap geeft. Dikwijls is het zo dat een nieuw geneesmiddel een tijdelijke verbetering biedt, waarna de klachten opnieuw tot het voorgaande niveau komen. In de loop der jaren zien de meeste reuma-patiënten hun klachten toenemen. Zelden is er een geval van spontane genezing, maar het komt wel voor en dus bestaat de mogelijkheid voor iedere patiënt!

Het is niet omdat er tegelijk een anatomische afwijking is én pijn of een functieverlies, dat noodzakelijkerwijs de afwijking de oorzaak zou zijn van die pijn of van dat functieverlies. Reuma is binnen de medische wereld speciaal geducht hiervoor. Veel mensen met geringe afwijkingen op RX hebben wel heel veel pijn en last bij het verrichten van hun dagelijkse bezigheden. Anderen, met meer afwijkingen op RX, hebben niet veel meer dan wat esthetische last.

Er is voorlopig nog geen ervaring op lange termijn met het gebruik van autosuggestie door reuma-patiënten. Wel zijn er duidelijke elementen die aangeven dat met autosuggestie aan de bron van reuma kan gesleuteld worden. De psyche staat immers heel dicht bij het immuunstelsel. Uit onderzoek blijkt dat zowel algemene stress als specifieke cognities een invloed hebben op allerhande factoren van het immuunstelsel. Ook het placebo-effect van medicatie heeft een duidelijk waarneembare invloed op het niveau van ontsteking. Ik schat de kans heel hoog dat een gepast gebruik van autosuggestie voor reuma-patiënten zowel wat betreft hun directe klachten als hun algemene evolutie erg effectief is. Het veronderstelt dan wel dat je er gedurende langere tijd en met een zekere regelmaat aan werkt.

Autosuggestie kan in elk geval gebruikt worden om de pijn van reuma te verminderen. Hierop, en op de mogelijkheid tot zelfbereddering die ermee samengaat, heeft het een heel duidelijk effect.

[1] Young LD Psychological factors in rheumatoid arthritis. J. Consult. Clin. Psychol. 1992(60). P 619-27
Ik voel met je mee. Ik heb tamelijk wat patiënten gehad met deze aandoening en in elk van deze gevallen betekende het voor de patiënt een enorme lijdensweg. Het is voor iemand die er zelf niet mee te maken heeft, moeilijk om een goed idee te krijgen van deze ellende. Ik zou echter niet van 'spastisch colon' spreken, maar de modernere term 'irritabele darmsyndroom' gebruiken. De aandoening is méér dan alleen spasmen van de darm. Daarenboven worden buiten de dikdarm (colon) meer delen van de darm aangetast. 'Spastisch colon' heeft ook zo'n aartsnegatieve klank.

De behandeling van het irritabele darmsyndroom ('IGS', vanuit het Engels) met behulp van geneesmiddelen of gelijk welke andere therapie geeft bedroevend weinig resultaten. Daarenboven zit men met het chronisch gebruik van geneesmiddelen ook nog eens met de bijwerkingen opgescheept.

Is IGS voornamelijk een psychosomatische aandoening? Er is veel wat daarop wijst. Bij voorbeeld het volgende. Er zijn in de darmwand van IGS-patiënten lichamelijke veranderingen aantoonbaar, -met name in het autonome zenuwstelsel-. Deze veranderingen komen soms ook voor bij mensen die niet aan het syndroom lijden maar het betreft dan bijna altijd mensen met bepaalde persoonlijkheidskenmerken die tamelijk eigen zijn aan IGS-patiënten, zoals een angstige gevoeligheid of een overdreven nauwgezetheid en een neiging tot depressie. Dit wijst heel sterk op het samengaan van psychische kenmerken en de lichamelijke symptomen.

Kan autosuggestie dan zinvol zijn? Ontegensprekelijk. Maar ik zeg wel: 'kan'. Als je optimaal de principes van autosuggestie toepast, durf ik zelfs beweren: 'moet'. Maar daarmee lopen we natuurlijk in een kringetje, want hoe pas je autosuggestie optimaal toe? Tja, daar is nu eenmaal geen eenvoudig en pasklaar antwoord op. Ik hoop veel duidelijk gemaakt te hebben in mijn boek 'Genees jezelf!'. Maar het boek is niet geschreven om direct en zonder omwegen een oplossing te betekenen voor dit soort problemen. Ik denk (hoop) dat je er wel veel aan kan hebben, maar dan moet je de informatie zelf vertalen naar jouw specifieke probleem. Een boek waarin ik die vertalingen doe, zit er nog niet in voor de eerste paar jaar.

Als ik je een raad mag geven, zelfs zonder je te kennen, maar vanuit mijn ervaringen met patiënten in jouw geval, dan zou ik het volgende willen zeggen: Probeer minstens elke dag iets te doen waar je veel, maar dan echt heel veel genot aan beleeft, iets wat je gelukkig maakt. Dat kan het luisteren naar een mooi liedje zijn, of het even samenzijn met een geliefd persoon en daar echt minutenlang enorm van genieten. Beschouw dit als een persoonlijk recht. Doe alles wat je kan om dit te bereiken. Misschien vergt het enige oefening en merk je na een paar weken dat je idee van 'echt heel veel genot' een nieuwe dimensie heeft gekregen. Ik heb de indruk dat mensen met het IGS-syndroom dikwijls ook mensen zijn die het eigen genot moeilijk de vrije loop kunnen laten en die daar, misschien zonder het zelf te weten, sterk onder lijden. Jullie zijn dan dikwijls ook zo'n gevoeligaards.

Is wat ik nu juist vertel, ook autosuggestie? Ja. Autosuggestie is alles wat een effectieve communicatie naar binnen toe is. Door jezelf een diep genot toe te staan, toon je aan je diepere zelf dat het mag, dat je vanaf nu vindt dat je het zeker waard bent en dat je dus niet moet betalen met pijn en last voor elke onderdrukte drang naar waar geluk.
Met de juiste toepassing van autosuggestie verdwijnt niet het vechten en het gebruik van wilskracht. Wat wel verdwijnt is het forceren van jezelf, de autoagressie. Een bergbeklimmer vecht tegen de berg, maar eigenlijk vecht hij tegen zichzelf: tegen zijn drang om het op te geven, tegen zijn verlangen om thuis knus in de zetel te zitten en met een warme kop thee in de hand te kijken naar ... een reportage over bergbeklimmers. Hij 'overwint' de berg, maar eigenlijk is het een zelfoverwinning. Bergbeklimmen is een gevecht met jezelf, maar het is geen agressief gevecht. Je wil de berg trouwens ook geen kwaad doen. Je wil hem niet 'wegsnijden'. Daarentegen is een gevecht dat bvb gericht is tégen je rookverslaving (of een andere verslaving of psychosomatisch symptoom) een gevecht dat gericht is tégen jezelf, want de verslaving is diep in jezelf verstrengeld. Als je de verslaving al zou kunnen wegsnijden, dan zou je al doende jezelf zeer sterk verminken. Maar wat gebeurt, is dat de verslaving verdrukt wordt. Ze treedt in de oppositie en dat met een niet onaardige hoeveelheid energie. Ze vecht op agressieve wijze terug, zoals eigenlijk alle psychische inhouden die verdrukt worden. Alleen: de verslaving heeft een enorme hoeveelheid energie. Binnen in jezelf blijf je achter met een bom die een groot aantal keren kan ontploffen.

Deze autoagressie wordt met het gebruik van de Aurelis-methode vermeden. Je maakt je verslaving tot vriend en profiteert van de energie ervan (die uiteindelijk toch altijd je eigen energie is) om te groeien tot iemand die de verslaving niet meer nodig heeft.
Aurelis heeft meerdere voordelen ten opzichte van geneesmiddelen. Enkele van de belangrijkste zijn als volgt:

- Aurelis gaat dieper dan het symptoom op zich.

>< Buiten geneesmiddelen tegen kanker en tegen micro-organismen (bacteriën, virussen,...) is geen enkele medicatie oorzakelijk. Vraag dit maar eens aan je eigen arts. Aurelis daarentegen is volledig gericht op een oorzakelijke aanpak. Dit voorkomt, vooral bij chronische aandoeningen, dat je de ene ziekte vervangt door een andere.

- Aurelis is geen placebo-middel.

>< Geneesmiddelen hebben een groot placebo-effect. Klassiek wordt aangenomen dat het echte placebo-effect (los van de natuurlijke evolutie van ziekte) gemiddeld 40-60% bedraagt van de totale werking van een geneesmiddel. Moderne studies wijzen dikwijls op nog grotere percentages: tot 80% en meer (*)! Het echte placebo-effect is het effect dat niet veroorzaakt wordt door het geneesmiddel zelf, maar door jou: autosuggestief in de vorm van verwachtingen, betekenissen,... Met Aurelis bereik je dit effect rechtstreeks. Dus: geen nood aan nevenwerkingen van dure medicatie en ook geen nood aan de sluier van placebo-bedrog.

- Aurelis is niet agressief.

>< Een geneesmiddel is dikwijls 'anti'. Het is een wapen in een agressief gevecht tegen de ziekte. In de mate dat deze ziekte psychosomatisch is, is dit echter een agressie tegen jezelf. Ook autosuggestie (één van de centrale elementen van Aurelis) kan gebruikt worden in een agressie tegen jezelf. Aurelis is echter principieel niet-agressief. Het is in deze zin dus ook geen 'therapie' (**), maar wel een intense aansporing van je onbewuste tot groei voorbij de ziekte. De ziekte wordt niet weggesneden, maar getransformeerd tot innerlijke kracht. Dat is trouwens de natuurlijke bedoeling ervan.

(*) M. Enserink Can the placebo be the cure? Science 284:238-240, 1999

(**) Therapie: geneeskundige behandeling... gericht op de eliminering van de ziekte-oorzaak... of op de bestrijding van de ziekte-veschijnselen. (Pinkhof-Hilfman Geneeskundig Woordenboek, 9de editie)

Autosuggestie en Psychosomatiek

Psychosomatiek, wijzend op de geest die het lichaam beïnvloedt in ziekte en gezondheid, is een breed domein met vage grenzen. Veel mensen denken meteen aan een soort 'magische' beïnvloeding, of zoiets als telekinese maar dan binnen het eigen lichaam, iets duisters en onbegrijpelijks. In werkelijkheid verloopt (minstens) het grootste deel van deze beïnvloeding niet telekinetisch en wel via begrijpelijke wegen.

Enkele van de mogelijke manieren van beïnvloeding som ik hier op. In één van mijn volgende boeken kom ik hierop terug om dit domein grondig te stofferen met verdere uitleg omtrent o.a. het belang van autosuggestie in dit geheel. De hieronder vermelde voorbeelden willen niet zeggen dat deze aandoeningen steeds psychisch veroorzaakt worden. Het is wel altijd mogelijk dat het geestelijke een rol speelt, rechtstreeks of onrechtstreeks. Psychische factoren kunnen de lichamelijke gezondheid negatief beïnvloeden door of via:

- verkeerde houdingen (bv. nekpijn door langdurig te werken met een kromme rug).

- korte of langdurige overbelastingen (bv. schrijverskramp)

- verkeerde bewegingen (bv. tenniselleboog)

- gebrek aan lichaamsbeweging (bv. lage rugpijn die op termijn verergert door te veel rust)

- lokale spierspanningen van skeletspieren (bv. spanningshoofdpijn)

- lokale spierspanningen van gladde spieren (bv. bepaalde vormen van buikpijn)

- veranderingen in doorbloeding (bv. winterhanden en -voeten)

- veranderingen in klierafscheiding (bv. suikerziekte)

- eet- en drinkgewoonten (bv. vitaminetekorten door eenzijdige voeding)

- invloed op hormonaal, neurologisch, immunologisch stelsel (bv. hogere vatbaarheid voor infecties, autoimmuunstoornissen)

- relaties, andere mensen onbewust aanzetten je te overbelasten.

De psyche kan in al deze gevallen een rol spelen als oorzaak, aanleiding, uitlokkende, bestendigende of verergerende factor. Dikwijls ziet men ook het optreden hiervan als onderdeel van een zelfbestendigend patroon met psychische en somatische elementen. Bv. de laatste jaren wordt veel furore gemaakt met een bepaald soort bacteriën als oorzaak van een maagzweer. Blijkbaar is het bestaan hiervan voor velen voldoende om 'stress' als oorzaak van een maagzweer te bannen uit medische boekwerken. Maar het is toch eigenlijk uitermate evident dat het ene het andere niet uitsluit. Bv. stress kan het terrein (in dit geval: de maagwand) gunstig maken voor de ontwikkeling van reeds aanwezige bacteriën. Anderzijds kunnen de bacteriën van de maagwand een zwakke plek maken, waar de stress zich op kan enten. Dus: geen bacteriën, geen maagzweer. Maar evengoed: geen stress, geen maagzweer. Wat is dan 'de' oorzaak? Dit is gewoon een té complex domein voor eenvoudige antwoorden.

En zo is het ook voor andere psychische oorzaken van ziek-zijn. Het bovenstaande lijstje kan duidelijk zijn op zich, maar elk individueel geval, elk psychosomatisch ziek-zijn is dan toch weer complex. Mensen zijn nu eenmaal uiterst complexe wezens, niet in het minst 'tussen de oren'.
Dit is wetenschappelijk bewezen. Sommige bronnen gaan zelfs verder en spreken van 90 tot 99%. Dit hangt er maar vanaf wat men psychosomatiek noemt. Men kan bv. een chronische bronchitis door jarenlang roken ook psychosomatisch noemen, want langdurig rookgedrag is het gevolg van een voornamelijk psychische verslaving [cf. 'Word een niet-roker'].

Tijdens mijn jarenlange klinische praktijk heb ik zelf duidelijk kunnen zien dat de meeste patiënten langskomen met problemen die zowel psychisch zijn als lichamelijk. Wel is het zo dat de eerste klacht die tijdens een consultatie geuit wordt meestal in het lichamelijke domein ligt. Dit kan leiden tot verschillende situaties. De patiënt kan zelf al of niet -of halvelings- aanvoelen dat zijn eigen klacht evengoed psychisch kan vertaald worden als lichamelijk. De arts van zijn kant kan het achterliggende lijden zien of hij kan, uit tijdsgebrek misschien, zich vergenoegen met een snel voorschrift. Artsen die 'snelle' consultaties voeren, zijn dikwijls overtuigd dat hun patiënten vooral komen met louter lichamelijke problemen. Dat is logisch, want het psychische wordt meestal pas duidelijk nà de eerste 5 of zelfs 10 minuten van de consultatie, gesteld dan nog dat er de nodige openheid voor bestaat. Als consultaties slechts zoveel tijd in beslag nemen, komt men gewoon niet tot de ware aard van het ziek-zijn toe, laat staan dat men erop zou kunnen inspelen.

Ja, het is waar dat minstens 70% van de patiënten bij een huisarts komen met psychosomatische klachten. Het is evengoed waar dat een lichamelijk georiënteerde arts de meerderheid van deze mensen in hun echte ziek-zijn negeert. Hierin ligt trouwens een grote reden voor het stijgende succes van holistische of alternatieve geneeswijzen. Het antwoord dat ik hierop heb, is een pleidooi voor zelfhulp. Dit wil niet zeggen dat je niet meer naar je arts moet gaan. Die blijft even noodzakelijk als deskundige in lichamelijke ziekteleer en in het beste geval natuurlijk ook als vriend en raadgever in alles wat met ziekte en gezondheid te maken heeft. Een goede arts is zijn of haar gewicht in goud waard. Anderzijds neemt een bezoek bij een arts nooit je eigen verantwoordelijkheid voor je gezondheid weg. Als een ziek-zijn psychosomatisch is, wil dat zeggen dat je, door gebruik te maken van eigen psychische kracht, er ook zelf iets aan kan verhelpen. Dat is niet alleen effectief voor een snellere genezing. Het is ook preventief, want de volgende keer dat je ziek dreigt te worden, heb je meteen alle hulpmiddelen 'in huis' om erger te voorkomen.
Ik vind dit nogal cynisch. Mensen willen niet:

. <bedrogen worden>.

Veel mensen willen wel, terecht:

. <bedrogen worden als hen geen valabel alternatief wordt aangeboden om de weg te bewandelen naar een betere gezondheid.>

In een wereld waarin dit alternatief niet bestaat, kan je zeggen dat de mensen die dan liever het bedrog erbij nemen, handelen op een begrijpelijke en zelfs 'gezonde' wijze. Maar als een alternatief wél bestaat en aangereikt wordt en toegankelijk gemaakt wordt? Kan je dan zeggen dat het bedrog niet mag aan de kaak gesteld worden omdat mensen nu eenmaal willen bedrogen worden? Neen, neen en duizend maal neen.

Welnu, ik beweer dat autosuggestie een valabel alternatief is. Dat is uiteraard voor discussie vatbaar. Zo kan je terecht beweren dat in principe door de nadruk te leggen op autosuggestie de werking van medicatie kan verminderen. Het is een wetenschappelijk herhaaldelijk bewezen feit dat veel geneesmiddelen meer dan 50% placebo-werking hebben. Het geloof in geneesmiddelen wordt dus voor een heel groot deel niet gedragen door de eigenlijke, biochemische werking ervan. Als je aan het geloof in geneesmiddelen gaat schudden, schud je ook aan het daadwerkelijke effect dat mensen ondervinden. Is die soep de kool waard?

Ik vind van wel. Let op, ik heb niets tegen medicatie. Ik heb wel iets tegen een ongebreideld misbruik ervan. Veel geneesmiddelen krijgen al snel de boodschap mee dat ze noodzakelijk zijn, dat je niet zonder kan, dat je ervan afhankelijk bent al was het maar voor een snelle symptoomverlichting. Neem als voorbeeld slaapmiddelen. Er worden jaarlijks wereldwijd meer dan 500 ton (!) slaapmiddelen geslikt. Veel mensen vinden dat ze niet goed kunnen slapen zonder pil. Slapeloosheid is voor hen het enige alternatief. Willen zij dus bedrogen worden? Neen, ze willen een goede nachtrust. Waarom zijn ze dan afhankelijk van slaapmedicatie? Omdat ze hun pil nemen met het oogmerk om goed te slapen die nacht. Ik vind dit, met alle respect, een verkeerde instelling, en dat is niet omdat ik hun goede nachtrust niet gun. De pil nemen om te slapen, maakt je afhankelijk. Ik zou een andere instelling willen voorstellen, namelijk: de pil nemen om te LEREN slapen. De verschuiving is, denk ik, voor iedereen snel begrijpelijk te maken. De handeling is dezelfde: je neemt voor een -zo kort mogelijke- tijd een slaappil. De gedachtengang errond en het uiteindelijke resultaat zijn totaal verschillend. In plaats van de pil te ondergaan als een guillotine die als het ware je wakende hoofd afhakt, gebruik je de pil als een hefboom voor je eigen slaapkracht. Door deze hefboom door middel van autosuggestieve technieken effectief te gebruiken, verhoog je sterk je slaapkracht. Door de kennis dat ook slaapmiddelen voor een groot deel via placebo werken, kan je dit bedrog ontmaskeren en de kracht achter het placebo zélf veel beter gebruiken. In plaats van afhankelijkheid, creëer je voor jezelf een beeld van goede slaap. Dit heeft twee grote voordelen:

- Je kan, door je te richten op de medicatie-als-hulp, juist méér effect verkrijgen van je slaappil zolang je ze neemt.

- Je kan er sneller toe komen om opnieuw ook zonder pil de nachtrust te vatten.

Ik vind autosuggestie dus een goed alternatief. De nadruk op autosuggestie kan in principe de werking van medicatie verminderen, maar het kan bij goed gebruik ook deze werking sterk doen toenemen. Vroeger nam ik bij een occasionele hoofdpijn al eens iets sterkers dan aspirine 500 mg. Tegenwoordig heb ik met een kwartje ervan reeds genoeg. Ik beschouw medicatie meer en meer als een soort richtingaanwijzer die je jezelf toedient. Je toont even de gewenste richting (bv. minder pijn) en laat dan je diepere zelf spontaan die richting bewandelen.
Als je reeds jaren hoofdpijn hebt, is het belangrijk dat je in voldoende mate een lichamelijke oorzaak uitsluit. De best geplaatste persoon om dit mee te bespreken, is je huisarts. Het is mogelijk dat deze reeds gewoon door een gesprek met jou tot de conclusie komt dat verdere lichamelijke onderzoeken onnodig zijn. Het kan ook zijn dat hij bv. een bloedname of een radiologische beeldopname voorstelt. Ik hoop dat je in je huisarts veel vertrouwen hebt. Dat is heel belangrijk.

Als deze ernstige confrontatie met lichamelijke mogelijkheden erop wijst dat lichamelijk alles OK is, beschouw dan deze richting als afgelopen. Zoals veel andere mensen -en steeds meer- heb je last van chronische spanningshoofdpijn.

Op de eerste plaats is het dan belangrijk om in te zien dat dit geen 'ziekte' is, maar een symptoom. Het is ook geen symptoom van een onderliggende ziekte. Er is helemaal geen ziekte. De chronische spanningshoofdpijn is iets dat momenteel hoort bij jou. Het is niet iets vreemds dat je komt overvallen zoals een kwaadaardige virus of bacterie. Het is een deel van jou. Het komt van binnenuit. Het is een voor jou heel normale reactie op omstandigheden, die overigens zowel gevormd worden door jou als door wat rondom je gebeurt en de interpretaties die je geeft aan allerhande dingen.

Als ik zeg dat chronische spanningshoofdpijn momenteel een deel is van jou, wil dat uiteraard niet zeggen dat je er voorgoed mee opgescheept zit. Wat het wel wil zeggen is dat een 'aanvalsstrategie' in elk geval niets zal opleveren. Grootscheepse studies wijzen uit dat de uiteindelijke hoeveelheid hoodfpijn door het innemen van pijnstillers niet vermindert. Je kan door een pijnstiller tijdelijk wel minder of geen hoofdpijn meer hebben ... maar de hoofdpijn komt sneller terug. Het is alsof je lichaam een zekere mate van hoofdpijn opeist. Als je de hoofdpijn aanvalt, vecht de hoofdpijn terug. Volgens mij is het zo dat je door deze strategie zelfs steeds verder van een echte oplossing verwijderd raakt.

'Autosuggestie gebruiken' betekent niets minder dan het tegengestelde van het toepassen van een aanvalsstrategie. Je zou zelfs bijna kunnen zeggen dat dit voor autosuggestie -zoals door mij bedoeld- een voldoende definitie is. Autosuggestie = het niet-aanvallen van een symptoom en dus van jezelf. Autosuggestie = het medewerking vragen van je eigen diepere zelf om te komen tot een oplossing die voor je hele persoonlijkheid (bewust én onbewust) bevredigend is. Vermits chronische spanningshoofdpijn iets héél vervelends is, zal deze oplossing inhouden dat je ervan verlost raakt, gesteld dat je autosuggestie goed kan toepassen.

Ik weet dat dit zoveel theorie is en dat je vraag ook praktische bedoelingen heeft, uiteraard. Ik kan hier echter alleen wat algemeenheden kwijt. In 2001 komt er een boek van mij uit ('Pijn verlichten doe je zelf'), maar daar ben je nu weinig mee gebaat. In 'Genees jezelf!' staat reeds een klein hoofdstuk over autosuggestie bij het verlichten van pijn.

Probeer niet de pijn te ontvluchten. Hij is er met een reden. Hoe eigenaardig, achterhaald of ronduit 'verkeerd' die reden ook mag zijn, ze is er en gaat niet weg in een poging alles te verdringen. Als je de pijn nog eens voelt opkomen, stel je dan voor dat de pijn niet in één trek van 0% naar 100% overgaat. De pijn gaat bv. van 0% naar 10%, dan van 10% naar 20%, naar 30% enz. Bij elke etappe heb je de mogelijkheid om, in plaats van je ertégen te richten of te proberen ervan weg te lopen (wat eigenlijk ook 'tégen' is), ernaartoe te gaan. Aanvaard je pijn niet op een masochistische manier, maar op een wijze waarop je zelf ook zou willen aanvaard worden door een voor jou heel geliefd persoon. Bekijk de pijn als een heel diep deel van jezelf. Dat diepe deel wil de pijn niet, maar het kent -blijkbaar- geen andere manier om je aandacht op te eisen.

'Vraag' aan je pijn wat hij eigenlijk is. Chronische spanningshoofdpijn is meestal een moeilijk te begrijpen 'vertaling' van emotionele pijn. Denk voor jezelf eens heel diep door wat dit zou kunnen betekenen. Wees ervan overtuigd dat als je deze vraag op een goede manier aanpakt, je zal voelen dat je symptoom reeds veel lichter wordt. Let op, ik heb het hier niet noodzakelijk over 'inzicht'. Je moet niet noodzakelijk 'doorhebben' wat je pijn betekent. Er bestaat ook geen soort van psycho-analytisch woordenboek waarin je dit kan opzoeken. Nee, het belangrijkste is niet het streven naar een 'inzicht', maar de manier waarop je aandacht geeft. Als je diepere zelf een bewust inzicht belangrijk vindt, dan zal je dat spontaan krijgen. Bv.: is de pijn een pijn van concrete haat, angst of teleurstelling? Is het iets dat je meedraagt van vroeger, of iets van nu?

Een gepaste aandacht (zou ik het 'respect' durven noemen?), samen met de overtuiging dat deze gepaste aandacht je zal helpen, is volgens mij een heel goede eerste -en misschien zelfs enig nodige- stap voor veel mensen met chronische spanningshoofdpijn.
Je stelt in elk geval terecht de vraag of je lage rugpijn misschien toch psychosomatisch is. Er zijn veel mensen die op RX of CT-SCAN een hernia hebben en die geen last hebben van lage rugpijn. Bij hen die wel last hebben én die een hernia vertonen, wordt dikwijls veel te snel ervanuit gegaan dat de hernia de oorzaak is van de last. Dat is een fout tegen de logica.

Ook aan het effect van een eventuele operatie kan nooit bewijskracht toegekend worden omtrent de juiste oorzaak. Laten we de zaken hierrond eens op een rijtje zetten. Na een hernia-operatie kunnen de volgende situaties zich voordoen:

- De patiënt voelt zich veel beter. De hernia was daadwerkelijk de oorzaak en door de operatieve ingreep is de patiënt hiervan verlost.

- De patiënt voelt zich veel beter. De hernia was absoluut niet de oorzaak, maar door het enorme placebo-effect van een heelkundige ingreep, voelt de patiënt zich echt veel beter. Dit is echter pure symptoom-bestrijding. De kans is groot dat na enige tijd de patiënt zal te lijden hebben van een vervang-symptoom zoals chronische spanningshoofdpijn. Waarschijnlijk zullen nog de patiënt zelf, noch zijjn artsen, het verband leggen tussen de oude en de nieuwe symptomen.

- De patiënt heeft nog steeds (even) veel pijn. De hernia was weliswaar de oorzaak, maar de operatie is gewoon mislukt. Er is bv. een rest-hernia of meteen reeds een nieuwe hernia (dat komt voor). Zenuwen kunnen tijdens de operatie beschadigd worden of nadien, door littekenweefsel.

- De patiënt heeft nog steeds (even) veel pijn. De hernia was niet de oorzaak en de operatie is volstrekt zinloos geweest.

Ik vrees dat de tweede situatie, waarin de patiënt zich veel beter voelt door het placebo-effect eerder dan door de operatie zelf, dikwijls voorkomt. Een operatie is heel ingrijpend, zowel voor de geest als voor het lichaam. Je geeft je over aan een soort 'tovernaarsfiguur' met heel veel autoriteit en ook heel veel macht over jou tijdens de operatie. Je bent volledig overgeleverd in een situatie die je in andere omstandigheden waarschijnlijk niet overleeft. Alleen de kundigheid van de chirurg (en het team errond natuurlijk) kan je redden. Bovendien gebeurt het allemaal in een tempel van de moderne geneeskunde, en binnen die tempel dan nog in de meest speciale ruimte...

Zoals je ziet is het heel moeilijk om, zelfs na een operatie, te bewijzen dat de oorzaak van lage rugpijn de hernia is of niet. Er zijn echter voldoende serieuze wetenschappers die beweren dat chronische lage rugpijn bijna altijd psychosomatisch is. Zelfs als er een initiële lichamelijke aanleiding is tot acute lage rugpijn, dan nog is de psyche meestal de oorzaak van de chronische pijn, die zich alleen in de tijd ent op de episode(s) van acute pijn.

Ik zou dus heel terughoudend zijn voor een rugoperatie, behalve als de chirurg je kan aantonen dat er echt sprake is van een acute noodsituatie. Vraag dan nog eerst een tweede opinie aan je huisarts of aan een andere chirurg.

Vergeet bij chronische lage rugpijn zeker nooit de psychische kant, zelfs als alles wijst op een puur lichamelijke oorzaak. Hoe je het ook draait of keert, chronische pijn (en eigenlijk eender welke pijn) heeft altijd een psychische component die je aandacht waard is. Je kan nooit zeker zijn hoe groot die component is. Je kan er wel altijd zinvol werk van maken.
Onder motivatie wordt verstaan: "eender wat iemand kan aanhalen als reden voor een bepaald gedrag of een verandering in gedrag". Als je bv. een nieuwe auto koopt, horen tot de typische motivaties: de kostprijs (goedkoop of juist niet), de technische mogelijkheden, het feit dat je buurman een gelijkaardig model heeft gekocht (of juist niet), etc.

Ik heb het vak 'menselijke besliskunde' gestudeerd in 1997 (in mijn tweede leven als student Artificiële Intelligentie). Wat opvalt is dat rond deze eeuwwisseling nog steeds een grote verwardheid heerst op dit domein. Elke 10 jaar ongeveer ziet men een grote verschuiving in de theorieën die hieromtrent in wetenschappelijke publicaties 'in de mode' zijn. Er is wel één grote constante, namelijk in de richting: steeds meer blijkt dat mensen in hun beslissingen minder rationeel te werk gaan dan men eerder dacht, veel minder rationeel ook dan wat de beslissingnemer er zélf over denkt. Deze richting kadert goed in het onderscheid dat kan gemaakt worden tussen motivaties en autosuggestie. Met motivaties bedoel ik dan de strikt rationele redenen die aangehaald worden ter staving van een beslissing. Autosuggestie kan hier omschreven worden als de manier waarop bepaalde van deze redenen, of misschien heel andere redenen, daadwerkelijk tot de één of andere beslissing leiden.

Een (auto-)suggestie kan je zien als een soort motivatie, maar er is toch wel degelijk een groot verschil met gewone motivatie. Deze gaat over in een suggestie als ze doorleefd wordt. Als bv. de technische mogelijkheden van een nieuw soort auto louter gegevens zijn op papier, dan vertegenwoordigen ze nog geen motivatie voor iemand die niet begrijpt wat er zo goed is aan het hebben van 6 kleppen. Voor iemand die het wel begrijpt, kan het een motivatie zijn om te kiezen voor dat model.

Deze motivatie wordt suggestief door bv. zich reeds in te beelden achter het stuur van de auto of door zich in te beelden dat men over de prestaties ervan -of de prijs, de prijsvermindering die men kreeg, of eender wat- spreekt (bluft) met anderen. Door zich herhaalde malen deze en andere taferelen voor te stellen -visualisatie- wordt het model steeds begeerlijker. Reclame speelt hierop in door ervoor te zorgen dat de auto regelmatig in beeld komt en dat een aantal prettige associaties gemaakt worden, zoals persoonlijke kracht en mannelijkheid of het behoren tot de 'fortuinlijke categorie van mensen' en dus het ter beschikking krijgen van mooie vrouwen (Dit is nu eenmaal ingebakken in de menselijke natuur, en het werkt!).

Men kan ervan uitgaan dat een puur rationele motivatie niet werkt, d.w.z. dat het er een persoon niet toe brengt om een beslissing te nemen. Een motivatie begint pas te werken als ze begint te leven, dus als ze voor het onbewuste belangrijk wordt als bron van genot of van angstvermindering. In de mate dat een motivatie een communicatie is tot het onbewuste, is het een autosuggestie. Er is geen duidelijke grens, maar een geleidelijke overgang tussen een strikte motivatie en een echte autosuggestie.
Het verschil tussen suggestie en autosuggestie is in feite kunstmatig. Je kan er van uitgaan dat alle suggestie, om werkzaam te zijn, autosuggestie moet zijn. Er is immers niet zoiets als een vreemdsoortige 'energie' die door de suggestie van een therapeut zou uitgaan naar een patiënt toe. Als er iets gebeurt binnen de patiënt, dan moet dat ook binnen die patiënt gegenereerd worden. Als suggestie wordt toegepast binnen een therapeutische relatie (en in feite wordt suggestie op één of andere wijze toegepast binnen élke therapeutische relatie) dan ligt de enige verdienste van de therapeut in een klaarmaken van de patiënt om autosuggestie bij zichzelf toe te passen. Het is de 'enige' verdienste, maar als het goed gedaan wordt, is het wel enorm zinvol!

Een voorbeeld: elk geneesmiddel dat door een patiënt wordt ingenomen, heeft naast de fysische werkzaamheid ook een werkzaamheid die opgeroepen wordt door de betekenis van dat geneesmiddel voor deze specifieke patiënt en binnen deze specifieke context. Die betekenis bestaat erin dat de patiënt gelooft dat hij door de inname van het geneesmiddel beterschap kan verwachten. M.a.w. het placebo-effect van het geneesmiddel wordt niet door het geneesmiddel gegenereerd, maar door de patiënt zelf, namelijk door de betekenis die deze hecht aan het hele gebeuren. Het placebo-effect is een voorbeeld van autosuggestie.

Dit lijkt dus éénrichtingsverkeer: van suggestie naar autosuggestie naar werkzaamheid. Van de andere kant uit bekeken kan men echter stellen dat alle autosuggestie een soort suggestie is. Autosuggestie is een vorm van alleenspraak. Je brengt de suggesties tot uiting tegenover jezelf, maar wie is dat in jezelf die de suggesties tot uiting brengt tegenover wie?
In experimentele situaties vond men dat een placebo-inspuiting 50% van de pijnstillende effectiviteit vertoonde van een inspuiting met een standaard dosis morfine. Gezien de betekenis die het pijn-gebeuren heeft op zich, en de motivatie van de patiënt om van zijn pijn verlost te raken, is het evident dat dit ook in klinische situaties het geval is. De autosuggestie gaat dan niet alleen uit van het product 'morfine', maar ook van het geloof in de kracht van dit product, in de arts die het voorschrijft, de verpleger die het toedient, de omgeving waarin het gebeuren plaatsvindt, enz.

Moet men dan mensen met een biochemisch onwerkzaam product (fysiologisch serum) inspuiten en ze wijsmaken dat het morfine is? Of moet men de 'echte' en de 'valse' morfine met elkaar afwisselen? Ik denk niet dat het een goede handelwijze is om dit systematisch bij een patiënt te doen. Het toedienen van een placebo is en blijft een vorm van bedrog. De arts die dit in volle bewustzijn doet, kan bewust of onbewust van de patiënt een indruk krijgen van slappeling of naïeveling. Zo'n indruk speelt zeker een rol in de art-patiëntrelatie. De patiënt anderzijds kan, als de ware toedracht uitkomt, zijn vertrouwen in de arts of zelfs in de geneeskunde verliezen en daarmee een heel werkzame factor in zijn proces van zelfgenezing.

Ik vind over het algemeen autosuggestie een te belangrijk fenomeen om het bewust te verdoezelen achter eender wat, tenzij het niet anders kan, zoals bij terminale patiënten. Ik vind ook dat dit verdoezelen dikwijls te maken heeft met, cru gezegd, een machtsstrijd tussen verzorger en verzorgde, tussen therapeut en patiënt. Autosuggestie is in feite volledig de innerlijke kracht van de patiënt; het is een heel belangrijk eigen-recht. Door dit te verstoppen in een placebo (het zij een geneesmiddel of één of andere therapeutische handeling) ontneemt men die kracht van waar ze vandaan komt en verleent men ze aan degene die het placebo voorschrijft of toepast. Dit is een delicate aangelegenheid. Enerzijds wordt de patiënt wel geholpen door de pijnvermindering van het placebo; anderzijds worden hem mogelijkerwijs heel veel mogelijkheden afgenomen. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van hoe het placebo gebeurt. Het maakt reeds een heel groot verschil uit of dit heel autoritair wordt aangebracht, of dat de patiënt als mede-behandelaar van zichzelf wordt getolereerd en op de eerste plaats omtrent zijn medicatie zo goed mogelijk en zo veel als hij zelf wenst, wordt ingelicht.
Absoluut. Roken is gewoon een vorm van verslaving. Dezelfde principes zetten iemand ertoe aan en houden het in stand. Elders heb ik besproken hoe autosuggestie hierin een grote rol speelt. Het is dan ook logisch dat de autosuggestieve principes om ermee te stoppen eveneens overeenkomen.

Plots stoppen met drugs zonder voorbereiding heeft in mijn ogen weinig waarde. Het is voor degene die zo'n ontwenning ondergaat een echte hel en ik denk dat het ook, volslagen onterecht, die functie heeft: een hel te zijn. In deze hel moet de verslaafde zijn zonde uit-branden. Dit is het ten tonele voeren van een middeleeuwse gedachte. Ik geloof persoonlijk op een heel bepaalde manier in de hemel, maar niet in de hel. De hel heeft geen zin als je op voorhand door een goede en efficiënte communicatie met je eigen diepere zelf kan veranderen van bv. verslaafde in niet-verslaafde.

Sommigen hebben waarschijnlijk de bijgedachte nu dat de ontwenning moet dienen als methode tot afschrikking van nieuwe potentieel verslaafden. Deze redenering staat volledig op zijn kop. Ten eerste is het belang, het effect van deze afschrikking heel gering in het voorkómen van nieuwe verslaving, alleen al omdat het op dat moment nog zo veraf staat. Ten tweede is het wél een verschrikking voor wie verslaafd is, een reden om verslaafd te blijven of zelfs zelfmoord te plegen, liever dan met open ogen de hellepoorten te openen.

Er bestaat een mooi voorbeeld van een situatie die duidelijk maakt dat de 'ontwenningsverschijnselen' van zelfs een krachtige drug als heroïne zeer sterk afhankelijk zijn van het verwachtingspatroon -de autosuggestie- daaromtrent. Het is bekend dat veel soldaten tijdens de oorlog in Vietnam op regelmatige basis heroïne gebruikten. Het was voor velen waarschijnlijk een manier om de verschrikkingen van de ongelooflijk vuile oorlog te doorstaan en toch nog enige menselijkheid te bewaren. Het was een vlucht en een vorm van verdoving. De legerleiding was bevreesd dat deze soldaten na de oorlog enorme problemen zouden ondervinden met de ontwenning van wat dikwijls uitgegroeid was tot een serieuze verslaving. Deze problemen bleken echter veel geringer dan verwacht. Voor veel ex-soldaat-verslaafden was er hoegenaamd geen ontwenning. Hoe kan dat? Waarschijnlijk was de belangrijkste factor een verandering van emotionele omgeving. De oorlog met als zijn verschrikkingen was ineens voorbij en daarmee ook de reden voor het gebruik van de heroïne. De soldaten die terugkwamen, werden meestal snel geïntegreerd in de maatschappij, hadden ineens weer andere vooruitzichten, andere relaties etc. Kortom, het waren andere mensen en er was geen nood aan ontwenning. Ontwenningsverschijnselen kwamen wél voor bij diegenen die niet het geluk hadden van een snelle integratie of bij degenen die ook anderzijds psychisch gebroken waren door de oorlog.
In de groep van verslavende producten bestaat een onderscheid tussen de fysisch verslavende producten en de psychisch verslavende producten. De eerste categorie maakt je lichamelijk afhankelijk van het product. D.w.z. dat als je ermee stopt, je met zekerheid ook een lichamelijke terugslag zal ondervinden. Heroïne en nicotine zijn hiervan goede voorbeelden. Tot de tweede groep behoren de producten waar je alleen psychisch sterk naar leert te verlangen. Ze geven bij een plotse stop geen lichamelijke terugslag. Een voorbeeld hiervan is marihuana. De fysisch verslavende producten zijn natuurlijk ook niet vrij van psychische verslaving.

Een psychische verslaving heeft altijd te maken met autosuggestie. Het verslavend product brengt de belofte van gelukzaligheid, verdoving van ongewenste gevoelens of 'bewustzijnsverruiming'. Hoe een drug juist op iemand inwerkt, blijkt steeds in grote mate afhankelijk te zijn van de verwachtingen. Dit lees ik tenminste in de verslagen van dergelijke mensen. Het komt ook terug in de relazen van bv. Indianen die in het kader van hun religie bewustzijnsverruimende zwammen eten. De emotionele omgeving, de nabijheid van vrienden, de interpretatie van het gebeuren als bv. kaderend binnen een religieuze bescherming... het heeft allemaal een enorme invloed op de uitwerking van de drug. Het geeft me de indruk dat de omkadering een veel grotere invloed heeft dan de biochemische werking van de drug zelf. Maar heel dat verwachtingspatroon en die omkadering zijn natuurlijk een duidelijke vorm van autosuggestie. De drug zelf is maar een sleutel. Wat er gebeurt als de deur opengaat, is een totaal andere zaak.

Ik heb de indruk dat de fysische verslaving aan drugs in het algemeen sterk overdreven wordt. Natuurlijk is die er bij een aantal drugs wel, denk aan heroïne, nicotine of alcohol. Bij nicotine bv. is de fysische verslaving duidelijk veel geringer dan meestal gedacht wordt. Op dit misverstand is zelfs een industrie gebouwd, namelijk die van de nicotine-vervangproducten. In feite is nicotine een drug met een halfwaardetijd van +/- 20 minuten. Dat maakt dat de drang naar een volgende sigaret eigenlijk voor een groot deel de drang is naar het wegnemen van de ontwenningsverschijnselen (en het bereiken van de gelukzalige toestand van vóór men überhaupt met roken begon). Zo'n korte halfwaardetijd betekent echter ook dat ten laatste na een tweetal dagen de fysische ontwenningsverschijnselen volledig voorbij zijn. De ontwenning die dan nog gevoeld wordt, is psychisch (let wel: daarom niet minder reëel!). Het onnodig maken van deze soort ontwenning is een heel goed aanknopingspunt voor het gebruik van autosuggestie.

Men kan natuurlijk de fysische ontwenningsverschijnselen in stand houden door het nemen van nicotine vervangproducten. Deze worden dikwijls maandenlang genomen, soms veel langer dan een jaar. Ik zie er de zin niet van in.
Geen enkel antidepressivum is effectief bij iedereen. Percentages van mensen die erdoor geholpen worden, schommelen rond de 70%. Het is dus niet eenvoudig zo dat je met een depressie maar een pilletje moet slikken en de depressie daardoor van je af valt als een versleten jas die je nooit meer nodig hebt. Voor veel mensen werken antidepressiva gewoon niet. Antidepressiva zijn anderzijds gekend wegens hun groot placebo-effect. In uitgebreide studies vond men courant placebo-effecten van 60% of meer. D.w.z. het nemen van een suikerpil, 'voorgeschreven' door een arts, is 60% zo effectief als het nemen van een antidepressivum. Maar wacht even: 60% placebo-effect; 70% voelt zich geholpen. Er blijft voor het eigenlijke product dus over: 10%. Kan men dan zeggen dat het werkt?

Een grote autoriteit op het domein van angst en depressie vertrouwde me eens toe dat de meeste antidepressiva die door niet-psychiaters worden voorgeschreven, niet anders kunnen werken dan louter placebogeen. Dit omdat ze gedurende te korte periode worden voorgeschreven of in onvoldoende dosis om te kunnen werken. Die autoriteit zei dit op een toon als betrof het een fait divers. Ik vind dit echter een heel ernstige kwestie.

Diezelfde dag sprak ik met een vrouwelijke vertegenwoordiger van een firma in antidepressiva (andere dan Prozac). Ik vroeg haar langs mijn neus weg of zij veel informatie kreeg over het placebo-fenomeen. Natuurlijk niet. Ik vroeg haar ook hoe groot volgens haar een placebo-effect kon zijn. Toen keek ze even ernstig en zei dat ze uit goede bron vernomen had dat het placebo-effect bestond en in uitzonderlijke gevallen wel 10 tot 20% van de effectiviteit van een geneesmiddel kon beslaan, maar natuurlijk niet bij die van haar firma. Dit is typerend voor de kennis en de houding van veel afgevaardigden van de farmaceutische nijverheid. Ik heb er tijdens mijn praktijkjaren veel zien passeren en kon het dikwijls niet nalaten een stekelig vraagje te stellen. De meesten hadden niet eens door dat mijn vragen een diepere invraagstelling konden betekenen van de producten die ze kwamen verkopen.

Natuurlijk werkt Prozac. De vraag is alleen: hoe? Hoe en waarom een antidepressivum 'werkt' is niet duidelijk. Er bestaan verschillende producten met heel verschillende biochemische aanknopingspunten in de hersenen. Nieuwere generaties werken vooral door het gehalte aan serotonines in de hersenen te doen toenemen. Antidepressiva zijn niet 'uitgevonden' na grondige studie van hoe een depressie biochemisch in elkaar steekt. Integendeel, hypothesen omtrent lichamelijke oorzaken van depressie (bv.: er is iets mis met de serotonine in de hersenen) zijn gegroeid door afleiding uit de biochemie van antidepressiva. Geen enkele wetenschapper die zichzelf serieus neemt, kan dit een redelijk bewijs vinden. Het is niet omdat een molecule een bepaalde biochemische werking heeft én een bepaalde klinische uitwerking, dat het ene de rechtstreekse oorzaak is van het andere. Bv.: stel dat een depressie voortkomt uit een onevenwicht tussen het wensen en het kunnen bereiken van iets (ik denk hier aan innerlijke integratie). Een antidepressivum kan dan theoretisch werken door het gewenste dichter binnen bereik te brengen. Het kan echter ook 'werken' door de wens zelf te verminderen! Is dit dan een genezing? Of is het niet eerder een ont-menselijking? Dit is een heel belangrijke vraag en niemand mag of kan ze tegenwoordig van de hand doen, want ze is NIET opgelost: Is een antidepressivum effectief door zijn vermeende werking, of eerder onrechtstreeks via de bijwerkingen? Als voorbeeld kan je denken aan een bijwerking die gemeenschappelijk is aan veel antidepressiva: een vermindering van de seksuele libido.

Mogelijke gevolgtrekking: een antidepressivum werkt doordat het de depressieve persoon terugbrengt tot het keurslijf van actieve, productieve burger. De depressieve voelt zich beter omdat hij 'gelukkig' verder kan leven op een lager niveau, ver onder zijn eigenlijke capaciteiten van mens-zijn. Hoe ver is dit verwijderd van Aldous Huxley's 'Brave New World'?
Bij relaxatie denkt men meestal aan een onbeweeglijk zitten of liggen waarbij de gedachten min of meer gefixeerd zijn op één punt. Dit biedt een goede mogelijkheid om autosuggestief bezig te zijn, maar het is zeker niet noodzakelijk. Het is wel nodig natuurlijk als je Aurelis gebruikt voor autosuggestie-sessies, maar dat komt omdat je dan met enige aandacht moet luisteren naar een stem en best zo weinig mogelijk afleiding hebt.

In principe echter kan autosuggestie 'in volle actie' gebeuren. Ik denk hier bv. aan het 'vuurlopen' dat op verschillende plaatsen van de wereld wordt uitgevoerd zogezegd als bovennatuurlijk fenomeen, als onderdeel van een religie of sekte-binding. Een veel eenvoudiger verklaring hiervoor is autosuggestie, door het verminderen van de angst (en daardoor ook het vermijden van treuzelen wat snel zou leiden tot verbranding), door het verminderen van de eventuele pijn, en in het beste geval ook door een plaatselijke vernauwing van bloedvaatjes. Een ander voorbeeld, dichter bij huis voor de meesten, is heel banaal: al de reclame die op ons wordt afgevuurd terwijl we bezig zijn met van alles en nog wat, de panelen langs de autoweg, de tijdschriften die we lezen op de trein, de radio die speelt tijdens het werk of de hobby, enz. Deze reclame dient niet op de eerste plaats om ons te informeren, maar om ons aan te zetten dingen te kopen. Het is suggestie, en het werkt terwijl we heel actief bezig zijn.

(Auto)suggestie werkt dus zowel in rust als in actie. Ik vind wel dat relaxatie een groot voordeel heeft, relaxatie dan in de zin van een geestelijke concentratie, een aandachtig zijn voor het hier en nu in plaats van gedachten te hebben die als apen in een boom rondspringen van tak tot tak. Dit is een relaxatie die gepaard kan gaan met uiterlijke rust of actie, het maakt niet echt veel uit. Deze vorm van relaxatie maakt dat je meer als volledige persoon kan reageren op wat gebeurt, dat je in je groei dus meer als individu betrokken bent en dat de groei meer organisch is, minder kunstmatig zoals dikwijls bij reclame gebeurt. Een organische groei heeft als belangrijk voordeel dat de verandering (bv. het stoppen met roken) gemakkelijker gebeurt en beter blijft. Een ander voordeel is dat je persoonlijkheid beter geïntegreerd raakt, d.w.z. dat je motivaties meer op elkaar afgestemd worden, dat je niet bewust het ene wil en onbewust het andere.
Dit is een ontzettend moeilijk probleem. Ik zie dit antwoord dan ook als niet meer dan een persoonlijke poging tot antwoord.

Kinderen van deze leeftijd zijn bijna zonder uitzondering heel ontvankelijk voor suggestie. Los daarvan (en het is écht: los daarvan) staat hun kritische vermogen om gevaar te doorzien, nog in de kinderschoenen. Ze zijn o.a. heel gevoelig voor rolmodellen, al willen ze dat zelf dikwijls ontkennen of negeren. Nu vind ik een zekere gevoeligheid voor rolmodellen niet eens slecht, als het gepaard gaat met een voldoende kritisch (en ook soms wat cynisch) inzicht dat nodig is om zonder kleerscheuren stand te houden in de moderne maatschappij. Ik denk echter dat we uit het feit van de kinderlijke gevoeligheid reeds enkele lessen kunnen leren, die ik hierna even beschrijf.

Aan het beginnen roken van deze kinderen treft schuld. Deze schuld ligt echter niet bij het kind zelf, maar in de aanwezigheid van rookgedrag in het algemeen. M.a.w.: volwassenen die roken, doen de schadelijke gevolgen hiervan niet alleen aan zichzelf aan, maar óók aan deze 'gastjes' (die we eigenlijk echt als gasten zouden moeten behandelen in deze voor hen nog vreemd in elkaar stekende maatschappij). Een volwassene die rookt in het bijzijn van een kind, is geen goede gastheer. Ik denk dan bv. aan ouders en leraren, maar ook aan politici etc. die schaamteloos staan te paffen tijdens een interview op TV. Ik denk aan films. Ik denk aan de reklame die nog altijd het straatbeeld ontsiert. Alles wat kinderen in kontakt brengt met roken als 'wat-je-doen-moet-fenomeen', doet kinderen ook daadwerkelijk roken.

Wat we kinderen wel kunnen aanleren, is kritisch vermogen: nadenken over zaken, verantwoorde beslissingen nemen, leren 'nee' zeggen. Misschien zeggen ze dan wel eens te véél 'nee', maar beschouw dat dan maar als de manier waarop ze uiteindelijk leren te komen tot een gebalanceerde ja / nee.

Zoiets als anti-rook-lessen inrichten, moet volgens mij aangemoedigd worden. Ik denk echter dat het risico niet uit te sluiten valt dat hierdoor een aantal kinderen juist beginnen te roken. Ten eerste wordt de aandacht er -nogmaals- op gericht. Ten tweede is elke 'belering' voor veel kinderen juist een bijkomende reden waarom ze het roken starten (in het geniep, om de autoriteit een neus te zetten). Anderzijds kan het opzettelijk vermijden van de materie óók een manier zijn om er de aandacht op te vestigen. Moeilijk, moeilijk.

Ik denk dat kinderen reeds heel vroeg een juist beeld moeten krijgen van de schadelijke gevolgen van het roken: de kanker, de hart- en bloedvatziekten, de chronische bronchitis, etc. Elke belerende toon echter die hiermee gepaard gaat, is uitermate contra-productief. Ga ervan uit dat alleen het kind ZELF kan beslissen niet te roken. Toon je bezorgdheid zonder hieraan het idee te kleven dat jij ervoor moet zorgen, want dat kan je toch niet.

Ik denk dat het nog beter is, kinderen (van 11 jaar of jonger !) te laten roken, dan ze in het geniep te doen roken. Als je een goede relatie hebt met het kind, en je bent erbij bij het eerste 'experiment', dan kan je dit ook meteen verbinden met je oorspronkelijke bezorgdheid. Een kind heeft niet zozeer nodig dat je hulp geeft, maar dat je hulp aangeeft. Dit klinkt misschien wat idealistisch, maar is in veel gevallen zeker niet onrealistisch.

Nog een heikel punt is hoe je het tegenover kinderen moet hebben over volwassenen die wél roken. Ga deze volwassenen zeker niet 'afschieten'. Probeer wel aan het kind duidelijk te maken wat een verslaving met je doet, en vooral dan hoe het je onvrij maakt. Bijna alle volwassenen die roken, zouden er zonder hun verslaafd-heid al lang mee zijn gestopt.

Ik heb er reeds op gewezen dat kinderen heel gevoelig zijn voor suggestie, zowel ten goede als ten kwade. Over het algemeen komt 'kwalijke' suggestie eerder van buitenaf (reklame, verslaving, ...). Elke echt 'goede' suggestie daarentegen is een soort groeiproces dat alleen van binnenuit kan komen. Jonge kinderen leven nog enigszins in een soort symbiose-wereld met de voor hen echt belangrijke volwassenen. Daarom denk ik dat je als 'belangrijke volwassene', of je nu zelf roker bent of niet, de volgende taak hebt: de eigen gevoelens bloot te leggen voor het kind en vanuit een volwassen standpunt maar tegelijk op het niveau van het kind, herhaaldelijk te bespreken waar het voor jou om draait.

Ik denk dan ook dat enige informering in dit opzicht van de 'belangrijke volwassenen' (van tijd tot tijd een kleine brochure?) zeker geen kwaad kan.
Deze vraag is reeds een aantal keren gesteld. Ik ben alleen een beetje bang om door een te grote vereenvoudiging een verkeerd beeld te geven. Houd hier dus a.u.b. rekening mee bij het lezen van wat volgt.

Autosuggestie is communicatie met het onbewuste. Een andere manier om dit te zeggen, is: autosuggestie is het aanraken van het eigen diepere zelf. Dat klinkt meteen nogal zwaar, maar het is eigenlijk heel licht en gewoon. Een voorbeeld: door iemand te zien geeuwen, kan je zelf ook de neiging krijgen om te geeuwen. Hoe gaat dit in zijn werk? Het is uiteraard geen rechtstreekse lichamelijke inwerking. Je wordt niet verplicht om te geeuwen. Het is ook geen bewuste beslissing, al kan je het met je bewustzijn wel tegenhouden. Wat dan wel? Door iemand anders te zien geeuwen of er zelfs maar over te horen spreken, wordt in jezelf het beeld gevormd van 'geeuwen'. Dat beeld wordt naar binnen toe doorgegeven en heeft daar de invloed dat een geeuwreactie in de hand wordt gewerkt. Dit is een mooi voorbeeld van autosuggestie dat iedereen zo nu en dan bij zichzelf kan ervaren, misschien zelfs tijdens het lezen van deze korte tekst.

Je kan aan het voorbeeld 'geeuwen' reeds enkele kenmerken zien van autosuggestie in het algemeen. Ten eerste: het is iets waar iedereen in het dagdagelijkse leven mee te maken heeft. Je hoeft voor autosuggestie dus helemaal niet in één of andere speciale toestand te verkeren. Ten tweede: het is niet moeilijk je open te stellen voor een gerichte autosuggestie. Ten derde: spontane autosuggestie kan pas effectief zijn als je je er niet daadkrachtig tegen verzet. M.a.w.: als je echt niet wil, dan gebeurt het ook niet.

Je 'diepere zelf' is niet iets waartegen je kan spreken zoals tegen je collega's op het werk. De 'taal' die hier van toepassing is, is de taal van poëzie, de taal van sprookjes, de taal van verbeelding, de taal ook van lichamelijke symptomen. Het is de taal van ontelbare kleine dingen waarmee het leven van iedereen is gevuld. Het is de taal van een geeuw die een andere geeuw uitlokt, de taal van een spontaan blozen van sommige mensen wanneer ze zich schamen, de taal van een plotse verhoging van de bloeddruk in een situatie van stress of angst, enz, enz.

Autosuggestie ligt altijd dicht bij het lichaam en is eigenlijk alleen maar het logische gevolg ervan dat een mens in geest en lichaam één ondeelbare eenheid is. Al heeft de moderne Westerse mens in de praktijk over zichzelf dikwijls een indruk van ver-deeld-heid en al is hij daadwerkelijk ook veelal versnipperd, toch is de diepere éénheid een onweerlegbaar feit. Het alledaagse leven geeft hiervan een overvloed van voorbeelden.

Je kan je afvragen wat autosuggestie, als het zo dagelijks en gewoon is, eigenlijk kan te maken hebben met het 'genezen' van bv. zoiets als chronische psychosomatische pijn. Hoe kan zoiets simpel zo'n belangrijke dingen doen? Enkele belangrijke kenmerken waarmee men autosuggestie in deze zin kan laten werken, zijn als volgt:

- een gericht gebruik. De 'autosuggestie van het dagelijkse leven' is erg chaotisch en kan daardoor spijtig genoeg ook negatief werken (bv. door het mede instandhouden van chronische pijn). Verwar 'gericht gebruik' echter niet met het aanvallen van het (pijn-)symptoom. Het is niet verstandig om aan autosuggestie te denken als een soort van schietgeweer.

- intensivering. Door een groot aantal specifieke technieken kan de effectiviteit van het dagelijkse fenomeen vergroot worden.

- een specifiek zich openstellen. Eigenlijk is dit eerder in negatieve zin bedoeld: het zich niet krampachtig afsluiten van het eigen diepere zelf. Nogal wat mensen vertonen spijtig genoeg een houding van negatieve hulpeloosheid. Dit sluit geenszins de mogelijkheid uit om zich te openen, maar wel de directe vanzelfsprekendheid. Ik merk echter tot mijn eigen verbazing hoe snel deze vanzelfsprekendheid kan (her)gevonden worden.

Je kan hieruit afleiden dat het in wezen niet moeilijk is om autosuggestie doelgericht en effectief toe te passen. Ga er echter niet vanuit dat het in de praktijk simpel is. Om een lekker gerecht te maken, is het onvoldoende om te weten wat de ingrediënten zijn. Je moet ook nog weten wat ermee te doen. Hierover gaat het hele project Aurelis.
Ten eerste: voor een keelontsteking heb je meestal geen antibiotica nodig. De meeste keelontstekingen worden immers door virussen veroorzaakt en daar hebben antibiotica totaal geen effect op. Zeker tijdens de eerste drie dagen van een keelontsteking zijn antibiotica zinloos en dus louter schadelijk. Ze lokken dan zelfs een bacteriële keelontsteking in de hand door de normale bacterieën te doden die anders optreden als een natuurlijke afweer tegen de ziekmakende microben. Tijdens de eerste drie dagen is een keelontsteking praktisch altijd viraal. De ziekmakende microben vallen pas aan als de keel door de virussen en de ontsteking is verzwakt.

Het is spijtig genoeg een feit dat veel te veel antibiotica worden voorgeschreven voor een simpele keelontsteking. Dat is niet alleen een fout van de arts. Dikwijls eist de patiënt een 'straf middel' om snel te genezen en zet hij zijn arts op al of niet subtiele wijze onder druk om hieraan toe te geven. Ik weet het. Ik was daar. Soms voel/weet je dan als arts dat je de patiënt ziek maakt van ellende door niet toe te geven aan zijn 'rechtmatige verlangen'. Een sterk middeltje voorschrijven wordt dan een materieel teken van bezorgdheid, met dus ook een groot placebo- (suggestie!) effect. Dat is geen gemakkelijke situatie, zoals: wanneer je iemand ziet met 2 dagen keelontsteking en tekens van beginnende bacteriële infectie, of iemand die de eerste dag reeds op consulatie komt omdat hij vorige keer toch na enkele dagen een bacteriële infectie had, enz. Zo'n gevallen maken natuurlijk het beroep van een bekwame, gevoelige en taktvolle arts des te belangrijker. Zet als patiënt je arts nooit onder druk voor antibiotica of andere paardemiddelen. Als ze echt nodig zijn, zal hij ze je wel voorschrijven. Een arts echter die altijd meteen antibiotica voorschrijft, kan je beter vermijden.

Het is een wetenschappelijk bewezen feit dat psychische stress een keelontsteking in de hand werkt, sneller bacterieel doet worden, en ook veel langer kan doen duren. De psyche heeft dus zeer zeker een duidelijke invloed op een keelontsteking. Ik denk dat de beste raad die ik bij een keelontsteking kan geven, is: je keel zowel op lichamelijk als geestelijk vlak goed te verzorgen. Op lichamelijk vlak kan je dat doen door op de eerste plaats véél te drinken, sterke afkoelingen te vermijden en zeker ook te stoppen met roken. Op geestelijk vlak kan je vooral een poging doen om alle overbodige stress te vermijden. Misschien is het een goed moment om even wat gas terug te nemen en je te bezinnen omtrent de noodzaak van al het gestresseerde gejaag in je leven. Misschien heeft je keelontsteking zelfs de 'bedoeling' (heel abstract gezien) om je tot een dergelijke bezinning te brengen. De enkele dagen rust waar een keelontsteking op natuurlijke wijze toe leidt, kunnen benut worden om je directe toekomst op één of ander domein een nieuwe wending te geven. Hoe kan je ietwat meer plezier, geluk, voldoening in je leven brengen? Een kleinigheid kan reeds voldoende zijn. Een tijdlang uitgeteld zap-gedrag is niet wat ik me hierbij voorstel. Neem het engagement om elke dag minstens een extra half-uurtje écht goed voor jezelf te zorgen in alle rust en eindeloze kalmte: een wandelingetje bv., wat naar jouw favoriete rustgevende muziek luisteren, een heerlijk lange, warme douche of bad of voor het inslapen gewoon nog wat tegen je partner aanliggen en zonder enige verplichting, totaal ontspannen keuvelen over eender wat. Neem hiervoor zelf de verantwoordelijkheid en verwacht zeker niet van anderen dat zij het 'jou verplicht zijn'.

En wat met autosuggestie? Wel, dat ís reeds autosuggestie: aandacht geven aan en (durven) zorgen voor jezelf op een diepe, deugddoende manier en je symptoom eerder zien als een vriendelijke boodschapper dan als een kwalijke vijand. Er is met autosuggestie uiteraard nog heel veel méér mogelijk, maar daarover een andere keer.
Omeprazol (als voorbeeld voor elk modern geneesmiddel tegen maagzuur) verlicht maagbrand louter op een oppervlakkige, symptomatische wijze. Na een behandeling van 1 jaar heb je dus toch opnieuw veel kans dat de pijn terugkeert. Anderzijds heeft je arts gelijk: jarenlange maagbrand verhoogt (in geringe mate) het risico op een kwaadaardige ontaarding van het slijmvlies van de slokdarm.

Ik hoop dat je de hygiënische maatregelen toepast die je arts je hoogstwaarschijnlijk heeft meegegeven, zoals: het hoofdeinde van je bed licht verhogen, zware maaltijden en overgewicht vermijden, niet overdrijven met alcohol, nicotine en cafeïne. Als je veel aan stress lijdt, geef hier dan ook voldoende aandacht aan. Het is reeds lang bekend dat stress een belangrijke invloed heeft op maagbrand. Je kan bvb. enkele goede stressbestendigheidstechnieken aanleren (*).

Een volledig jaar non-stop behandeling met omeprazol vind ik zonder meer sterk overdreven. Dit is een voorbeeld van de druk die o.a. de farmaceutische nijverheid uitoefent op het denken van medici en die doet vergeten dat een mens veel méér is dan een element in een statistiek of, in dit geval, een stukje van een slokdarm. Natuurlijk kan je studies voorschotelen die aantonen dat een dergelijke therapie objectief uitmondt in een gezonder slokdarmslijmvlies. Maar dat wil niet zeggen dat de behandeling zelf rationeel is. Zo'n studie houdt bvb. geen rekening met:

- de vermindering van de kans op een ruimere genezing, namelijk een genezing die via niet-artificiële weg verloopt en die meer de persoon geneest dan louter zijn symptoom.

- de mogelijkheid (of zelfs de grote waarschijnlijkheid) dat de onderliggende oorzaak zich intussen vertaalt in andere symptomen, zoals een pijn in de lage rug of een regelrechte depressie. Mogelijk zelfs een minder efficiënte werking van het immuunsysteem met alle gevolgen van dien.

Het gebeurt volgens mij enorm dikwijls dat een symptoom zich tijdens of na een oppervlakkige genezing omzet in een ander symptoom. Hiermee wordt in wetenschappelijke studies zo goed als nooit rekening gehouden, deels omdat het methodologisch zeer moeilijk is om een dergelijk onderzoek uit te voeren. Het is echter heel rationeel en, als je 'autosuggestie' in rekening neemt, heel voor de hand liggend. Als je aan de oppervlakte iets verandert zonder rekening te houden met wat zich daaronder afspeelt, kan je alleen maar hopen dat het onderliggende spontaan verdwijnt. Anders is de kans groot dat het onderliggende op een andere wijze naar boven komt. De conclusie is dat je medicatie moet nemen waar nodig, maar moet vermijden waar mogelijk.

Ik raad niet aan omeprazol (of een gelijkaardig geneesmiddel) volledig opzij te schuiven. Neem echter niet meer in dan voldoende om je symptomen onder controle te krijgen. Een standaard overdosis raad ik zeker af. Steeds als je een geneesmiddel zoals omeprazol inneemt, moet je bij jezelf bedenken dat je het slechts neemt als tijdelijk hulpmiddel. Als je echt geneest, dan genees je jezelf. Niet het geneesmiddel doet dat voor jou. Probeer, liefst in samenspraak met een begrijpend huisarts of specialist, de voor jou optimale behandelingsmix te vinden.

Ben je niet zeker of je geest wel een invloed zou kunnen uitoefenen op maagbrand? Overdenk dan eens het feit dat als je honger hebt, louter reeds het kijken naar voedsel niet alleen je het speeksel in de mond brengt, maar ook een complexe hormonale reactie op gang brengt die verschillende verteringssappen én ook de uitscheiding van maagzuur stimuleert. Tegelijkertijd beginnen kleine contracties op te treden van de spiertjes in de wand van maag en darmen. Hiermee heb je reeds een verband met de twee elementen die maagbrand veroorzaken: een hoge productie van maagzuur en een verkeerde coördinatie van slokdarmcontracties. Let wel: het net geschetste fenomeen start vóóraleer je begint met de eigenlijke maaltijd! Dit is een duidelijke en dagdagelijkse invloed van je geest op je lichaam. Er is niets magisch aan. Het is volledig toe te schrijven aan autosuggestie. Het is immers onweerlegbaar de betekenis ('boodschap') van het voedsel die reeds van voor je iets in de mond neemt, lichamelijke veranderingen teweegbrengt.

-zie ook de vraag: 'Hoe kan je autosuggestie toepassen bij maagbrand?'-

(*) Cf. het hoofdstuk 'Verhoog je stressbestendigheid' in mijn boek 'Genees jezelf'. Op de cd-rom Aurelis staan ook een aantal technieken die je zonder omwegen kan aanleren terwijl je luistert naar de betreffende sessies.
Vermits ik de persoon die deze vraag stelt, iets beter ken, kan ik hier wat meer persoonlijke elementen verwerken. Elk geval is anders en iedereen moet voor zichzelf uitmaken wat dit antwoord betekent.

Bekijk je maagbrand op de eerste plaats als iets waarop je een gevoelsmatig antwoord zal moeten geven. Het is een heel indringende, maar moeilijk begrijpbare vraag die gesteld wordt aan jou als totale persoon. Vermits je er al heel lang onder lijdt, heeft het waarschijnlijk te maken met een uitdaging waar je maar niet voorbij kan. Is er iets dat op jou drukt omdat je het niet kan loslaten terwijl je toch denkt dat het loslaten noodzakelijk is?

Als je op deze vraag kan antwoorden, verwacht dan niet dat dit antwoord, deze 'kennis' zich meteen zal vertalen in een vermindering van je symptoom. 'Kennis is macht', maar macht is geen genezende factor voor de diepere elementen van een psychosomatische aandoening. Overigens, wellicht ken je het antwoord reeds jaren zonder dat dit je symptoom ook maar enigermate beïnvloedt. Niet kennis is genezend, maar integratie. Pas echter ook op voor het eerste of meest evidente antwoord. De vraag die van een symptoom uitgaat, is zelden tot nooit volledig evident. Zelfs als je het antwoord kent, beschouw dit dan als een antwoord. Wees niet verbaasd als het na verloop van tijd een heel ander antwoord wordt en dan misschien weer terugkeert naar het eerste. Een vooruitgang op persoonlijk niveau gebeurt dikwijls in een spiraal: je komt terug voorbij dezelfde dingen, maar toch zijn ze anders.

'Integratie' betekent dat je niet mag proberen je symptoom als een zieke plek weg te snijden uit je lichaam en je leven. Dat zou een verminking betekenen, een wellicht onherstelbare verminking. Probeer de achterliggende betekenis van je maagbrand (wat die ook moge zijn) te aanvaarden. Probeer er niet (meer) tegen te vechten. Probeer wél te 'vechten' voor een 'betere ik' waarin het symptoom als dusdanig niet meer nodig is

Concreet zou je kunnen beginnen met gewoon in een heel ontspannen toestand je aandacht te laten gaan naar je pijn. Probeer de pijn niet te veranderen. Probeer er alleen bij te zijn met je volledige aandacht. Als je gedachten wegschuiven, schuif ze dan gewoon terug. Let wel: onderschat deze oefening niet. In gewone omstandigheden zijn gedachten eerder als losgeslagen apen die continu van de hak op de tak springen. Het ont-haasten van dit proces is niet meteen evident, maar je hoeft je niet te forceren. Dat zou trouwens een tegendraadse uitwerking hebben. Ga dus steeds terug naar de pijn en voel hoe deze licht kan veranderen. Aanvaard elk type verandering, in gelijk welke richting. Misschien verlicht de pijn, of neemt hij juist even toe? Verandert er een of ander aspect, zoals: minder brandend, of minder gelokaliseerd op die ene plek? Misschien verandert niet de pijn zelf, maar wel louter jouw perceptie ervan? Voelt de pijn meer of minder als 'hopeloos', als 'jou overheersend', als 'vijand'? Alles kan en mag. Stel voor jezelf ('wees zeker') dat als je deze oefening héél goed uitvoert, de episode van maagbrand maximaal een uurtje nadien zo goed als volledig voorbij is én veel minder snel terugkomt. Tracht dan niet te begrijpen hoe dit komt. Tracht gewoon dankbaar te zijn aan jezelf.

Beste vriend, ik denk dat het goed is dat je deze oefening enkele keren goed doet. Neem telkens bvb. een kwartiertje de tijd ervoor. Je zal in het begin merken dat een kwartier reeds lang is. Na enige oefening kan het omgekeerde zich voordoen: je merkt tot je verbazing dat je reeds langer bezig bent terwijl je de indruk hebt dat je slechts 5 minuten geleden begon.

Hier eindigt het niet. We zullen samen een eind op weg gaan, enkele verdere technieken langskomen en wellicht beiden veel bijleren over het onnoemelijk grote domein dat ons zelf is. In een volgend antwoord kom ik hierop terug.

Tenslotte dit. Misschien is het uiteindelijk beter van je maagbrand niet volledig verlost te raken (maar het is OK als dat wel gebeurt). Je zou je eigen maagbrand kunnen beschouwen als een verklikkerlichtje dat waarschuwt als je opnieuw hoort te werken aan één of andere verandering bij jezelf of in je leven; een lichtje dat aangeeft wanneer het tijd is voor aandacht. Je occasionele maagbrand wordt dan je beste vriend.
Een aantal rokers beweren dat ze alleen roken omdat ze dat graag doen. Het is dikwijls heel moeilijk verslaafd-zijn te scheiden van graag-doen. Het verslaafd-zijn ligt immers heel diep en manipuleert binnen in jou de mate waarin je denkt iets graag te doen of niet. Het is dus heel belangrijk voor jouw zelfbeschikking om te weten of JIJ wil stoppen of niet. Vandaar deze test.

Ga voor de volgende 10 items na welke op jou betrekking hebben. Wees hierin zeer eerlijk. Laat elke zin op jou inwerken en probeer het antwoord zo spontaan mogelijk naar boven te laten komen. Eventueel kan je - met voorzichtigheid - de principes van 'rationeel pendelen' hierop toepassen.

- Ik vind het spijtig dat ik reeds een hele tijd / vele jaren rook.

- Ik zal binnen 5 of 10 jaar wensen nu gestopt te zijn met roken.

- Ik ben reeds een aantal keren gestopt en herbegonnen.

- Ik vind mijn voorbeeldfunctie naar jongeren toe veel belangrijker dan het 'plezier' te blijven roken.

- Ik voel aan dat het 'plezier' van het roken eigenlijk hoofdzakelijk een symptoom is van mijn verslaving.

- Anderen vinden reeds langer dat ik moet ophouden. Dit is de oorzaak van grote spanningen tussen mij en de mensen die ik liefheb.

- Ik rook gemiddeld meer dan 10 sigaretten per dag en weet dat dit erg slecht is voor mijn gezondheid en welbevinden.

- Ik herinner me dat ik me in periodes zonder roken veel beter voel.

- Ik vind het erg dat ik mezelf 'een verslaafde' voel.

- Als ik volledig spontaan zou kunnen kiezen tussen het roker en het niet-roker zijn, dan zou ik kiezen voor het tweede.

Als je één van deze items bevestigt, dan is het reeds belangrijk voor jou om te groeien naar een toestand van niet-roker.

Als je meerdere items beaamt, dan mag je er zeker van zijn dat je als volledige persoon sterk achter de beslissing staat een niet-roker te worden. Als je toch blijft roken, dan komt dat omdat je verslaafd bent. Wantrouw deze verslaving. Doe wat je kan om ervan af te raken. Je wordt daardoor niet iemand anders. Je wordt integendeel méér de 'ik' die je in wezen bent.
Zonder seksuele fantasie is een erectie voor de meeste mannen niet mogelijk. Ook de erecties die zich 's nachts en 's ochtends voordoen, zijn verbonden met droomfazen, zeg maar seksuele fantasie. Seksuele fantasie is dus een middel dat je niet links mag laten liggen, meer nog, dat noodzakelijk is om erectiestoornissen op te lossen.

Een fantasie is geen werkelijkheid. Voor je fantasie, hoe verdorven of pervers ze ook is, hoef je je nooit te schamen. In de westerse cultuur is nochtans eeuwenlang veel moeite gedaan om die seksuele fantasie aan banden te leggen. Dit heeft zoals reeds gezegd ook tegenwoordig nog op veel mensen een diepe invloed. Het kan ook leiden tot een overdreven reactie, overdreven fantasieën waar je jezelf helemaal niet goed bij voelt. Toch is het interessant om in eerste instantie ook deze fantasieën te aanvaarden. Je ertegen verzetten houdt ze alleen maar des te langer in stand. Aanvaard ze zoals je best ook een symptoom aanvaardt: als een boodschap vanuit je diepere zelf. Het is niet de bedoeling van die boodschap om je ten eeuwigen dage te plagen. De boodschap wil op de eerste plaats gehoord worden, intellectueel én emotioneel. Als je goed kan luisteren, maak je je eigen symptomen overbodig.

Welke boodschap heeft jouw fantasie? Je kan hier beter op inspelen door in een visualisatie, in diepe ontspanning dus, elementen uit je fantasie over te nemen en tot je te laten spreken. Wie weet is het zelfs mogelijk om je 'innerlijke raadgever' te herkennen achter een gedaante uit je fantasie.

Fantasieën waar jij je goed bij voelt, mag je gerust de vrije loop laten. Wat veel te weinig tussen koppels gedaan wordt, is het delen van de seksuele fantasieën. Dit veronderstelt een graad van openheid die zelfs binnen koppels niet steeds evident is. Zorg er voor dat je nooit een fantasie tegen wil en dank opdringt. Zorg ook dat je de fantasie van je partner volledig respecteert. Lach ze vooral nooit uit. Het delen van fantasie kan mensen erg dicht bij elkaar brengen en op een heel gevoelige manier. Pas dus op voor vuurwerk!
Over het algemeen ben ik geen aanhanger van hypnose, hoewel ik het in praktische situaties wél aanvaardbaar en zelfs bewonderenswaardig vind als bvb een collega onder deze noemer durft werken. Ik zou het zelf ook wel durven, MAAR alleen bij gebrek aan een werkbaar alternatief EN zelf zeer kritisch staande tegenover zowat alle centrale ideeën ervan. Zeer basic gesproken, geldt voor mij: het enige wat werkt bij hypnose is suggestie. Al de rest is hocus-pocus, onnodig en zelfs schadelijk. Ook in de kern, suggestie zelf, vind ik de wereld van hypnose over het algemeen - en ik heb die zelf bijzonder goed bestudeerd - zeer weinig doordacht.

Indien enigszins mogelijk, vind ik dat elke therapeut de term 'hypnose' hoort te vermijden. 'Hypnose' heeft nu eenmaal veel te veel bijbetekenissen. Deze bijbetekenissen (verwachtingen, suggesties dus) vormen of je het nu wil of niet, in belangrijke mate mee de hypnotische praktijk. Dan is de hypnotiseur degene die de touwtjes in handen heeft en die door middel van zijn wilskracht en / of allerhande trucjes de gehypnotiseerde geneest op de wijze van jij-bent-ziek-en-ik-genees-jou. Dan is de gehypnotiseerde een persoon-die-ondergaat. Hij komt met zijn fobie, zijn verslaving, zijn ziek-zijn bij de machtige hypnotiseur die het probleem oplost. Dit leidt natuurlijk tot symptomatische behandeling, want als je niet zelf diepgaand bij je genezingsproces betrokken bent, dan kan je probleem alleen aan de buitenkant behandeld worden. Dan blijft je 'diepere zelf' - in feite: jij als totale persoon, al hoef je het niet bewust zo aan te voelen - gefrustreerd achter. Want je bent niet behandeld daar waar in jezelf je lijden zich echt afspeelt. Meer nog: je bent ten zeerste genegeerd. Je kracht tot zelfgenezing is niet gebruikt en naar de toekomst toe zelfs ingeperkt door deze bekrachtiging van negatieve verwachting. De enige manier om het symptomatische te overstijgen, ligt er immers in de zieke zichzelf zo veel mogelijk van binnen uit te laten genezen. En met goede technieken en een goede houding is hier enorm véél mogelijk.

Eén van de andere bijbetekenissen van klassieke hypnose is dat je in 'trance' moet komen. Anders is de therapie eigenlijk 'mislukt'. Klassieke hypnotherapeuten stellen dus veel belang in het instellen van deze 'trance', waarvan het bestaan als speciale bewustzijnstoestand nooit bewezen is. Hierin verschilt de klassieke van de nieuwe hypnose ('new hypnosis'*), die de klassieke 'trance' ziet als een bijkomstig fenomeen en daarentegen gebruik maakt van gewone relaxatie en concentratie zoals wanneer je een boek leest of naar een film kijkt. Je kan iemand met behulp van suggestie in 'trance' brengen. Je kan ook iemand gewoon vragen om gedurende enkele minuten op één been te gaan staan en deze toestand dan 'trance' noemen. Is die toestand dan noodzakelijk om de zieke één of andere vorm van 'genezing' te brengen? Neen, of beter: alléén als je erin slaagt die zieke rotsvast te doen geloven dat het zo is. Net als bij elk ander placebo.

Nog een bijbetekenis van hypnose, en dat is de laatste waar ik het hier over heb, is er één waar ook de nieuwe hypnose - zij het niet alle beoefenaars hiervan - zich aan bezondigt. En die bestaat eruit dat het bewustzijn wordt voorbij gespeeld met de bedoeling het zieke onbewuste te repareren. Suggestie wordt dan gezien als een soort buis met versterkte wanden die dwars dóór het bewustzijn wordt gestoken. Een 'kijkoperatie' zeg maar. De menselijke geest wordt hierbij niet gezien als een natuurlijke eenheid (zoals wel bij Aurelis). Ergens binnenin wordt een kapotte gloeilamp gezocht en vervangen, liefst op zo mechanisch mogelijke wijze. Maar zo werkt het nu eenmaal niet en als je het toch tracht te forceren, dan reduceer je het complexe fenomeen 'mens' op onnoemelijke wijze en met ernstige gevolgen.

*zoals ondertussen reeds decennialang toegepast en gepropageerd door o.a. Barber, Spanos, Chaves, Araoz, Edelstien... - dit voor de erg geïnteresseerden.
[Uit 'Stressionele Intelligentie']

Stress speelt zijn belangrijkste rol in het ziek-worden als onderdeel van zelfbestendigende patronen. B.v. stress veroorzaakt in de maag een microklimaat dat de groei van bepaalde bacteriën in de hand werkt. Door autosuggestie (in de aard van 'iets wordt me in de maag gesplitst') verhoogt de impact van stress op de maag. Bij een andere suggestie zou een ander zwak punt onder de stress begeven. Hier zien we dus verschillende gegevens die in interactie met elkaar een uiteindelijke impact uitoefenen:

- een uitwendige factor: de bacterie

- een lichamelijke factor van gevoeligheid: de zwakke plek

- een psychische invloed in de vorm van autosuggestie.

Het gevoel van enige maaglast verhoogt de aandacht op de maag en de oriëntatie van stress daarnaartoe. De bacteriën krijgen hierdoor een gunstiger klimaat en ontwikkelen zich verder in de maag, waardoor deze nog meer een zwakke plek wordt. Als aan deze toestand niet verholpen wordt, ontstaat een spiraal van steeds toenemende klachten. Wat is in dit verhaal dé oorzaak van de maaglast / maagzweer? Men kan terecht beweren dat de bacteriën nodig zijn om het zelfbestendigend patroon in gang te zetten en te laten evolueren. Maar hetzelfde kan men zeggen omtrent de stress. Ook de zwakke plek is in dit geheel een noodzakelijk element. Het uitschakelen van één van de elementen kan het zelfbestendigend patroon stoppen en de patiënt 'genezen'. Enkele jaren terug zijn specifieke bacteriën in de maag van maaglijders ontdekt. De hypothese werd gesteld dat deze bacteriën de 'oorzaak' waren van de maaglast. Op basis van deze hypothese werden antibiotica toegediend, waardoor de maaglast verdween. Dit wordt nu gezien als bewijs dat de bacteriën daadwerkelijk dé oorzaak zijn. Volgens de hier net uitgewerkte voorstelling is dit fout. Meer nog: door de bacteriën als dé oorzaak te zien en te behandelen, gaat men voorbij aan de andere factoren van het zelfbestendigend patroon. Deze factoren kunnen dan een andere deur (zwakke plek) zoeken om zich te veruitwendigen. Wat hiervan het gevolg is, laat zich raden. Natuurlijk: in de statistieken ziet men door toediening van antibiotica een hoog genezingspercentage van dit symptoom. Is zo'n genezing niet een Pyrrhus-overwinning (*)?

(*) Pyrrhus-overwinning: een overwinning die echter door verzwakking van de overwinnaar uiteindelijk uitmondt in een nederlaag.
Ja. Als je agressief tégen een verslaving vecht en ze verdrukt, heb je eerst veel last aan de oppervlakte. Zeg maar: ontwenningsverschijnselen. Màànden kunnen die duren, zelfs jàren. Iedereen kent wel iemand die deze kwelling zo langdurig heeft ondergaan of nog ondergaat. Het is verschrikkelijk dat mensen door een tekort aan juiste informatie en gepaste hulpmiddelen zichzelf deze nachtmerrie aandoen. En voor veel rokers is het een voldoende afschrikking om er niet eens aan te beginnen, wat op zich ook al een drama is, want langdurig roken is natuurlijk ontzettend slecht voor je gezondheid.

Maar wist je dat ontwenningsverschijnselen op lichamelijke basis slechts de eerste 2 à 3 dagen na het stoppen met roken mogelijk zijn? Alle ellende die langer duurt, is louter het gevolg van het gevecht binnenin. Dit is een feit. En het is ook zeer goed nieuws want het betekent dat er iets aan te doen valt. Het wil trouwens ook zeggen dat zelfs tijdens de eerste dagen de ontwenningsverschijnselen voornamelijk géén lichamelijke basis hebben. Als je tijdens het stoppen met roken geen agressief gevecht tegen je verslaving hoeft te voeren, heb je dus veel minder tot zelfs géén ontwenningsverschijnselen én ook nadien veel minder kans op gewichtstoename of herval.

Wat dit laatste betreft, geldt hetzelfde principe als bij diëten. Daar is reeds veel onderzoek naar gebeurd. Het staat momenteel zo vast als een huis dat aan dieet doen een ernstig risico inhoudt voor het ontwikkelen van (nog meer) overgewicht. Maar ook hier hangt het grotendeels af van de manier waarop je aan dieet doet. Als je je overgewicht agressief bestrijdt, dan ga je in feite een agressief gevecht aan tegen je eigen diepere zelf. Natuurlijk verlies je dat! Agressie, tegen-agressie, tegen-tegen-agressie. En dat allemaal binnenin jezelf. Je hakt en kerft van alle kanten tegelijk als met een mes in je eigen geest. Wat verwacht je dan?

Als je probeert te stoppen met roken door van de sigaret je vijand te maken, doe je iets zeer gelijkaardigs. Je start een agressief gevecht tegen je eigen diepere zelf en dan komt de tegenaanval zeer hard aan.

Ontwenningsverschijnselen en herval zijn niet eens het belangrijkste negatieve gevolg. In de diepte, daar waar de verslaving echt aanwezig is, zijn de gevolgen op langere termijn pas echt rampzalig. Aan dit gevaar wordt meestal weinig of zelfs geen aandacht besteed. Dit gevaar is multipel: gedurende de rest van je leven een serieus verhoogde kans op depressie én/of allerhande psychosomatische aandoeningen, d.w.z.: aandoeningen die tot uiting komen in je lichaam maar veroorzaakt worden door je geest. Dit zijn er heel wat. De huidige medische wetenschap staat zover dat ze zelfs psychosomatische factoren onderkent in de meeste aandoeningen. Vermits er jaren kunnen tussen liggen, is het verband met het stoppen met roken echter ontzettend moeilijk in experimenten te vatten. Dan moet je de zaak natuurlijk niet negeren, maar juist proberen zo rationeel mogelijk erover na te denken. En dan kan je maar tot één ding besluiten: dat we tot nu bij de methodes om te stoppen met roken iets zéér ernstigs over het hoofd hebben gezien.
Een gevolgtrekking van deze filosofie is dat je beter niet te lang op voorhand een stopdatum bepaalt. De hulp die een strikte stopdatum je mogelijkerwijs geeft, is van het placebo-type: het 'helpt' alleen doordat je jezelf voorhoudt dat het helpt. Het helpt dankzij een rad voor jouw ogen. Op zich beschouwd, helpt het echter niet. Integendeel, als je er op die dag nog niet klaar voor bent, dan ga je iets forceren om toch dàn te stoppen. Zo raak je niet van de verslaving af en als het die dag niet lukt of je hervalt spoedig nadien, dan zoek je een zondebok in zoiets als een gebrek aan wilskracht. M.a.w. je vermindert je kansen om definitief van het roken af te raken.

Als er toch een stopdatum bij te pas komt, dan is het beter dat niet de roker de stopdatum kiest, maar dat de stopdatum zichzelf kiest. Ik bedoel dat de stopdatum spontaan in je naar boven komt, als zekerheid dat dàn (of nu meteen) de tijd rijp is. De stopdatum is dan een uiting van deze zekerheid. De beweging is volledig van binnen naar buiten en niet omgekeerd. Er bestaan zeer krachtige autosuggestie-technieken om op deze manier met de stopdatum te 'werken'.
Het antwoord op de vraag of iemand wil stoppen met roken, is erg afhankelijk van de connotaties bij die vraag. Stel:

1) Wil jij zeer lang ontwenningsverschijnselen, levenslang diep in jezelf snakken naar iets dat je jezelf ontzegt, en steeds het gevaar lopen te hervallen en jezelf als een mislukkeling te beschouwen? Wil je het plezier kwijt dat je denkt te hebben van het roken en levenslang gefrustreerd worden telkens je iemand anders ziet roken? Antwoord: een schoorvoetend nee.

2) Wil jij stoppen met roken met behulp van een methode waarbij je niet langdurig moet vechten tegen herval na één sigaret, etc.? Antwoord: een duidelijk ja.

Bij 1) en 2) is de gestelde vraag eigenlijk dezelfde: Wil jij stoppen met roken? Wat ik net beschreef, zijn de verschillende connotaties die mensen kunnen hebben bij deze vraag. Ik heb zelf al dikwijls meegemaakt dat bij nadere explicitering van de vraag volgens 2), het antwoord veranderde van 'nee' in 'ja'. Mijn besluit hieruit is dat eigenlijk bijna iedere roker wil stoppen met roken. Jaarlijks onderneemt 25% een serieuze stoppoging. Ongeveer 90% hiervan mislukken. Van de overigen zijn er nog velen die jarenlang last ondervinden. Verder zijn er alweer iets meer mensen die beginnen met roken dan rokers die ermee stoppen. Een bleke werkelijkheid...

Als je geen roker bent, kan je een sigaret 'willen'. Als je echter pakweg meer dan 10 sigaretten per dag rookt, dan kan je niet meer gewoon 'willen'. Je bent je eigen keuze kwijt. Je bent onvrij. Het roken heeft als een hersenspoeling zich meester gemaakt van jouw vrije wil. Zonder verslaving zou je niet 'willen' zoveel roken. Als je dan zegt 'ik wil roken' of 'ik vind roken plezierig', dan zeg je in feite hetzelfde als 'ik ben verslaafd'. Het 'willen' is zelf een onderdeel geworden van de verslaving.

Zeer veel rokers willen stoppen, maar slagen er niet in - of hervallen meteen. Anderen denken dat het gemakkelijk is ... tot ze het proberen.
Nee. Bij Aurelis wordt weliswaar dikwijls de nadruk gelegd op 'spontane' en 'automatische' genezing. Dit wil echter niet zeggen dat je geen wilskracht meer mag toepassen. Wilskracht is zelfs aanbevolen, maar alleen daar waar ze werkelijk effectief is. Ik gebruik hiervoor graag het beeld van de tuinman. Die kan veel werk verrichten in zijn tuin. Hij zorgt voor de juiste omstandigheden, geeft water en meststoffen indien nodig, wiedt het onkruid etc. Er is echter één ding dat hij niet kan doen: hij kan niet de 'bloemen groeien'. Dat kunnen alleen de bloemen en andere planten in de tuin zelf, spontaan en automatisch als de condities goed zijn.

Je kan zeer algemeen in de natuur geen enkele verandering verplichten. Je kan ze alleen richting geven. De tuinman kan ervoor zorgen dat hier bloemen groeien en daar andere planten. Maar hij kan niet het groeiproces zelf 'doen'.

Het diepere zelf ageert en reageert zoals de planten in de tuin. Het is het meest natuurlijke deel van jezelf. Het doel nu kan zijn het worden van een niet-roker, d.w.z. iemand bij wie de verslaving nog slechts minimaal aanwezig is. Dat doel kan bewust geplaatst worden. Het kan echter alleen door het diepere zelf bereikt worden op een organische manier, dus van buitenaf bekeken 'spontaan', 'automatisch'.

De enige manier om dit te volbrengen, om de condities als een goede tuinman optimaal te maken, is de taal te leren spreken van je diepere zelf, namelijk: autosuggestie.

Als je daartegenover 'alleen maar' wilskracht plaatst, dan verdrinkt die in de verslaving. Op dergelijke basis krijg je de verslaving nooit weg. Je kan dan wel -meestal tijdelijk- stoppen met sigaretten roken, maar tegen de verslaving zelf kan je zo niet winnen. Je bent dan trouwens agressief aan het vechten tegen jezelf. Je verliest twee keer. Dit is wat dikwijls gebeurt bij bvb 'cold turkey'. Resultaat: ernstige ontwenningsverschijnselen en een levenslang smeulen van de verdrukte verslaving.

Bij de Aurelis-methode verander je echter spontaan tot een niet-roker. Het niet-meer-roken is dan een automatisch gevolg hiervan.
Dubbelblind studies(*) zijn de state of the art van experimentele wetenschap in de geneeskunde. Zij vormen de theoretische én praktische basis van de moderne reguliere geneeskunde. In die reguliere geneeskunde ziet men nu een vernauwing waarbij een aantal artsen zich alleen richten op 'evidence-based medicine' (EBM). Dit wil zeggen: binnen datgene wat bewezen kan worden, is alleen datgene wat bewezen is, aanvaardbaar. Een hardere kern vergeet al eens het eerste deel van deze zin, wat uiteraard leidt tot absurditeit, namelijk: als iets niet bewezen kan worden, wordt het dan meteen als onzin beschouwd.

Zich richten op datgene wat bewezen is binnen het domein waarin dat past, is uiteraard een bewonderenswaardig uitgangspunt. Daar valt niets tegen in te brengen. De waarde ervan hangt uiteraard op de eerste plaats af van de kwaliteit van het bewijs. Dat betekent anno 2002 de kwaliteit van dubbelblind studies volgens de huidige vereisten: dubbelblind, gerandomizeerd en gecontroleerd. Welnu, aan de 'dubbelblind' schort iets zeer fundamenteels. Dat wat schort heeft rechtstreeks te maken met de ontkenning van het onbewuste. Het gevolg van deze ontkenning is zéér ernstig, want het zet dubbelblind studies volledig op de helling en daardoor, zoals gezegd, dus ook de basis van de moderne reguliere geneeskunde.

Op het eerste zicht is de 'dubbelblind' van goed uitgevoerde studies nochtans correct. Noch arts, noch patiënt worden op de hoogte gebracht van het feit of de patiënt tot de geneesmiddel- of tot de placebo-groep behoort. Hiermee is echter slechts een deel van het probleem opgelost (namelijk punt 1 van de 3 cf. infra). Denkend vanuit Aurelis-filosofie en -praktijk is het resterende deel echter ZEER GROOT (**). Daarom is Aurelis zeer goed geplaatst om een kritische visie te formuleren t.o.v. dubbelblind studies.

Wat elke geneesmiddel-innemende patiënt als gehele persoon waarneemt, is:

wat de arts hem vertelt. Als de arts het zelf niet weet, vertelt hij dus niets.

wat hij waarneemt (bewust / onbewust) met betrekking tot de werking van het geneesmiddel.

wat hij waarneemt (bewust / onbewust) met betrekking tot de bijwerkingen van het geneesmiddel.

Elk actief geneesmiddel heeft werking én bijwerkingen. Een (passief) placebo niet. We hebben het hier over lichamelijke effecten, dus het lichaam 'neemt waar'. Welnu: ALS het onbewuste dit ook waarneemt EN hierop reageert, DAN zijn dubbelblind studies voor de gehele persoon niet dubbelblind (trouwens: dat hoeft niet alleen onbewust te zijn, maar dit is wel voldoende). Hiermee zou meteen een groot deel van de experimenteel-wetenschappelijke geneeskunde op losse schroeven komen te staan. Vanuit de Aurelis-visie (waarbij het onbewuste op alle domeinen een zeer grote invloed heeft) is deze hypothese zeer aannemelijk. Wetenschappelijk heeft men hiernaar nog maar weinig studies verricht. Wat echter uit deze studies naar boven komt, wijst zeer sterk in dezelfde richting. Van groot belang zijn 'dubbelblind' studies waarin een passief (totaal onwerkzaam) placebo vergeleken wordt met een actief placebo (dat geen werking heeft, maar wel bijwerkingen). Welnu, hier ziet men dat het beoogde effect van actief placebo veel groter is dan dat van passief placebo. Dat wil zeggen DAT bijwerkingen wel degelijk worden waargenomen &EACUTE;N dat erop gereageerd wordt. DUS zijn dubbelblind studies voor de gehele persoon niet dubbelblind!

Ik heb het punt hier uitgewerkt voor wat betreft bijwerkingen. Dezelfde argumentatie geldt zeker ook voor de eigenlijke werking van het geneesmiddel. De effecten die van beide uit resulteren, zijn placebo-effecten. Dit maakt dus dat in een dubbelblind studie het placebo-effect van de medicatiegroep potentieel véél groter is dan die van de placebogroep. Hoe groot deze effecten juist zijn, weet men niet. Hoe groot de bewijskracht van dubbelblind studies is, weet men dus ook niet. Het wordt in elk geval schromelijk overdreven. Dus: de farmacologische werking van geneesmiddelen wordt in het algemeen schromelijk overdreven, ten nadele van de eigen innerlijke kracht van de patiënt. Dit is zéér problematisch!

(*) Dit zijn studies waarbij zowel arts als patiënt niet weten of het actieve geneesmiddel ofwel een placebo wordt toegediend aan elke individuele patiënt. Een aantal patiënten krijgen het ene; een aantal andere patiënten krijgen het andere. Beide groepen worden nadien met elkaar vergeleken met de bedoeling het placebo-effect af te zonderen van de farmacologische werking.

(**) Hierop kan in deze korte tekst niet verder ingegaan worden. De geïnteresseerd wordt verwezen naar verdere literatuur bvb op de website.
Ik onderscheid hierin 2 soorten van homeopathie: de 'pure' en de afgeleide. De 'pure' is de oorspronkelijke, zoals ontwikkeld door de grondlegger der homeopathie (*). De concentraties die hier gebruikt worden zijn 'infinitesimaal klein' (term uit deze vorm van homeopathie zelf, die betekent: onnoemelijk klein). De afgeleide vormen gebruiken meestal middelen met veel grotere concentraties. Ik ga het hier nu verder hebben over de pure homeopathie, zoals die nog veel wordt beoefend. Ik heb hier persoonlijk veel meer achting voor dan voor de afgeleide vormen, die in mijn ogen bijna louter het resultaat zijn van commercieel denken.

Welnu, de middelen die door een 'pure' homeopaat worden voorgeschreven, zijn concreet. Ze kunnen dus, mede vanwege hun speciale aard, perfect experimenteel-wetenschappelijk worden bestudeerd. Dat wil zeggen: als ze op eender welke manier effectiever zijn dan puur oplosmiddel (d.w.z.: water), dan is dat uitermate gemakkelijk te bewijzen. Dit gaat als volgt: verdeel daar waar de klanten hun middeltjes afhalen, deze klanten in 2 groepen. De ene groep krijgt puur water, de andere het 'pure' homeopathische middel. Ga dan na of er een verschil is qua uitwerking. Dit is een dubbelblindstudie die zo perfect is als nergens anders mogelijk, want er zijn in dit geval géén complicerende bijwerkingen (zie "Wat is jouw mening omtrent dubbelblindstudies?"). Welnu, in een dergelijke studie is NOOIT bewezen dat een puur homeopathisch middel effectief is. Met andere woorden: pure homeopaten stoelen hun beweringen louter op rationele aannemelijkheid.

Laten we de zaak dan eens klaar stellen. Wat is aannemelijker: 1) dat een middel waarin minder dan het minimale (**) van een bepaalde stof zit, toch werkzaam is vanwege de vroegere aanwezigheid van die stof, of 2) dat er een andere verklaring is waarom mensen 'zich geholpen voelen' door de inname van de inhoud van het potje?

Is de tweede hypothese aannemelijk? Wel, vanuit de Aurelis-filosofie is ze uitermate evident. Vergelijk dit met de eerste hypothese, die voor elk rationeel denkend persoon uitermate ON-evident is. 'Uitermate onevident' is nog niet 'met zekerheid fout'. Maar vanuit de Aurelis-filosofie is er eigenlijk geen twijfel mogelijk. Dat wil zeggen: als je ervan uitgaat dat autosuggestieve fenomenen in werkelijkheid bestaan, dan staat deze vorm van homeopathie meteen op de helling. Als je ervan uitgaat dat autosuggestieve fenomenen substantieel groot zijn, dan is er voor pure homeopathische middeltjes GEEN ENKELE reden tot bestaan meer, tenzij je ervan uitgaat dat hulpvragende mensen eindeloos mogen bedrogen worden, 'als het maar opbrengt' of 'als ze zich maar beter voelen'. Met dit laatste zou je nog kunnen leven, maar niet als je het combineert met mijn eigen inzichten hieromtrent (zie "Waarom noem jij Aurelis soms een 'morele geneeswijze'?").

Ik ben hierin zeer categoriek: vanuit de Aurelis-visie heeft pure homeopathie geen enkele reden tot blijvend bestaan en dient ze zo snel als redelijk (maar toch niet eerder) verwijderd te worden uit elk praktisch geneeskundig handelen.

(*) Samuel Hahnemann, begin 19de eeuw

(**) Dat wil zeggen: minder dan één molecule. Oftewel: minder dan wat scheikundig nodig is om er te kunnen zijn. Oftewel: als je meerdere potjes neemt, zit in één potje één molecule van het product, in de andere potjes absoluut niets van het product.
[Uit 'Genees jezelf':]

In principe heeft suggestie niets met simulatie te maken, vermits simulatie een niet-spontane keuze is om zich anders te gedragen dan men in feite is. Zo kan iemand een ziekte simuleren om van een vervelende job af te raken en toch in een goed sociaal stelsel terecht te komen. Autosuggestie leidt daarentegen tot een spontane 'keuze' om zich net zó te gedragen als men in feite is. Toch worden beide domeinen soms door elkaar gehaald. Vroeger, toen suggestie nog niet goed begrepen werd, was het zelfs een eerder algemene veronderstelling binnen de geneeskunde dat de reactie van een patiënt op een nep-geneesmiddel gezien moest worden als een 'bewijs' dat die patiënt een simulant was. Ook nu nog ziet men bij sommige artsen deze overtuiging leven. Wetenschappelijk gezien is het intussen duidelijk dat suggestie niets met simulatie te maken heeft.

In toneelhypnose wordt nogal wat simulatie vertoond als respons op de 'hypnotische suggesties'. Mensen op het podium kunnen zich als het ware verplicht voelen om mee te doen met de show, om 'de pret niet te bederven'. Sommigen zien hierin ook net een gedroomde kans om eens extra gek te doen op een sociaal aanvaarde manier, want zijn ze immers niet 'in trance'? Toneelhypnose is een mengeling van suggestie en simulatie. Het blijven echter twee verschillende fenomenen.
[Uit 'Genees jezelf':]

Men ging er vroeger van uit dat suggestibiliteit een eigenschap of karaktertrek was van een minderheid van mensen. Deze suggestibiliteit was dan eerder een negatieve karaktertrek, een teken van 'lichtgelovigheid' of 'bedotbaarheid', in elk geval een teken van zwakke persoonlijkheid of zelfs van pathologie.

Intussen is duidelijk geworden dat dit helemaal niet het geval is. De meest kritische mensen kunnen tegelijk de mogelijkheid hebben zich open te stellen voor een communicatie met het zelf. Daartegenover kunnen de meest lichtgelovige mensen tegelijk zo angstig zijn dat ze zich moeilijk kunnen laten gaan in de mate die nodig is voor het suggestieve gebeuren. Uiteindelijk zijn het net de eerder intelligente mensen die sneller gebruik kunnen maken van de voordelen die een correct toegepaste autosuggestie biedt.
[Uit 'Genees jezelf':]

In de brede betekenis kan men wel stellen dat iedereen vatbaar is voor suggestie. Het is zelfs te betwijfelen of zonder suggestie het leven wel voor één dag mogelijk zou zijn. De mate waarin iemand vatbaar is voor een therapeutisch gebruik van suggestie, is wel afhankelijk van de gebruikte 'technieken', de situatie en het tijdstip. Zo zijn sommige mensen meer ontvankelijk voor autoritair gegeven suggesties, terwijl anderen, of dezelfde personen in andere situaties, meer ontvankelijk zijn voor open suggesties. Indien men zich flexibel genoeg kan opstellen, dan kan men iedereen helpen bij een benadering die expliciet suggestie gebruikt of aanleert.

Als men in paniek verkeert of als men emotionele turbulenties doormaakt, dan kan men wel in een toestand van verhoogde vatbaarheid voor suggestie terechtkomen, vooral ook voor suggesties die niet van nature uit reeds geïntegreerd zijn in de totale persoonlijkheid. Dat zijn momenten waarop iemand een psychisch trauma kan oplopen, niet alleen door de betekenis van de traumatiserende situatie op zich, maar ook door de verhoogde suggestibiliteit die net dan optreedt. Deze verschaft de betekenis van de situatie des te meer invloed, een invloed die kan leiden tot blijvende 'post-traumatische stress' verschijnselen. Een voorbeeld hiervan is de 'shell shock' waar veel soldaten tijdens de twee wereldoorlogen aan leden en die maar al te dikwijls werd afgedaan als simulatie of zelfs poging tot desertie.
[Uit 'Genees jezelf':]

'Doctor curat, natura sanat.' De dokter behandelt, de natuur geneest. Een bordje met dit adagio erop zou eigenlijk in de wachtkamer van elke praktiserende collega-arts een ereplaats moeten krijgen. Dit wordt duidelijk als je nagaat hoeveel geneesmiddelen alleen symptomen verzachten, totdat de zieke persoon in lichaam en geest volgens natuurlijke weg zichzelf geneest.

Het volgende is een min of meer volledig overzicht van het huidige geneesmiddelen-aanbod, te beginnen met de symptomatische medicaties en dan gevolgd door de niet-symptomatische producten.

Bij de symptomatische geneesmiddelen vindt men de kalmeermiddelen, de pijnstillers, de corticoïden, de antihistaminica, de luchtweg-verwijders, de antihoestmiddelen, de antijichtmiddelen en de immunosuppressoren. Daarnaast kan een arts middelen voorschrijven tegen acné, jeuk, droge schilferende huid, bloeduitstortingen, angor pectoris, ritmestoornissen, vaatstoornissen, hoge bloeddruk, hartfalen, hoge cholesterol, braken, obstipatie, diarree, migraine, maagzuur, parkinsonisme, epilepsie, neusloop, depressie en schizofrenie. Ter vervanging van één of ander tekort, kan een arts ook allerhande hormonen, spijsverteringsenzymen, mineralen en vitamines voorschrijven.

Zo, het weze duidelijk dat ál deze middelen louter symptomen verlichten. Geen enkele, maar dan ook géén énkele ervan neemt de lichamelijke of psychische oorzaak weg. Dit wil zeggen dat als je één van deze middelen inneemt en je stopt er na een korte of lange periode mee, er maar 3 mogelijkheden zijn:

- Je hervalt meteen of tamelijk spoedig in dezelfde symptomatologie die je vertoonde vóór de start van de medicatie.

- Je bent intussen genezen en voortaan vrij van de symptomen waarvoor je de medicatie innam.

- Je hebt intussen een andere, niet-medicamenteuze behandeling gekregen, zoals een psychotherapie, een operatie of een bestraling, die de psychische of lichamelijke oorzaak voor de symptomen 'wegnam'. Maar ook deze behandelingen zijn dikwijls symptomatisch.

Dan komen we aan de lijst van geneesmiddelen die wél een lichamelijke oorzaak wegnemen. Deze lijst is véél korter dan de vorige. Ze bestaat uit de middelen tegen infecties en de middelen tegen kwaadaardige gezwellen.
[Uit 'Genees jezelf':]

Vooreerst: met 'aanvaarden' bedoel ik niet dat je je erbij moet neerleggen. Integendeel, zich er zomaar bij neerleggen is even goed als het symptoom volledig negeren. Het betekent immers dat je er niet (meer) mee interageert, dat er geen dialoog meer is en geen mogelijke groei of vooruitgang. Een symptoom aanvaarden betekent dat je ervan uitgaat dat het altijd een oorzaak of een doel heeft, of beide tegelijk. Oorzaak en doel vormen de symbolische 'boodschap', waarvan je weet dat die er is, maar waarvan je ook moet weten dat je die alleen kan aanvoelen of gewaarworden.

Een symptoom aanvaarden betekent dat je er niet iets achter zoekt dat er in principe van losstaat, zoals een achterliggende psychoanalytische betekenis die op zich dezelfde blijft, ongeacht het symptoom via hetwelk de betekenis zich uit. Het symptoom dat zich aandient als symbool ís ook tegelijk het gesymboliseerde. Met je intellect achter het symptoom kruipen betekent dat je het symptoom zelf niet serieus neemt. Een symptoom én wat erachter ligt behoort tot de wereld van het onbewuste. En een onbewuste is nu eenmaal geen bibliotheek waar je naar hartelust in kan rondneuzen eens je de sleutel van de deur hebt bemachtigd. Het onbewuste is tegelijk ook grotendeels het 'on-bewust-bare', datgene wat in principe niet kenbaar is, niet bewust te maken is, niet te vatten is in woorden.

'Je symptoom aanvaarden' wil uiteraard niet zeggen dat je niet gezond wil worden (of niet vrij van dat symptoom). Natuurlijk wil je dat wel. 'Je symptoom aanvaarden' wil op de eerste plaats zeggen dat je nu reeds van jezelf houdt, mét het symptoom. Je wil niet wachten met van jezelf te houden tot het symptoom voorbij is. Je accepteert jezelf (mét of zonder symptoom) en je houdt van jezelf en dat is de enige houding van waaruit je een echte verandering kan starten. Jezelf accepteren mét symptoom wil namelijk zeggen dat je gaat veranderen vanuit een idee van 'Ik wil veranderen', in tegenstelling tot een 'Ik moet veranderen want anders ben ik minderwaardig'. Het eerste is veel prettiger, efficiënter én vollediger. Het is een verandering met je gehele zijn. Het veranderde deel van jezelf is geïntegreerd in het geheel en daardoor ook automatisch veel standvastiger.
[Uit 'Genees jezelf':]

Een aantal kenmerken van de 'goede praktijk van suggestiviteit' komen overeen met de manier van bidden die spontaan is gegroeid in de grote wereldreligies. Voor bidden, zoals voor autosuggestie, is herhaling belangrijk maar niet noodzakelijk. Meestal komt de boodschap beter over als men door herhaling het 'bewijs' levert dat men serieus is in het gevraagde. Ook door herhaling vormt men een duidelijker patroon van het gevraagde. Men krijgt meer de tijd om erover te mediteren en voor zichzelf uit te maken of het gewenste wel datgene is wat men vraagt, of misschien iets wat daarachter ligt. Als bvb een zieke vraagt om genezing, wil hij dan wel gewoon een genezing van zijn ziekte, het herstel van een defect op een wijze die hij van een garagist verwacht voor zijn auto? Of wil hij misschien eigenlijk meer 'groeien' door zijn ziek-zijn, zonder dat dat bewust duidelijk is? In elk geval wel duidelijk is dat als het gevraagde niet overeenstemt met het diep in zichzelf gewenste, dat dan noch het gebed, noch autosuggestie veel zoden aan de dijk zullen brengen.

Geloof, vertrouwen en een positieve verwachting zijn erg belangrijk. In het domein van de suggestie spreekt men zelfs van een 'wet van het tegengestelde effect': hoe meer je je best doet iets te bereiken terwijl je er eigenlijk niet in gelooft, hoe groter de kans wordt dat je je doel nooit zal bereiken. Wat met het geloof bedoeld wordt in de context van het gebed is duidelijk. Bij autosuggestie slaat geloof op de eerste plaats op de positieve ingesteldheid, die o.a. verhoogd wordt door het geloof in een achterliggend verklaringsmodel en door de wetenschap dat ook anderen op die manier reeds zijn geholpen.

Bij het formuleren van een goede suggestie is het van belang om zich te oriënteren op het resultaat. Men 'vraagt' om het resultaat, zonder een manier te vereisen waarop dit resultaat behaald moet worden. In een goede suggestieve verwoording komt alleen het wat, niet het hoe. Men kan wel werken met deelresultaten en aldus min of meer richting geven aan de wijze waarop het uiteindelijke resultaat wordt bekomen. Naar elk deelresultaat toe vergt een goede suggestie echter altijd een zekere graad van openheid, van onbeheersbare spontaneïteit. Ook bij een gebed vraag je om een resultaat. In de exacte manier waarop God dit resultaat bewerkstelligt, heb je weinig tot geen inbreng te verwachten.

Dicht aanleunend bij het vorige is de vereiste om zich enigermate te laten gaan, om het roer even los te laten. Een suggestieve werking heeft niets te maken met de wilskracht waarmee men 'zichzelf kan overwinnen'. Het is daarin net als bij het in slaap vallen. Hoe meer je het inslapen met wilskracht van jezelf wil afdwingen, hoe meer klaarwakker je wordt.
[Uit 'Genees jezelf':]

F.J.Evans [*] bestudeerde 22 gepubliceerde wetenschappelijke studies waarin het effect van een pijnstiller vergeleken werd met placebo. Hij kwam tot heel opmerkelijke resultaten: het effect van het placebo varieerde namelijk sterk met de kracht van de bestudeerde pijnstiller. Over het gehele spectrum van zwakke tot erg sterke pijnstillers (van aspirine tot en met injecties van morfine) bleef het placebo tot grote verbazing steeds 55-60% behouden van de kracht van het actieve product! Dit was meer dan de toen algemeen aanvaarde placebo-werking van 30%. In andere studies vond Evans trouwens ook dat placebo's 59% zo effectief waren als antidepressiva (meta-analyse van 93 studies). Dit waren studies van vóór 1985. Latere antidepressiva worden echter beschouwd als niet veel effectiever dan die van toen. Daarenboven werd in die studies (zoals nu trouwens nog in de meeste studies) bijna nooit gewerkt met actieve placebo's (placebo's met eigen bijwerkingen) die over het algemeen een nóg grotere activiteit vertonen dan placebo's zonder eigen bijwerkingen.

Inmiddels is duidelijk dat het placebo-effect sterk kan schommelen, afhankelijk van de wijze van toediening van een geneesmiddel en zelfs van subtiele verschillen in presentatie. Zo zijn capsules met gekleurde bolletjes placebo-effectiever dan gekleurde tabletten, die op zich effectiever zijn dan witte tabletten met randen, die dan weer effectiever zijn dan ronde witte tabletten. Intraveneuze toediening van hetzelfde geneesmiddel is effectiever dan intramusculaire toediening. Intramusculaire toediening is effectiever dan een toediening via de mond. Twee placebo-pillen hebben dikwijls meer effect dan één. Bittere pillen zijn meer effectief dan smaakloze pillen, etc.

Het grootste placebo-effect ziet men, heel logisch, optreden als de verwachtingen het hoogst zijn. In klinische rapporten van behandelingen die algemeen aanvaard werden, maar waarvan nadien bewezen werd dat de enige werking placebogeen is, vindt men erg grote placebo-effecten. Zo vond men een opmerkelijke verbetering bij 82% (!) van de patiënten behandeld voor angina pectoris met geneesmiddelen die achteraf onwerkzaam bleken [**].

Het verloop van een nieuwe behandeling (bvb voor angina pectoris of reuma) vertoont een frequent terugkerend patroon dat een goede illustratie geeft van het placebo-effect. Vlak na de lancering op de markt is men erg optimistisch. Een goed effect wordt dan ook gezien bij het merendeel van de patiënten (met gemiddeld 70-90% effectiviteit, bv. op pijnstilling). Dan worden beter gecontroleerde studies uitgevoerd door 'sceptici', onder omstandigheden die het placebo-effect minimaliseren. Deze studies tonen dat de nieuwe therapie niet beter scoort dan een placebo (met gemiddeld 30-40% effectiviteit). Nadien stijgt de effectiviteit van het geneesmiddel dan weer min of meer, zodat de uiteindelijke effectiviteit iets hoger ligt dan een puur placebo. Dit patroon van initiële maar kortdurende effectiviteit werd reeds op het einde van de 19de eeuw herkend door de Franse arts Armand Trousseau, die aanraadde om "zo veel mogelijk patiënten te genezen zolang het nieuwe middel nog de kracht heeft om te helen."

[*] Evans FJ The placebo response in pain reduction. In: Bonica JJ (ed) Pain. New York: Raven Press, 1974

[**] Benson H; McCallie, D.P., Jr. Angina pectoris and the placebo effect. New England Journal of Medicine. 1979, 300. P 1424-9
[Uit 'Genees jezelf':]

Sommige mensen vinden dat beter niet wordt gewezen op de psychische mogelijkheden in het domein van ziekte en gezondheid. Het argument luidt dan dat de patiënt naast de last van zijn aandoening ook nog eens de schuld aan zijn eigen ziekte in de schoenen krijgt geschoven. Want is hij dan niet zelf, door zijn niet-geuite agressie bijvoorbeeld of zijn negatieve autosuggesties (zoals inprentingen of verwachtingen) verantwoordelijk voor zijn kanker? Patiënten kunnen ook zichzelf levensgrote verwijten maken: 'Was ik maar meer positief ingesteld geweest.' Deze verwijten kunnen zélf de prognose negatief beïnvloeden. Nu reeds is het zo dat chronische patiënten dikwijls veel ambivalente gevoelens hebben met daarbij gevoelens van schuld, schaamte of wanhoop. Dit wordt nogal eens in de hand gewerkt door een niet al te positieve invloed van hun directe omgeving en soms zelfs van hun arts.

Het is duidelijk dat men hiermee voorzichtig moet zijn. Het heeft geen zin mensen te verwijten dat zij ziek worden op basis van een slecht gebruik van hun eigen innerlijke kracht als hen tegelijk nooit de mogelijkheid is gegeven om deze innerlijke kracht te onderkennen en te gebruiken. De term 'schuld' houdt ook in dat iemand bewust besloten heeft om zichzelf ziek te maken. Dat is hier niet het geval. De manier waarop iemand psychisch invloed uitoefent op zijn kankerproces is zo goed als zeker het gevolg van onbewust bepaalde gewoontes en denkbeelden.

Anders ligt het bvb voor een roker. Dat sigaretten een oorzaak zijn van kanker en chronische bronchitis is degelijk gekend door de totale bevolking. Iemand die toch veel rookt, kiest bewust om zijn kansen op een ernstige aandoening praktisch te verdubbelen. Dan kunnen we ook verder gaan en de beschuldigende vinger uitsteken naar een zittend leven, stress en verkeerde eetgewoontes als oorzaak van hart- en vaataandoeningen. Al snel zijn we dan allemaal voortdurend schuldig aan ziekte veroorzakend gedrag want om plezier in het leven te hebben, is het nodig om regelmatig ongezonde dingen te doen (tenzij je een opgewekte kluizenaar bent). Moet dan iedereen zich schuldig voelen? Ik vind het een absurd idee. Evenmin moet de kankerpatiënt zich schuldig voelen over zijn mogelijk psychisch aandeel in een aandoening met veelvuldige oorzaken (toeval, genetische of andere voorbeschikking, contact met kankerverwekkende producten, psychische factoren).

Chronisch ziek-zijn als schuld zien is trouwens alleen mogelijk als de ziekte zelf als slecht (verkeerd, zwak, moreel slecht) wordt aanzien. Dit is een erfenis van een eeuwenoude visie op ziekte en gezondheid. Als men echter het ziek-zijn niet als iets moreel slechts ziet, is er aan het ziek-zijn ook geen schuld mogelijk.

Het heeft dus helemaal geen zin in dit verband zich 'schuldig' te voelen voor wat geweest is. Het heeft daarentegen wél zin zich 'verantwoordelijk' te voelen voor wat nog komen moet. Iemand die zich verantwoordelijk voelt in dit verband gaat uitkijken naar de mogelijkheden om via psychische weg iets aan zijn conditie te verhelpen, preventief of genezend. Dat staat los van een eventuele schuld in het verleden. Het vergt ook moed, de moed om in de toekomst wegen te bewandelen die momenteel niet algemeen erkend worden. Contact zoeken met het onbewuste vergt moed, omdat in onze maatschappij het onbewuste in zijn geheel zo lang is miskend en verdrongen. Verantwoordelijkheid nemen vergt moed, omdat het idee van verantwoordelijkheid in onze maatschappij toch dicht aanleunt bij het idee van schuld. Ik zou willen, beste lezer, dat in alles wat gezondheid aangaat, je het ene los kan zien van het andere, alleen al omdat een overdreven schuldgevoel zelf een ziekmakende suggestie uitlokt ("Ik ben schuldig. Ik verdien niet beter dan deze ziekte."). En dat is net wat vanuit een terecht verantwoordelijkheidsgevoel te vermijden valt.
Deze vraag wordt (voorlopig) nog veel gesteld, vooral omdat de invloed van de geest op het lichaam voor velen nog steeds ver-van-mijn-bed lijkt. Na een aantal jaren van ontkenning heeft men nu echter reeds veel bewijzen voor deze invloed gevonden. De invloed blijkt zelfs zeer groot te zijn, zowel in de breedte als in de diepte. Er is bijna geen medisch domein meer waar men deze invloed niet herhaaldelijk bewezen heeft.

Des te meer klaarheid men krijgt in geestelijke aspecten, des te groter de invloed is die men in wetenschappelijke bewijzen terugvindt. Het is onze hoop en ook betrachting om met behulp van Aurelis als instrument in wetenschappelijk onderzoek nóg beter te kunnen aantonen hoe diepgaand en verbreid deze invloed is, zowel als wat men er practisch mee kan verrichten.

Het gaat hier over de invloed van het diepere zelf op het lichaam. De invloed van het bewuste is immers duidelijk: ik wens mijn arm te bewegen. Ik beweeg mijn arm. Klaar. Ik kan echter niet bewust beslissen om bvb rechtstreeks mijn immuunsysteem te veranderen. Daarvoor is communicatie met het diepere zelf nodig dat op zijn beurt de nodige invloed uitoefent op het immuunsysteem. Autosuggestie, de communicatie met het diepere zelf, speelt in de invloed van geest op lichaam dus een centrale rol.

De invloed van geest op lichaam kan eigenaardig lijken voor iemand die een dualistische (*) blik handhaaft op de mens. Deze zienswijze is echter in de huidige wetenschap totaal achterhaald. Wat wij 'geest' noemen, is gewoon de werking van het lichaam bekeken vanuit een specifieke hoek. Dus: alles wat de geest beïnvloedt, beïnvloedt ook het lichaam (**). Dan wordt de invloed van het ene op het andere niet alleen evident, maar zelfs noodzakelijk.

(*) dualistisch: ervan uitgaand dat er een totale scheiding is tussen de immateriële geest en het materiële lichaam. Dan is het eigenaardig dat het ene het andere kan beïnvloeden. Maar: hoe zou ik dan mijn arm kunnen bewegen? Descartes, die aan de basis ligt van het dualistische denken, had het trouwens zelf op de eerste plaats niet over de 'geest', maar over de 'ziel'.

(**) Voor de informatici onder jullie: er is wat de mens betreft geen onderscheid tussen 'software' en 'hardware'. De software ís de hardware.
Dat hangt af van geval tot geval. Ik raad nooit aan zomaar een geneesmiddel te stoppen en meteen te vervangen door het gebruik van autosuggestie. Wat je bvb bij pijnstillers of slaapmiddelen kan doen, is eerst een tijd medicatie én Aurelis samen gebruiken. Als je voelt dat je de medicatie minder nodig hebt, dan kan je geleidelijk afbouwen. Bij geneesmiddelen die jou door een arts zijn voorgeschreven, doe je dit best in samenspraak met die arts.

Soms moet je toch even opletten bij het samen gebruiken van medicatie en Aurelis. Middelen tegen hoge bloeddruk bvb verlagen je bloeddruk ook als die normaal is. Als je met behulp van Aurelis een normaal lagere bloeddruk krijgt, dan kan de medicatie veroorzaken dat je te laag komt. Controleer dus regelmatig je bloeddruk in dit geval.

Ik durf echter heel duidelijk te beweren: in bijna alle gevallen waarin je chronisch geneesmiddelen gebruikt, is het aan te raden daarnaast ook Aurelis toe te passen en in tweede instantie te streven naar een vermindering of stopzetting van medicatie. Het gemiddelde placebo-effect van medicatie is verantwoordelijk voor 40-60% van de totale werking. Volgens mij vindt men in de toekomst, met een beter begrip van het placebo-effect, een nog hoger gemiddeld percentage. Nu reeds ziet men bij een aantal geneesmiddelen een placebo-effect dat 2 x zo groot is als de farmacologische werking. Dit placebo-effect bereiken door middel van het gebruik van Aurelis, heeft meerdere voordelen, zoals: geen bijwerkingen, geringere kostprijs, gepast gebruik van jezelf, méér dan symptomatische genezing... Bedenk hierbij ook dat de placebo-verwachting slechts één, weinig gesofisticeerde vorm van autosuggestie is. Met Aurelis ga je verder dan dat.
In het oude China was acupunctuur op de eerste plaats een symbolisch beladen filosofie. Deze was gestoeld op een wereldbeeld dat goed paste binnen die cultuur en waarin de gebruikte symbolen voor iedereen meteen herkenbaar en bruikbaar waren. 'Acupunctuur' speelde zich af minstens op de grenslijn tussen materie en symbool.

De moderne Westerse variant is echter veel meer materialistisch georiënteerd. Men zoekt bvb naar de meridianen als dingen die echt bestaan in de wereld. De 'energie' waarop het geheel gebaseerd is ('Qi' in China), heeft hier meer eigenschappen van electriciteit dan van een poëtisch - filosofisch symbool. De Westerse acupuncturist bekijkt de klacht los van de gehele persoon en valt het symptoom aan, geheel in de geest van de Westerse aanvalsgeneeskunde. Eigenlijk is acupunctuur dan hetzelfde als Westerse reguliere geneeskunde, maar met verschillende wapens. Deze wapens worden getrokken uit een heel andere context. Met die context hebben ze echter op zich niet veel meer te maken. Wat overblijft, is alleen het aura van oude wijsheid en exotisme. Als hier geen diepgang achter ligt, dan blijft het steken in het stadium van placebo-bedrog.

Ondanks beweringen van bepaalde acupuncturisten, is nog steeds niet wetenschappelijk bewezen dat acupunctuur effectief beter werkt dan placebo. Men ziet wel - natuurlijk - een zeker effect bij een aantal mensen die acupunctuur ondergaan. Het is echter belangrijk hiervoor dat de naalden gestoken worden, maar niet waar ze gestoken worden. Dit wijst op een 100% placebo-effect, tenminste van deze vorm van acupunctuur.

Een argument van acupuncturisten is dat het ook bij dieren werkt. Die 'weten' toch niets af van meridianen en dergelijke? Die worden toch niet beïnvloed door het karakter van exotisme? Juist, niet rechtstreeks. De mensen waarmee ze in contact staan echter wel. Dieren zijn zeer suggestibel. Het contact met het onbewuste wordt bij hen niet verstoord door allerhande bewuste vooroordelen. De overdracht van suggesties mens-dier gebeurt uiteraard op niet-verbaal niveau, maar dat is voor suggestie geen enkel probleem. Dieren 'voelen aan' wat mensen van hen verwachten, in welke gemoedstoestand ze zijn enz. Dezelfde argumentatie geldt trouwens ook voor kleine kinderen nog voor ze het stadium van spraakherkenning bereiken. Ook zij zijn erg suggestibel, maar dan op niet-verbaal niveau.

Gezien de reeds gedane pogingen tot wetenschappelijk bewijs en het afwezige succes hierbij, besluit ik dat de Westerse invulling van acupunctuur een fenomeen is van louter suggestie. Ik wil hier meteen bijplaatsen dat des te diepgaander acupunctuur met een symbolische ingesteldheid wordt uitgeoefend, des te meer ik het waarachtig vind. De acupuncturist wordt dan steeds minder de rechtstreekse veroorzaker van genezing, de cliënt zelf - als volledig persoon - des te meer.